Op 22 juni spreekt de Tweede Kamer tijdens het Commissiedebat Externe Veiligheid over de aanpak van zeer zorgwekkende stoffen (ZZS) en PFAS. Zeer Zorgwekkende Stoffen (ZZS) zijn een risico voor de volksgezondheid en bronnen van drinkwater. Vewin wil daarom dat staatssecretaris Heijnen werk maakt van de belofte dat Rijkswaterstaat, de waterschappen en omgevingsdiensten zo spoedig mogelijk de ZZS-emissies gaan minimaliseren. Bovendien is er ook nog steeds geen duidelijkheid over op welke wijze de regering invulling gaat geven aan de aangenomen moties wat betreft het verbod en de aanpak van PFAS. De Nederlandse regering heeft al in 2015 de ambitie uitgesproken om ZZS in de leefomgeving te willen minimaliseren. In de praktijk is er echter onvoldoende zicht op lozingen van PFAS en ZZS stoffen, en wordt er slechts heel geringe vooruitgang geboekt met het herzien van de lozingsvergunningen. Dit blijkt uit het rapport “Evaluatie ZZS-Emissiebeleid 2016-2022” dat recent door staatsecretaris Heijnen naar de kamer is gestuurd. Het is na zes jaar nog steeds onduidelijk of beleid om de uitstoot van zeer zorgwekkende stoffen (ZZS) naar lucht en water te minimaliseren helpt. Er is geen overzicht op het gebruik en de emissies van de ruim 1.700 zeer zorgwekkende stoffen. Bevoegde gezagen krijgen zo onvoldoende grip op deze lozingen.
Aanvullende acties nodig om lozingen adequaat te reguleren
De drinkwatersector vindt dat stoffen als PFAS in het geheel niet thuishoren in het milieu en de bronnen voor drinkwater, grond- en oppervlaktewater en is voorstander van een PFAS-verbod. Onder andere naar aanleiding van de problemen bij Chemours (PFAS) en Chemelot (Pyrazool) is in 2016 afgesproken dat de bevoegde gezagen in beeld brengen welke ZZS in Nederland worden gebruikt en uitgestoten naar water en lucht. Tegelijk zou in beeld worden gebracht hoe deze ZZS in vergunningen zijn opgenomen en wat bedrijven hebben gedaan om te voldoen aan hun verplichting om de emissies te minimaliseren. Recent is onder andere door
de commissie van Aartsen al vastgesteld dat het stelsel van vergunningverlening Toezicht en Handhaving in Nederland onvoldoende was en hierdoor risico’s gelopen worden. Nu ook de overheden vaststellen dat de afspraken praktisch onvoldoende van de grond komen zijn aanvullende acties nodig. Vewin pleit daarom voor voldoende capaciteit en kennis bij omgevingsdiensten om lozingen van ZZS adequaat te reguleren. Vewin vraagt de regering om te borgen dat Rijkswaterstaat, de waterschappen en omgevingsdiensten zo spoedig mogelijk, maar uiterlijk eind 2022 aangeven hoe en wanneer ZZS emissies worden geminimaliseerd.