Eerste Kamer over Omgevingswet: nationale belangen nationaal regelen
Terug 16 maart 2016

Eerste Kamer over Omgevingswet: nationale belangen nationaal regelen

De Eerste Kamer behandelde op 15 maart in een plenair debat het wetsvoorstel Omgevingswet van minister Schultz (IenM). De Eerste Kamer heeft nog om meerdere verbeteringen van de Omgevingswet gevraagd aan de minister. Veel partijen hadden nog kritische vragen en opmerkingen.

De PvdA gaf aan dat over het decentraliseren van het bevoegd gezag naar regionale en lokale overheden nog niet goed is nagedacht in de Omgevingswet. Lagere overheden krijgen in de wet zeggenschap over vergunningen, algemene regels en handhaving die verregaande consequenties voor de drinkwaterwinning kunnen hebben. Dat heeft de pyrazool-casus, waarbij overschrijding van omgevingswaarden (milieu-normen) plaatsvond, afgelopen zomer laten zien. Vewin maakt zich ook zorgen over deze decentralisatie en zou graag zien dat een nationaal belang als drinkwater(winning) ook nationaal geborgd wordt.

Omgaan met overschrijdingen

Ook GroenLinks vroeg de minister hoe zij om wil gaan met vergunningen, algemene regels en de verschillende bevoegdheden. GroenLinks wijst net als PvdA ook op het belang van handhaving. GroenLinks, D'66, CDA, SGP SP en PvdD vinden dat omgevingswaarden in de wet zelf geregeld moeten worden in plaats van in de bestuursmaatregelen (AmvB’s). Voor overschrijding van deze waarden zouden programma’s moeten worden opgesteld. Als echter geen omgevingswaarden zijn opgesteld, hoe worden dan overschrijdingen gesignaleerd en hoe wordt de basiskwaliteit gegarandeerd, vraagt de PvdD zich af.

Meer centraal in de wet regelen

GroenLinks pleit voor een basiskwaliteit die overal geldt, een kader voor basisbescherming, waarvan gemeenten alleen kunnen afwijken als het een verbetering van de bescherming geeft. GroenLinks betwijfelt of het een goede zaak is dat de minister niet langer lagere overheden kan ‘overrulen’, want de mogelijkheid om over te gaan tot een aanwijzing komt door dit wetsvoorstel te vervallen.
D’66 en PvdD willen dat grensoverschrijdende of regio-overschrijdende zaken centraal geregeld worden. D66 vindt het positief dat vergunningen geweigerd kunnen worden wanneer ernstige schade aan de gezondheid plaats kan vinden, maar vraagt zich wel af wie de bewijslast zou moeten aandragen in een dergelijk geval.
PvdD wil dat milieubeginselen zoals het voorzorgbeginsel, preventief handelen, vervuiler betaalt en best beschikbare technieken, in wet geregeld moeten worden. Deze partij vindt het dan ook geen goede zaak dat het beschermingsniveau van het milieu niet verder gaat dan de richtlijnen die op Europees niveau gelden. Duidelijkheid over lokale normgeving ontbreekt, de PvdD vroeg of de minister bereid is dit te borgen. Tijdens het debat zijn vijf moties ingediend. De stemmingen over het wetsvoorstel en de moties vinden plaats op 22 maart 2016.
Tags by dit artikel
Delen via: