Wetgevingsoverleg Water: Tweede Kamer eensgezind over belang schoon water, maar weg ernaartoe verschilt
Nieuws - 19 november 2024
Minister Harbers van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) heeft in het Commissiedebat Water van 7 juni de Tweede Kamer toegezegd met Vewin en Vitens in gesprek te gaan over de beschikbaarheid van voldoende bronnen voor drinkwater in Oost-Nederland. Hij zal hierover in de WGO verzamelbrief in het najaar rapporteren aan de Tweede Kamer. De minister zegde dit toe na vragen van Tweede Kamerlid Fahid Minhas (VVD) over de onvoldoende beschikbaarheid van drinkwater in het Oosten van Nederland, waardoor Vitens soms nee moet verkopen aan de industrie. Behalve over waterbeschikbaarheid ging het debat van 7 juni over een groot aantal onderwerpen waaronder ook de Kaderrichtlijn Water, waterkwaliteit, landbouw en droogte. Door Eva van Esch en Tjeerd de Groot (D66) is aangekondigd dat zij in een plenair vervolgdebat een aantal moties in zullen dienen over het verbeteren van de waterkwaliteit en over schadeclaims van de landbouw aan drinkwaterbedrijven. Op dit moment is nog niet bekend wanneer dit plenaire Tweeminutendebat plaats zal vinden.
Minister Harbers antwoordde op de vragen van Minhas (VVD) over wie ervoor moet zorgen dat er voldoende bronnen voor drinkwater beschikbaar zijn, dat het in de eerste plaats aan de provincies is om afwegingen te maken en actie te ondernemen. Provincies zijn namelijk verantwoordelijk voor het aanwijzen en beschermen van aanvullende strategische grondwatervoorraden. Het Rijk is aan zet als het gaat om het realiseren van Nationale Grondwater Reserves. Op drinkwaterbedrijven rust de verantwoordelijkheid een robuust systeem van drinkwaterlevering te verzekeren en waar nodig leidingnetten onderling aan elkaar te koppelen. Als er structurele problemen dreigen voor de drinkwatervoorziening, moet dit besproken worden in het nationale Bestuurlijk Overleg Water. De minister onderstreepte hierbij dat er ook een wettelijke leveringsplicht bestaat voor drinkwater aan bedrijven.
De Kaderrichtlijn Water (KRW) en de waterkwaliteit kwamen uitgebreid aan bod in het Commissiedebat. Laura Bromet (GL) vatte het onderwerp kernachtig samen met de uitspraak “het waterpeil moet omhoog en de vervuiling moet omlaag”. Bromet wees er op dat Nederland in 2015 de gestelde doelen van de KRW niet heeft gehaald en nu in 2022 voldoet slechts 1% van onze wateren aan de KRW-doelen. De problemen zijn legio: mest, bestrijdingsmiddelen, medicijnresten, opkomende stoffen enzovoort. Bromet wierp hierbij de vraag op of de provincies zich voldoende inspannen en riep op tot betere afstemming tussen de betrokken overheden. Eva van Esch (PvdD) vroeg of de minister aanstuurt op rechtszaken in 2027 vanwege het niet halen van de KRW-doelen. Zij vroeg ook hoe het beschikbare geld binnen het Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG) zo gebruikt kan worden, dat met de NPLG-gelden ook de doelen voor de KRW op het vlak van bijvoorbeeld nitraat en bestrijdingsmiddelen gehaald kunnen worden. Pieter Grinwis (CU) sprak de zorg uit dat de KRW mogelijk het nieuwe stikstofprobleem gaat worden. Hij stelde de minister de vraag of het door de regering gereserveerde bedrag in de NPLG-aanpak van 811 miljoen euro voor maatregelen om de KRW-doelen te halen wel voldoende zal zijn. De minister antwoordde de Kamerleden dat zijn inzet is om alle benodigde maatregelen genomen te hebben in 2027, maar dat dit niet per se betekent dat daarmee ook de doelen in 2027 gehaald zullen zijn.
Tjeerd de Groot (D66) pleitte voor meer regie van de minister bij de droogteproblematiek. Volgens De Groot is met name bij het reguleren van de onttrekkingen van grondwater meer regie van het Rijk nodig. De Groot stelde de vraag hoe het kan dat de Waterwet regelt dat de landbouw droogteschade kan claimen bij drinkwaterbedrijven en hiervoor financiële vergoedingen kan krijgen. Daarnaast stelde De Groot in het kader van waterbesparing voor om de regeling dat grootverbruikers van drinkwater geen belasting op leidingwater (BOL) hoeven te betalen te wijzigen. Van Esch (PvdD) sprak uit behoefte te hebben aan meer maatregelen om water vast te houden, het grondwaterpeil te verhogen en om illegale onttrekkingen aan te pakken. Net als De Groot bekritiseerde Van Esch de bepaling in de Waterwet dat de landbouw schadeclaims kan neerleggen bij de drinkwaterbedrijven. Zij beklemtoonde dat in de prioriteitsvolgorde drinkwater hoger staat dan de landbouw. Minister Harbers reageerde hierop door te stellen dat er al veel is gedaan en momenteel wordt uitgevoerd om water beter vast te houden. Volgens minister Harbers moet de Nederlandse bodem hiervoor veranderen van een vergiet in een spons. Eind 2022 verschijnt de rapportage van de Studiegroep Grondwater, die zich buigt over beter beheer van het grondwater. Voor de belasting op leidingwater die grootverbruikers niet hoeven te betalen verwees de minister naar de vorig jaar in de Beleidsnota Drinkwater afgesproken verkenning. Minister Harbers gaf aan de door De Groot (D66) voorgestelde wijziging van de Waterwet met betrekking tot de schadeclaims van de landbouw bij de drinkwaterbedrijven overbodig te vinden.