Capaciteitsgebrek maakt het honoreren van aanvragen van zakelijke klanten voor het leveren van drinkwater in bepaalde delen van het land steeds moeilijker – en soms zelfs onmogelijk. Hoe belangrijk is drinkwater voor bedrijven? Gertjan Lankhorst van de Vereniging voor Energie, Milieu en Water (VEMW) geeft het antwoord.
Voorzitter Gertjan Lankhorst van het kenniscentrum en de belangenbehartiger voor de zakelijke elektriciteit-, gas- en waterafnemers in Nederland VEMW (Koninklijke Vereniging voor Energie, Milieu en Water) windt er geen doekjes om: ‘Voor veel bedrijven is water van drinkwaterkwaliteit van levensbelang voor vitale productieprocessen en de bedrijfsvoering Denk aan de voedingsmiddelenindustrie, maar ook de chemie en de farmaceutische bedrijven. Sommige bedrijven hebben hiervoor eigen bronnen, maar de meeste zijn afhankelijk van levering door de drinkwaterbedrijven.’
‘We zien dat het – parallel met de problemen in de gas- en de elektriciteitssectoren – in sommige delen van ons land door capaciteitsgebrek moeilijker wordt voor bedrijven om een aansluiting op het openbare drinkwaternet te krijgen. Uiteraard moet je bij schaarste prioriteiten stellen, maar als de overheid dan zou zeggen: ‘Schakel als eerste de industrie maar af’, vinden wij dat te kort door de bocht. Veel bedrijven vervullen een cruciale rol bij de productie van eerste levensbehoeften, zoals voedsel, dranken, brandstoffen en medicijnen. Heel veel producten kunnen niet worden gemaakt zonder water van zeer goede kwaliteit. Dat neemt niet weg dat bedrijven steeds efficiënter met drinkwater omgaan. Het grondwatergebruik is sinds 2003 bijna gehalveerd en het leidingwatergebruik is in 2021 ongeveer gelijk aan het gebruik van tien jaar geleden tijdens de economische crisis.’
Leveringsplicht ook voor bedrijven
Vewin maakt zich zorgen over de mogelijke gevolgen van een veranderende interpretatie voor de invulling van de zorgplicht door overheden voor de drinkwatervoorziening aan bedrijven die drinkwater nodig hebben. Hoe kijkt VEMW hier tegenaan? Lankhorst: ‘De waterafhankelijke sectoren zijn samen verantwoordelijk voor zo’n 16% van de nationale economie, dus wij vinden het zeer zorgelijk als daar onvoldoende drinkwater voor beschikbaar zou zijn. Op basis van Europese regelgeving zijn de levensmiddelen- en de geneesmiddelenindustrie verplicht drinkwaterkwaliteit te gebruiken. Wij zijn dan ook blij met het standpunt van Vewin dat de wettelijke zorgplicht onder de Nederlandse Drinkwaterwet onverkort geldt voor levering aan bedrijven.’ ‘Tegelijkertijd zien wij ook dat we in ons land tegen grenzen aanlopen en dat niet alles overal meer kan. We zullen dus met alle betrokkenen naar oplossingen moeten zoeken. In de VEMW Watervisie, die wij in juni 2023 hebben aangeboden aan het ministerie van IenW, onderscheiden we een aantal oplossingsrichtingen, zowel aan de vraag- als aan de aanbodzijde. Zo zullen overheid en de drinkwaterbedrijven ervoor moeten zorgen dat ook op de lange termijn voldoende goede bronnen beschikbaar zijn voor de drinkwatervoorziening.’
Routekaart
Lankhorst vervolgt: ‘Een belangrijke taak ligt bij de industrie zelf: bedrijfsprocessen efficiënter maken, waterkringlopen sluiten en meer circulair omgaan met water, bijvoorbeeld door hergebruik van afvalwater. Het begint dus met bewustzijn over het belang van zuinig omgaan met de vitale en kostbare grondstof die water is. De VEMW Watervisie bevat een Routekaart industriële watertransitie, gericht op een besparing van 20% in 2035. Op langere termijn willen we volledig zelfvoorzienend zijn, bijvoorbeeld door middel van circulariteit. Met dit verhaal gaan wij ‘de boer op’ naar onze leden. Dat doen we overigens in nauwe samenwerking met de brancheverenigingen voor chemie, metaal, papier, levensmiddelen en brandstoffen. In grote lijnen bestaat onze aanpak uit de volgende onderdelen: het opstellen van een waterprofiel, het maken van een waterrisico assessment, het ontwikkelen van een watervisie en -plan en uiteraard: het uitvoeren van de plannen. Dit gebeurt op drie niveaus: per bedrijf, per regio en per keten.’ ‘Wat we goed willen borgen in onze industriële watertransitie, is het partnership met de drinkwaterbedrijven. Communicatie is daarbij van het grootste belang: we willen immers zoveel mogelijk bedrijven bereiken. Er is al veel aandacht voor dit onderwerp, nu is het zaak om de ‘sense of urgency’ vast te houden en in actie te komen. We hebben het volste vertrouwen dat we de gestelde doelen tijdig gaan halen, zeker de eerste stap in 2035. Voor de jaren daarna – op weg naar volledige circulariteit – zullen we wel alle zeilen moeten bijzetten.’
Hergebruik effluent
Een van de oplossingsrichtingen in de industriële watertransitie is het hergebruik van effluent, afvalwater uit riool- of afvalwaterzuiveringsinstallaties. Lankhorst: ‘Daarvoor zal nog de nodige kennis moeten worden ontwikkeld, dus ook hier zoeken we nadrukkelijk de samenwerking met partners uit de drinkwatersector, de waterschappen en de wetenschap. We hebben hierbij allemaal een gemeenschappelijk belang. Water is van levensbelang en er is maar een relatief kleine en vooral eindige hoeveelheid zoet water beschikbaar voor al het leven op aarde. Daar moeten we dus zuinig mee omgaan.’
Hoe kijkt de VEMW aan tegen het halen van de KRW-doelen?
Lankhorst: ‘Dat is eenvoudig: die doelen moeten we halen, in het belang van de drinkwatervoorziening, maar ook van de landbouw en de industrie. Wij maken ons zorgen over de kwaliteit van het oppervlakte- en grondwater, maar ook over de temperatuur ervan. Samen met VNO-NCW en anderen werken wij aan een actieprogramma om de KRW-doelen binnen bereik te krijgen. Zo valt veel winst te behalen met het actualiseren van lozingsvergunningen. Maar het gaat ook om het creëren van bewustwording bij bedrijven en hen informeren over de mogelijke gevolgen van het niet tijdig halen van de KRW-doelen. De grote bedrijven zijn zich hier al van bewust, maar dat geldt niet voor alle middelgrote en kleinere bedrijven. We hopen dat onze Routekaart hieraan zal bijdragen.’