Wij maken op onze website gebruik van functionele en privacyvriendelijke analytische cookies om onze website te verbeteren. Indien u klikt op 'accepteren en doorgaan' tonen wij ook een social media button/feed. Aanbieders van die buttons kunnen cookies plaatsen ter herkenning. Wilt u dit niet? Kiest u dan voor 'geen social media buttons'. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.
Begin februari heeft de Ecologische Autoriteit een advies uitgebracht over de concept handreiking voor provinciale gebiedsprogramma's NPLG. Deze handreiking is opgesteld door de ministeries van LNV, BZK en IenW samen met de provincies. De Ecologische Autoriteit concludeert onder andere dat het nodig is de handreiking aan te vullen en concreter te maken voor de waterdoelen. Dit moet wat Vewin betreft ook gelden voor de doelen voor drinkwaterbronnen op het vlak van nitraat en bestrijdingsmiddelen.
De Ecologische Autoriteit is een onafhankelijk orgaan dat beoordeelt of de juiste ecologische informatie gebruikt is voor de onderbouwing van besluiten over beschermde natuur, en hierover advies geeft. Dit doet zij onder andere voor de gebiedsprogramma's van het NPLG, die de provincies op dit moment moeten opstellen. De autoriteit is nagegaan of door het volgen van de handreiking het mogelijk is de gebiedsprogramma's ecologisch gezien goed op te stellen, goed te onderbouwen en of de doelen van het NPLG daarmee gehaald kunnen worden.
Op basis van de handreiking kan volgens de autoriteit in de gebiedsprogramma's onvoldoende zicht ontstaan op benodigde maatregelen en de effecten ervan. Zo kunnen mogelijk nog geen conclusies getrokken worden over het al dan niet halen van de NPLG-doelen. Met name de waterdoelen zijn onvoldoende concreet en onvolledig, terwijl dat wel van groot belang is voor de gebiedsprocessen. Voor de doelen van de KRW voor natuur en waterkwaliteit geldt dat deze onvoldoende helder terugkomen in handreiking. De Ecologische Autoriteit adviseert om haar punten te verwerken in de volgende versie van de handreiking.
Vewin vindt dat de bescherming van drinkwaterbronnen prioriteit moet krijgen in het NPLG, onder andere door (grondwater)-beschermingsgebieden een prioritaire status te geven. De bestaande doelen voor het verminderen van verontreiniging van drinkwaterbronnen met nitraat en bestrijdingsmiddelen moeten verankerd worden in de gebiedsgerichte aanpak van het NPLG. In de gebiedsprogramma's moet een samenhangend en afrekenbaar maatregelenpakket worden opgenomen. Dit pakket moet gericht zijn op het tijdig halen van de KRW-doelen bij drinkwaterbronnen en het halen van de specifieke doelen voor nitraat en bestrijdingsmiddelen. Dit moet dus ook onderdeel zijn van de handreiking voor de gebiedsprogramma's.
Lees het volledige standpunt van Vewin over het NPLG Lees het Advies over de Handreiking Gebiedsprogramma's NPLG
Uit onderzoek blijkt dat alle drinkwaterbedrijven de komende jaren meer productiecapaciteit nodig hebben. Bij Waterbedrijf Groningen, Dunea en Vitens is dit zelfs per direct het geval. Maar ook bij de andere bedrijven zijn er knelpunten, zoals bij WML in Limburg en PWN in Noord-Holland. Als er nu geen maatregelen worden genomen, krijgen op termijn alle drinkwaterbedrijven te maken met problemen bij het nakomen van de leveringsplicht.
Op 12 mei hebben Kamerleden van de Vaste Kamercommissies van Infrastructuur en Waterstaat en van Binnenlandse Zaken een werkbezoek gebracht aan de Nederlandse drinkwatersector, op een productielocatie in Scheveningen. Peter van der Velden (voorzitter Vewin) en Wim Drossaert (directeur Dunea) hebben de Tweede Kamerleden welkom geheten. Bij dit bezoek stond ‘de toekomst van ons drinkwater’ centraal. Vewin heeft hierbij aangegeven voor welke uitdagingen de drinkwatersector staat als het gaat om zekerstellen van de drinkwatervoorziening.
Zorg dat de Verordening duurzaam gebruik bijdraagt aan het verminderen van de emissie van bestrijdingsmiddelen naar drinkwaterbronnen.