Wij maken op onze website gebruik van functionele en privacyvriendelijke analytische cookies om onze website te verbeteren. Indien u klikt op 'accepteren en doorgaan' tonen wij ook een social media button/feed. Aanbieders van die buttons kunnen cookies plaatsen ter herkenning. Wilt u dit niet? Kiest u dan voor 'geen social media buttons'. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.
De drinkwatervoorziening wordt beter beschermd in de nieuwe Omgevingswet. Het amendement van Albert de Vries (PvdA) en Stientje van Veldhoven (D66) is vandaag door de Tweede Kamer aangenomen. Overheden moeten nu bij het uitoefenen van taken en bevoegdheden rekening houden met het belang van duurzame bescherming van de openbare drinkwatervoorziening. Hiermee wordt invulling gegeven aan de wens van Vewin om de openbare drinkwatervoorziening als nationaal belang beter te beschermen. Om te zorgen voor een betere bescherming pleit Vewin al geruime tijd voor het aanpassen van de Omgevingswet. In artikel 2.1 van de Omgevingswet is de manier waarop overheden hun taken en bevoegdheden kunnen uitoefenen omschreven. Overheden moeten bij het uitoefenen van taken en bevoegdheden rekening houden met de samenhang van de relevante onderdelen en aspecten van de fysieke leefomgeving en de rechtstreeks daarbij betrokken belangen. Het artikel bevat een uitgebreide opsomming van diverse belangen. Het belang van de bescherming van drinkwatergebieden wordt hieraan toegevoegd. De Tweede Kamer heeft eerder besloten dat de openbare drinkwatervoorziening als nationaal belang beter moet worden beschermd. Door de Omgevingswet te wijzigen is de bescherming van openbare drinkwatervoorziening wettelijk geregeld.
Begin februari heeft de Ecologische Autoriteit een advies uitgebracht over de concept handreiking voor provinciale gebiedsprogramma’s NPLG. Deze handreiking is opgesteld door de ministeries van LNV, BZK en IenW samen met de provincies. De Ecologische Autoriteit concludeert onder andere dat het nodig is de handreiking aan te vullen en concreter te maken voor de waterdoelen. Dit moet wat Vewin betreft ook gelden voor de doelen voor drinkwaterbronnen op het vlak van nitraat en bestrijdingsmiddelen.
Het verbod op het gebruik van bestrijdingsmiddelen door professionals buiten de land- en tuinbouw is met onmiddellijke ingang weer volledig van kracht. In 2020 deed het Gerechtshof Den Haag in hoger beroep uitspraak dat het verbod op het professioneel gebruik van gewasbeschermingsmiddelen geen wettelijke grondslag had en daarom niet geldig was. Op 8 juli van dit jaar heeft de Hoge Raad echter uitspraak gedaan waarbij het arrest van het Gerechtshof Den Haag is vernietigd wat betekent dat het verbod weer direct van kracht is. Vewin is blij met het verbod.
De zorgplicht voor de openbare drinkwatervoorziening moet actief worden ingevuld bij de uitwerking van water en bodem sturend in de provinciale gebiedsprogramma’s.