Wij maken op onze website gebruik van functionele en privacyvriendelijke analytische cookies om onze website te verbeteren. Indien u klikt op 'accepteren en doorgaan' tonen wij ook een social media button/feed. Aanbieders van die buttons kunnen cookies plaatsen ter herkenning. Wilt u dit niet? Kiest u dan voor 'geen social media buttons'. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.
Ondergrondse eindberging van kernafval vormt volgens Vewin een mogelijk risico voor de bronnen voor drinkwater. De risico's hiervan zijn nog onduidelijk, daarom is volgens Vewin meer onderzoek naar geologische eindberging nodig. Ook andere dieper liggende lagen dan de nu onderzochte Boomse klei moeten daarin volwaardig worden betrokken.
COVRA, de Centrale Organisatie voor Radioactief Afval, presenteerde op 29 januari de resultaten van het Onderzoek Programma Eindberging Radioactief Afval, kortweg OPERA. Het programma heeft de mogelijkheden onderzocht van eindberging van kernafval in de Boomse Klei. Dit is een slecht doorlatende kleilaag die in grote delen van Nederland en België vanaf enkele honderden meters diepte voorkomt. Volgens COVRA kan opslag van kernafval in deze Boomse klei veilig plaatsvinden en komt radioactief materiaal pas na meer dan 100.000 jaar weer in de biosfeer. Op dat moment is het door verval ook nagenoeg verdwenen. Een locatiekeuze voor ondergrondse berging wordt pas rond het jaar 2100 gemaakt. Tot die tijd blijft het kernafval bovengronds opgeslagen bij de COVRA in Borssele.
In Nederland wordt 60% van het drinkwater gemaakt van grondwater dat wordt onttrokken uit watervoerende lagen die eveneens tot enkele honderden meters diepte kunnen reiken. De kwaliteit van het grondwater is van groot belang voor een duurzame drinkwatervoorziening. Eventuele ondergrondse eindberging van kernafval in zoutkoepels of kleilagen vormt een potentieel risico voor onze drinkwaterbronnen. Elke optie voor eindberging van radioactief afval moet volgens Vewin zekerheid geven dat risico's op besmetting van het grondwater volledig uitgesloten zijn. Hierbij moet de hoogst mogelijke voorzorg in acht genomen worden. Opslag in zoutkoepels of (klei)lagen die direct of indirect in contact staan met watervoerende lagen die worden gebruikt voor de drinkwatervoorziening vindt Vewin onacceptabel.
Het onderzoek naar eindberging is nu vooral gericht op de relatief ondiepe gelegen Boomse klei. Vewin vindt dat ook dieper gelegen kleilagen zoals de Ieperiaanse klei onderzocht moeten worden op de geschiktheid voor geologische eindberging. Vanwege deze diepere ligging zijn de risico's voor lekkage naar grondwater dat wordt gebruikt voor de drinkwatervoorziening mogelijk kleiner.
Waterspiegel nummer 3, 2022 is verschenen. In dit nummer aandacht voor de woningbouwopgave in Nederland en de drinkwatervoorziening. Ook gaan we na wat de samenwerking in de Schone Maaswaterketen heeft opgeleverd en maken we nader kennis met Paulien Pistor, directeur PWN. De ondergrond wordt niet vergeten in een artikel over hoe het boren naar geothermie en de drinkwatervoorziening wel of niet samen kunnen gaan.
Het verbod op het gebruik van bestrijdingsmiddelen door professionals buiten de land- en tuinbouw is met onmiddellijke ingang weer volledig van kracht. In 2020 deed het Gerechtshof Den Haag in hoger beroep uitspraak dat het verbod op het professioneel gebruik van gewasbeschermingsmiddelen geen wettelijke grondslag had en daarom niet geldig was. Op 8 juli van dit jaar heeft de Hoge Raad echter uitspraak gedaan waarbij het arrest van het Gerechtshof Den Haag is vernietigd wat betekent dat het verbod weer direct van kracht is. Vewin is blij met het verbod.
Het veiligstellen van de (toekomstige) drinkwatervoorziening moet als prioriteit worden erkend in de programma’s Water en Bodem Sturend, NOVEX, Woningbouw en het Nationaal Programma Landelijk Gebied.