Op 19 december heeft de Europese Raad van Ministers de Europese Commissie gevraagd een nieuwe impactanalyse uit te voeren voor het Europese wetgevingsvoorstel duurzaam gebruik gewasbeschermingsmiddelen. Hiermee vertraagt en verzwakt de Raad van Ministers in feite het beter beschermen van drinkwaterbronnen tegen het gebruik en de bijbehorende emissies van bestrijdingsmiddelen. Vewin is teleurgesteld over het verzoek omdat bestrijdingsmiddelen een blijvende bedreiging vormen voor drinkwaterbronnen.
Sensitieve gebieden
De Europese Commissie wil de plekken waar zich drinkwaterbronnen bevinden (zowel grond- als oppervlaktewater) aanmerken als ‘sensitieve’ gebieden. De Commissie heeft hiervoor een verbod voor het gebruik van bestrijdingsmiddelen voorgesteld. De Raad vraagt naar kwantificering van de effecten van een verbod van middelen in sensitieve gebieden. Vewin vindt dat de KRW-doelen voor bestrijdingsmiddelen in drinkwaterbronnen in 2027 moeten worden gehaald en de emissies van bestrijdingsmiddelen in deze gevoelige gebieden moeten worden tegengegaan. Een verbod op gebruik van bestrijdingsmiddelen kan hieraan bijdragen. Het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) concludeerde eerder dat het doel om (in 2023) nagenoeg geen normoverschrijdingen meer te hebben in drinkwaterbronnen waarschijnlijk niet wordt gehaald. Bovendien worden steeds meer bestrijdingsmiddelen op steeds grotere diepte aangetroffen in het grondwater.
Aanpak aan de bron
Vewin vindt dat méér gedaan moet worden om de waterkwaliteitsdoelen te halen in plaats van minder. De landbouwministers vinden de doelen te ambitieus en zeggen de voedselproductie niet in gevaar te willen brengen. Vewin betreurt dat en pleit voor een heldere definitie van de gebieden bestemd voor drinkwaterproductie die onder de ‘gevoelige gebieden’ vallen. De afbakening van deze gebieden moet zodanig zijn dat ze effectief bijdragen aan de genoemde doelen.