Wij maken op onze website gebruik van functionele en privacyvriendelijke analytische cookies om onze website te verbeteren. Indien u klikt op 'accepteren en doorgaan' tonen wij ook een social media button/feed. Aanbieders van die buttons kunnen cookies plaatsen ter herkenning. Wilt u dit niet? Kiest u dan voor 'geen social media buttons'. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.
De minister van Infrastructuur en Water (IenW) geeft in haar brief aan de Tweede Kamer van 10 mei aan dat de waterkwaliteit in delen van Nederland nog niet in orde is en dat niet overal alle doelen van de Kaderrichtlijn Water tijdig – dat wil zeggen uiterlijk in 2027 - gehaald zullen worden. Dit laat de Nationale analyse waterkwaliteit van het Planbureau voor de Leefomgeving zien. Met de Delta-aanpak waterkwaliteit zetten alle betrokken overheden en ketenpartners stappen om KRW-doelen dichterbij te brengen. Daarvoor blijft de komende tijd een flinke inzet nodig van alle partijen.
Volgens Vewin is dringend extra inzet nodig als het gaat om de kwaliteit van de drinkwaterbronnen. Uit de Nationale analyse en uit onderzoek van het RIVM (rapport 'Staat Drinkwaterbronnen', 2020) blijkt namelijk dat de kwaliteit van de drinkwaterbronnen onder toenemende druk staat en de afgelopen jaren niet significant is verbeterd. Dit staat haaks op artikel 7 van de KRW dat stelt dat moet worden ingezet op verdere verbetering van de waterkwaliteit om op termijn de zuiveringsinspanning voor drinkwaterproductie te kunnen verlagen.
Eind 2016 werd de intentieverklaring Delta-aanpak Waterkwaliteit door een groot aantal partijen, waaronder Vewin, ondertekend. Hiermee werd een goede stap gezet om de aandacht te vergroten voor verbetering van de kwaliteit van grond- en oppervlaktewater. Omdat er meer nodig was om de problemen rond waterkwaliteit sneller aan te kunnen pakken, zijn eind 2018 in overleg met de verschillende betrokken 'water'-partijen, waaronder Vewin, de versnellingstafels ingesteld. Deze bestuurlijke versnellingstafels moesten een extra impuls geven aan de prioriteiten van de Delta-aanpak: nutriënten en gewasbeschermingsmiddelen, opkomende stoffen en medicijnresten, en overige doorsnijdende thema's rond met name de Kaderrichtlijn Water. De versnellingstafels hebben toegewerkt naar bestuurlijke afspraken met als doel verbetering van de waterkwaliteit. De afspraken zijn in januari 2021 vastgesteld in de Stuurgroep Water. Het gaat hierbij onder andere om afspraken voor de aanpak van opkomende stoffen en medicijnresten in het water.
De bestuurlijke afspraken van de versnellingstafels worden door de betrokken partijen de komende tijd samen verder uitgewerkt en moeten vervolgens worden uitgevoerd. Ze zijn ook opgenomen in de ontwerp Stroomgebiedbeheerplannen (SGBP's) 2022-2027, die tot 21 september 2021 ter inzage liggen. In de SGBP's staan de maatregelen die nodig zijn om de doelen van de KRW te halen. Vewin vindt het van belang dat de verbetering van de kwaliteit van drinkwaterbronnen hierbij prioriteit krijgt. De maatregelen in de verschillende waterplannen en SGBP's, inclusief de bestuurlijke afspraken van de versnellingstafels, moeten samen voldoende zijn om de KRW-doelen tijdig te kunnen halen en verdere kwaliteitsverbetering van drinkwaterbronnen te realiseren. Het is van belang dat de uitvoering van de maatregelen goed wordt gemonitord. Ook moeten nieuwe ontwikkelingen die relevant zijn voor de waterkwaliteit in beeld worden gebracht. Waar nodig moeten aanvullende maatregelen worden bepaald.
Begin februari heeft de Ecologische Autoriteit een advies uitgebracht over de concept handreiking voor provinciale gebiedsprogramma’s NPLG. Deze handreiking is opgesteld door de ministeries van LNV, BZK en IenW samen met de provincies. De Ecologische Autoriteit concludeert onder andere dat het nodig is de handreiking aan te vullen en concreter te maken voor de waterdoelen. Dit moet wat Vewin betreft ook gelden voor de doelen voor drinkwaterbronnen op het vlak van nitraat en bestrijdingsmiddelen.
Het verbod op het gebruik van bestrijdingsmiddelen door professionals buiten de land- en tuinbouw is met onmiddellijke ingang weer volledig van kracht. In 2020 deed het Gerechtshof Den Haag in hoger beroep uitspraak dat het verbod op het professioneel gebruik van gewasbeschermingsmiddelen geen wettelijke grondslag had en daarom niet geldig was. Op 8 juli van dit jaar heeft de Hoge Raad echter uitspraak gedaan waarbij het arrest van het Gerechtshof Den Haag is vernietigd wat betekent dat het verbod weer direct van kracht is. Vewin is blij met het verbod.
De zorgplicht voor de openbare drinkwatervoorziening moet actief worden ingevuld bij de uitwerking van water en bodem sturend in de provinciale gebiedsprogramma’s.