Wij maken op onze website gebruik van functionele en privacyvriendelijke analytische cookies om onze website te verbeteren. Indien u klikt op 'accepteren en doorgaan' tonen wij ook een social media button/feed. Aanbieders van die buttons kunnen cookies plaatsen ter herkenning. Wilt u dit niet? Kiest u dan voor 'geen social media buttons'. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.
Op maandag 22 juni zal de vaste Kamercommissie voor Infrastructuur en Waterstaat van de Tweede Kamer met de minister spreken over het waterbeleid. Voor de drinkwatersector komt dit overleg op een belangrijk moment. In de onlangs gepubliceerde Nationale Analyse Waterkwaliteit en het daarbij horende addendum concludeert het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) dat de kwaliteit van de bronnen voor drinkwater onder toenemende druk staat en dat de doelen van de Kaderrichtlijn Water voor nog (lang) niet in zicht zijn. Eerder kwamen onderzoekers van KWR in een overzichtsstudie van alle beschikbare informatie over de toestand van de bronnen tot dezelfde conclusie. Voor Vewin onderstrepen deze onderzoeksresultaten de urgentie van het maken van concrete afspraken om de waterkwaliteit te verbeteren.
Het PBL wijst erop dat de haalbaarheid van de doelen uit het waterbeleid sterk afhankelijk is van andere sectoren, zoals de landbouw, industrie en huishoudens. De verantwoordelijkheden voor het realiseren van een goede waterkwaliteit zijn daarmee verdeeld over een groot aantal partijen. Risico's zijn dan versnippering en het ontbreken van gemeenschappelijke doelen. Het PBL onderstreept het belang van meer coördinatie, afstemming en integratie. Deze analyse onderschrijft Vewin. Dit vraagt om ambitie, een sterke regie van het Rijk, verbetering van de afstemming met andere beleidsdomeinen zoals landbouw en industrie en een goede samenwerking tussen alle betrokken partijen. Hierbij moet prioriteit gegeven worden aan het realiseren van een goede waterkwaliteit van drinkwaterbronnen. Daarom vraagt Vewin het Rijk regie te nemen in de KRW plannen, prioriteit te geven aan de drinkwaterbronnen en om concrete afspraken bij de versnellingstafels waterkwaliteit te maken.
Het RIVM heeft op verzoek van het ministerie van IenW de Indicatieve Niveaus voor Ernstige Verontreiniging (INEV's) voor de stoffen PFOS, PFOA en GenX in grond en grondwater afgeleid. Op grond van de nu voorgestelde INEV's zou geconcludeerd kunnen worden dat er geen sprake is van ernstige verontreiniging van grondwater voor de drinkwatervoorziening, terwijl de indicatieve richtwaarden voor deze stoffen in drinkwater wel worden overschreden. Vewin vindt dit zorgwekkend en ongewenst. In eerder overleg (het Notaoverleg Bodem) stelde de minister dat het aan het lokale en regionale bevoegd gezag is om de afweging te maken wat het meest kostenefficiënt is: het saneren van de bodem en het grondwater dan wel extra zuivering bij de drinkwaterbereiding. Dit is volgens juridische experts (advies prof. mr. J.A.M.A. Sluysmans) strijdig met het bereiken van de doelen van de Kaderrichtlijn Water en het zal leiden tot fors hogere kosten voor zuivering. Daarom wil Vewin dat de INEV's voor grondwater voor de drinkwatervoorziening gelijkgesteld wordt aan de indicatieve richtwaarden die voor deze stoffen gelden in het drinkwater zelf.
Lees meer over dit onderwerp via de volgende links: -het Vewin Position Paper t.b.v. het AO Water van 22 juni -de brief over PFAS in bronnen voor drinkwater aan leden van de Tweede Kamer -Juridisch advies van prof. mr. J.A.M.A. Sluysmans
In aanloop naar de verkiezingen wandelt Vewin met verschillende Kamerleden een rondje over het Malieveld. Wat is hun visie met betrekking tot de huidige uitdagingen binnen de drinkwatersector? Dit keer spreken we met Eline Vedder, Tweede Kamerlid voor het CDA.
Een ruime meerderheid van de Tweede Kamer heeft dinsdag 7 maart voor de motie gestemd die oproept om de bestaande doelen voor het verminderen van verontreiniging van drinkwaterbronnen met nitraat en bestrijdingsmiddelen als randvoorwaarden mee te nemen in het Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG). Tweede Kamerlid Tjeerd de Groot (D66) diende deze motie samen met Thom van Campen (VVD) in tijdens het Kamerdebat over het NPLG en de stikstofproblematiek op 23 februari.
De zorg voor de openbare drinkwatervoorziening moet prioriteit krijgen bij de uitwerking van het programma Water en bodem sturend in de provinciale plannen.