Wij maken op onze website gebruik van functionele en privacyvriendelijke analytische cookies om onze website te verbeteren. Indien u klikt op 'accepteren en doorgaan' tonen wij ook een social media button/feed. Aanbieders van die buttons kunnen cookies plaatsen ter herkenning. Wilt u dit niet? Kiest u dan voor 'geen social media buttons'. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.
Minister Ollongren (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) heeft het ontwerp van de Nationale Omgevingsvisie (NOVI) gepresenteerd. Deze ontwerp-NOVI is de langetermijnvisie van het kabinet over de inrichting van de leefomgeving. Vewin is verheugd dat in deze visie het nationale belang van het veiligstellen van de drinkwatervoorziening onderstreept wordt. In de visie van het kabinet komt de beschikbaarheid van voldoende zoetwater voor de drinkwatervoorziening en een goede waterkwaliteit duidelijk naar voren, onder andere door inzet op het halen van de doelen van de Kaderrichtlijn Water. Het is echter nog onvoldoende helder hoe deze opgaven concreet tot uiting komen in de vier prioriteiten die het kabinet benoemt.
De toekomstige opgave op het gebied van water is volgens het kabinet dat de natuurlijke beschikbaarheid van voldoende water op de lange termijn af zal nemen waardoor meer zoetwatertekorten kunnen ontstaan. Tegelijkertijd zal de vraag naar water op veel plaatsen juist toenemen door bevolkingsgroei en economische groei. De verwachting is dat er tot 2050 een sterke groei van de drinkwatervraag zal zijn. De opgave die hieruit voortvloeit is daarom gericht op het in stand houden van en het bevorderen van een gezond en evenwichtig watersysteem. Het beschikbare water moet effectief en zuinig gebruikt worden. Naast deze groeiende watervraag gaat het, om ook op de lange termijn aan de vraag naar drinkwater te voldoen, om bescherming van de huidige drinkwaterbronnen en het aanwijzen van aanvullende strategische voorraden en nationale grondwaterreserves. Het kabinet stelt dat maatregelen worden genomen tegen verzilting, daling van het grondwaterpeil en verontreiniging (bijvoorbeeld door meststoffen, microplastics of medicijnresten), zodat drinkwaterbedrijven minder maatregelen hoeven te nemen voor het leveren van schoon water. De hierbij horende opgave is dat in 2027 voldoende maatregelen zijn genomen om de doelen van de KRW te behalen. Daarnaast hanteert het kabinet het richtinggevende principe van 'het voorkomen van afwentelen', dit geldt voor tijd en plaats. Het kabinet hanteert het preventie- en voorzorgbeginsel en stelt dat bestrijding van vervuiling bij voorkeur aan de bron plaatsvindt. Vewin kan zich hier goed in vinden.
Bovenstaande opgaven hebben een relatie met alle vier de prioriteiten die het kabinet benoemd: klimaatadaptatie en energietransitie, duurzaam economisch groeipotentieel, sterke en gezonde steden en regio's en toekomstbestendige ontwikkeling van het landelijk gebied. Het is volgens Vewin nog niet helder genoeg hoe de uitgangspunten voor de bescherming van de drinkwatervoorziening doorwerken in de prioriteiten. Bij uitdagingen rond verstedelijking, vestigingsklimaat en afwegingen rond energie komen de opgaven rond de drinkwatervoorziening nog onvoldoende aan bod. De beschikbaarheid van voldoende bronnen is ook in het licht van deze prioriteiten essentieel. Positief is wel dat het kabinet in de ontwerp-NOVI aangeeft dat de inzet richting een duurzamere landbouw het meest urgent is in kwetsbare gebieden, zoals grondwaterbeschermingsgebieden. Behalve deze doorwerking op nationaal niveau is er volgens Vewin vooral ook veel aandacht nodig voor de doorwerking van de NOVI naar de provinciale en gemeentelijke omgevingsvisies.
Een ruime meerderheid van de Tweede Kamer heeft dinsdag 7 maart voor de motie gestemd die oproept om de bestaande doelen voor het verminderen van verontreiniging van drinkwaterbronnen met nitraat en bestrijdingsmiddelen als randvoorwaarden mee te nemen in het Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG). Tweede Kamerlid Tjeerd de Groot (D66) diende deze motie samen met Thom van Campen (VVD) in tijdens het Kamerdebat over het NPLG en de stikstofproblematiek op 23 februari.
Oliver Loebel is secretaris-generaal van de Europese Federatie van Nationale Verenigingen op het gebied van Drinkwatervoorziening en Afvalwaterbehandeling (EurEau), waarvan Vewin lid is. EurEau, een vereniging zonder winstoogmerk, heeft een drievoudige missie: het bieden van een platform voor het uitwisselen van kennis en ervaring, het informeren van haar leden over de gang van zaken in Europa en het behartigen van hun belangen ten opzichte van de Europese Instellingen.
Zorg dat de Verordening duurzaam gebruik bijdraagt aan het verminderen van de emissie van bestrijdingsmiddelen naar drinkwaterbronnen.