Wij maken op onze website gebruik van functionele en privacyvriendelijke analytische cookies om onze website te verbeteren. Indien u klikt op 'accepteren en doorgaan' tonen wij ook een social media button/feed. Aanbieders van die buttons kunnen cookies plaatsen ter herkenning. Wilt u dit niet? Kiest u dan voor 'geen social media buttons'. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.
Europarlementariër Anja Hazekamp (PvdD) vindt de grote hoeveelheid noodzakelijke innamestops van rivierwater voor de drinkwaterproductie onacceptabel. Hazekamp roept daarom de Commissie via schriftelijke vragen op om spoedig maatregelen te nemen tegen de vervuiling van de bronnen voor drinkwater door bestrijdingsmiddelen en andere chemische stoffen. Hazekamp stelt de vragen vanwege de huidige innamestop van rivierwater op de Maas door de drinkwaterbedrijven WML, Dunea en Evides. De inname van Maaswater voor de productie van drinkwater ligt al sinds begin november stil vanwege te hoge concentraties van het gewasbeschermingsmiddel prosulfocarb, dat in België in de Maas is geloosd. Rijkswaterstaat heeft de stof gemeten bij de grens en de betrokken drinkwaterbedrijven onmiddellijk gewaarschuwd, waarop deze uit voorzorg gestopt zijn met het innemen van Maaswater. Zo kan het drinkwater aan de strenge kwaliteitseisen blijven voldoen. De productie van drinkwater is niet in gevaar doordat de drinkwaterbedrijven nog voldoende water in voorraad hebben.
De lange duur van de huidige innamestop is uitzonderlijk, maar het feit dat een innamestop noodzakelijk was is helaas geen uitzondering, deze komen tientallen keren per jaar voor. De kwaliteit van oppervlaktewater wordt beïnvloed door de aanwezigheid van gewasbeschermingsmiddelen, industriële stoffen, medicijnresten en andere stoffen. Afhankelijk van de mate van verdunning door de afvoer van de rivier en de concentratie van de verontreiniging kan dit ertoe leiden dat tijdelijk niet aan de kwaliteitseisen voor de productie van drinkwater wordt voldaan en een innamestop noodzakelijk is. Hazekamp vraagt dan ook aan de Europese Commissie of het grote aantal overschrijdingen van normen voor verschillende stoffen geen reden is om de lidstaten tot de orde te roepen om ze verantwoordelijkheid te laten nemen voor het voorkomen van verontreiniging van het grond- en oppervlaktewater. Ook wil ze weten of deze grensoverschrijdende problematiek naar de mening van de Europese Commissie voldoende effectief voorkomen wordt binnen de huidige Europese milieuwetgeving.
Bij het Wetgevingsoverleg Water op 11 november vroegen veel Kamerleden de minister van Infrastructuur en Waterstaat om prioriteit te geven aan de drinkwaterbronnen bij de nieuwe planperiode van de Kaderrichtlijn Water (KRW). Anja Hazekamp sluit hierbij aan op Europees niveau door aan de Commissie te vragen in hoeverre deze de bescherming van drinkwaterbronnen een prioriteit zal maken bij de evaluatie van de Europese waterwetgeving (de KRW) en bij de Europese REFIT-evaluatie van de pesticidewetgeving. Uit recent onderzoek van KWR naar de toestand van de bronnen voor drinkwater blijkt dat de kwaliteit van het grondwater en oppervlaktewater waarvan drinkwater wordt gemaakt door een reeks van bedreigingen onder toenemende druk staat. Wat Vewin betreft onderstreept het rapport het belang van concrete maatregelen. Vewin benadrukt daarom dat meer maatregelen om de kwaliteit van de bronnen te verbeteren absoluut noodzakelijk zijn.
Op 6 oktober kwam het kabinet via een BNC-Fiche met een eerste beoordeling van de door de Europese Commissie voorgestelde Directive on Soil Monitoring and Resilience (Richtlijn bodemmonitoring en veerkracht). Deze Bodemmonitoring richtlijn beoogt overal in Europa toe te werken naar een gezonde bodem.
Op 7 februari publiceerde ECHA, het Europees chemicaliën-agentschap, een restrictievoorstel voor een vergaand verbod van PFAS. Eerder diende Nederland samen met Duitsland, Denemarken, Zweden en Noorwegen dit voorstel in. Het voorstel is een belangrijke stap in het proces naar een Europees verbod op PFAS.
De zorg voor de openbare drinkwatervoorziening moet prioriteit krijgen bij de uitwerking van het programma Water en bodem sturend in de provinciale plannen.