Afspraken tussen drinkwater- en energiesector nu inzichtelijk
Nieuws - 13 augustus 2024
Klimaatverandering, een groeiende drinkwatervraag en bedreigingen van drinkwaterbronnen zorgen ervoor dat aanvullende grondwatervoorraden aangewezen moeten worden voor de drinkwatervoorziening. Mijnbouwactiviteiten zoals boren naar aardwarmte (geothermie) kunnen een risico vormen voor grondwater voor de drinkwatervoorziening. Uitgangspunt moet daarom zijn dat zij ruimtelijk van elkaar worden gescheiden. De provincies en drinkwaterbedrijven roepen het Rijk op te zorgen voor een goede bescherming van de toekomstige voorraden voor ons drinkwater.
Provincies en drinkwaterbedrijven hebben een verkenning Robuuste drinkwatervoorziening opgesteld. Doel hiervan is de toekomstige drinkwatervoorziening veiligstellen. Hiertoe zijn aanvullende grondwatervoorraden voor de drinkwatervoorziening aangewezen en zorgen we voor voldoende beschikbaarheid van drinkwater. De drinkwatervraag kan tot 2040 met gemiddeld 30% stijgen maar de beschikbaarheid van voldoende kwalitatief goed water voor drinkwater is niet vanzelfsprekend.
Ook de energietransitie heeft ruimte nodig in de ondergrond. Door middel van geothermie wordt warmte van diep in de aarde gebruikt voor de verwarming van huizen, kassen of industrie. Boren voor mijnbouw, waaronder geothermie, kan risico’s opleveren voor het grondwater. Bij deze aanwijzing van grondwatervoorraden voor de drinkwatervoorziening is daar zorgvuldig rekening mee gehouden.
Functiescheiding tussen mijnbouw en drinkwater is van belang voor de Aanvullende Strategische Voorraden (ASV’s). Uitgangspunt moet zijn dat het Rijk dit dient te respecteren bij vergunningverlening voor mijnbouwactiviteiten. Dat is het advies van provincies en drinkwaterbedrijven in de verkenning Robuuste drinkwatervoorziening. Bij de aanwijzing van de ASV’s is rekening gehouden met bestaand gebruik van de gebieden en nieuwe ontwikkelingen als geothermie. Hiermee is zorgvuldig beoordeeld hoeveel en waar extra reserves voor de toekomstige drinkwatervoorziening nodig zijn en welk beschermingsbeleid daarbij gewenst is.
Jelle Hannema, directievoorzitter Vitens en voorzitter stuurgroep Bodem & Infrastructuur Vewin: ‘Voor een goede bescherming van de ASV’s en het veiligstellen van de drinkwatervoorziening op lange termijn moet functiescheiding ook gelden bij vergunningverlening voor mijnbouwactiviteiten. Daarom vragen we het Rijk uitsluiting van mijnbouw in de toekomstige voorraadgebieden voor de drinkwatervoorziening op te nemen in de Mijnbouwwet. Mijnbouw en drinkwaterproductie kunnen náást elkaar plaatsvinden, sámen gaat niet.’
Jeannette Baljeu, gedeputeerde provincie Zuid-Holland en lid van de gezamenlijke provincies in de Stuurgroep water: `Provincies zijn verantwoordelijk voor het beschikbaar stellen van voldoende drinkwaterbronnen van voldoende kwaliteit. De bevolkingsgroei en toename van drinkwatergebruik vergroten de vraag naar voldoende zoetwaterbronnen. Dit verhoogt het belang tot bescherming van bestaande en gereserveerde drinkwaterbronnen vanuit het principe `beschermen om te blijven’. Provincies erkennen ook het belang van geothermie voor de energietransitie. En staan open voor mogelijkheden van maatwerk die beide belangen ten goede komen. Uitgangspunt voor de provincies blijft daarbij wel de ruimtelijke scheiding van deze functies.’
Grondwater is een belangrijke bron voor ons drinkwater. Ongeveer 60% van het drinkwater in Nederland wordt van grondwater gemaakt. Gebruik van de diepe ondergrond door geothermie vormt een risico voor de kwaliteit van deze grondwaterbronnen. De verwachting is dat de komende decennia het aantal geothermieprojecten toeneemt vanwege de energietransitie. Wanneer grondwater eenmaal vervuild raakt, kan het voor altijd onbruikbaar worden voor de drinkwaterproductie. Vanuit het voorzorgsbeginsel – ook de Structuurvisie Ondergrond sluit elk risico zoveel mogelijk uit – is een goede bescherming van de grondwatervoorraden van groot belang.
Het rapport is een uitwerking van de Structuurvisie Ondergrond (STRONG). Hierin heeft het Rijk aan provincies en drinkwaterbedrijven gevraagd aan te geven waar aanvullende grondwaterreserves voor de toekomstige drinkwatervoorziening noodzakelijk zijn. En wat daarvoor het beschermingsbeleid moet zijn. In het rapport is per provincie uitgewerkt hoe groot de extra drinkwaterbehoefte is richting 2040/2050 en hoe daarin kan worden voorzien. Deels gebeurt dit door Aanvullende Strategische Voorraden aan te wijzen. Ook wordt gekeken hoe de drinkwatervraag te verminderen via waterbesparing en een passender gebruik van drinkwater.
‘Er is sprake van een groeiende drinkwatervraag. Klimaatverandering zorgt voor toenemende droogte en we zien dat bronnen voor drinkwater vervuild zijn. We willen Nederland in de toekomst ook van goed en voldoende drinkwater voorzien. Maar dat betekent wel dat we zuinig om moeten gaan met de bronnen die we hebben deze goed moeten beschermen. Onnodig risico’s nemen is daarbij geen optie!’ aldus Hannema.
Eindrapportage Verkenning Robuuste Drinkwatervoorziening 2040