CD Ruimtelijke Ordening 2 oktober 2024
Standpunt - 25 september 2024
​Op 7 juni vond het Commissiedebat Water plaats in de Tweede Kamer met minister Harbers van Infrastructuur en Waterstaat (IenW). In het debat gaven Tweede Kamerleden Fahid Minhas (VVD), Tjeerd de Groot (D66), Laura Bromet (GL) en Eva van Esch (PvdD) aan meer concreetheid te willen zien in de plannen van de minister wat betreft de KRW-impuls, om de doelen van de Kaderrichtlijn Water (KRW) te halen. Tegelijk pleitten zij voor betere afstemming met en inzet van de andere departementen, vooral LNV. Daarnaast vroeg de Tweede Kamer aandacht voor de leveringszekerheid van drinkwater, de regeling van de WACC ten behoeve van de investeringscapaciteit voor drinkwaterbedrijven en het vergunningplichtig maken van alle grondwateronttrekkingen.
Volgens minister Harbers is de KRW-impuls een flinke bestuurlijke klus. De minister is hierover in overleg met de medeoverheden en zijn collega’s van andere ministeries. De verdere uitwerking van het door hem aangekondigde KRW-impulsprogramma volgt in september.
De Raad voor de leefomgeving en infrastructuur (Rli) heeft onlangs een rapport gepubliceerd waarin staat dat met het huidige Nederlandse beleid de doelen van de KRW in 2027 redelijkerwijs niet meer gehaald kunnen worden. Een aantal Kamerleden gaven aan dat dit rapport reden tot nog meer zorg is over het halen van de KRW-doelen. De minister gaf aan voor 1 juli 2023 een brief aan de Kamer te sturen met de kabinetsreactie op dit advies van de Rli. Fahid Minhas (VVD) stelde dat goed en voldoende water cruciaal is voor drinkwater, industrie, landbouw en de natuur, en dat Nederland aan de eisen van de KRW moet gaan voldoen, niet omdat Europa dat vraagt maar omdat we dit als land zelf willen. Eva van Esch (PvdD) vond dat er gestopt moet worden met het bewandelen van “geitenpaadjes” want de tijd dringt. Zij gaf aan dat er veel meer actief gehandeld moet worden om de KRW-doelen te halen in plaats van er alleen maar over te praten. Fahid Minhas (VVD) gaf aan ook voorstander te zijn van het sneller implementeren van de vierde trap bij de rioolwaterzuiveringsinstallaties (RWZI’s). Deze vierde trap is een aanvullende zuivering die onder andere medicijnresten en andere vervuilende stoffen uit afvalwater kan verwijderen en zo voorkomt dat deze in het oppervlaktewater terecht komen. De ambitie van minister Harbers is dat er de komende jaren nog veel meer vierde trapzuiveringen volgen.
Pieter Grinwis (CU) vroeg de minister naar aanleiding van het bezoek van de Vaste Kamercommissie IenW aan de drinkwatersector bij Dunea of de beschikbaarheid en bescherming van drinkwaterbronnen via NOVEX en NPLG goed geregeld worden. Hij pleitte voor een verbetering van de mogelijkheden om deze bronnen goed te kunnen benutten. Grinwis (CU) vroeg wat de minister op korte termijn gaat doen om te voorkomen dat drinkwaterbedrijven in de problemen komen met hun leveringszekerheid. Problemen die ontstaan doordat bijvoorbeeld de omgevingsdiensten niet doen wat nodig is. Zo is er in de stad Den Haag volgens Grinwis (CU) als het fout gaat na zes weken geen drinkwater meer beschikbaar. De minister van IenW reageerde dat het tijdig aanwijzen en beschermen van drinkwaterbronnen zeker aan de orde moet komen in de provinciale gebiedsprogramma’s NPLG en de NOVEX-gebiedsplannen. Ook moet het Actieprogramma Leveringszekerheid Drinkwater eind 2023 klaar zijn. Dit moet meer zekerheid bieden. De minister gaf aan zich te realiseren dat er ook na het realiseren van deze programma’s werk aan de winkel zal blijven.
De financierbaarheid van de sterk gestegen investeringsbehoefte van de drinkwaterbedrijven is op termijn niet gegarandeerd en leidt op de korte termijn al tot problemen bij een enkel drinkwaterbedrijf. De drinkwaterbedrijven moeten de komende jaren flink meer investeren om de kwaliteit en beschikbaarheid van drinkwater te garanderen. Tegelijkertijd is de (wettelijke) gewogen gemiddelde vermogenskostenvoet (WACC) fors lager dan een aantal jaren geleden, waardoor de inkomsten van de drinkwaterbedrijven in de afgelopen jaren zijn teruggelopen. De Kamerleden Fahid Minhas (VVD) en Pieter Grinwis (CU) vroegen de minister van IenW op tijd duidelijkheid te geven over de WACC-regulering voor de drinkwaterbedrijven. Dit moet uiterlijk voor november 2024 om de benodigde investeringen voor de komende jaren te kunnen plannen. De minister gaf aan de Kamer in het najaar over de WACC te informeren. De regelgeving zal tijdig aangepast worden, waarbij overigens nog niet helemaal duidelijk is welke regelgeving dat zal zijn.
Een andere zorg zijn de vele grondwateronttrekkingen die lang niet allemaal in beeld zijn. Fahid Minhas (VVD) sprak uit voorstander te zijn van een meldingsplicht voor alle grondwateronttrekkingen. Hij vroeg de minister wanneer hij een besluit neemt over het alsnog vergunningplichtig maken van onttrekkingen waar het echt nodig is, bijvoorbeeld als een winning conflicterend is met winningen voor de drinkwatervoorziening. Eva van Esch (PvdD) stelde voor om alle onttrekkingen vergunningplichtig te maken. De minister reageerde dat alles vergunningplichtig maken zou leiden tot een te grote werklast. Daarom is het nu aan de overheden gelaten hoe ze dit invullen, als ze maar zorgen dat in beeld komt waar er onttrekkingen zijn en hoeveel er wordt onttrokken. De minister voelde wel voor een meld- of vergunningplicht waar dit echt nodig is, maar zei hierop terug te komen voor het WGO Water in november.