Wij maken op onze website gebruik van functionele en privacyvriendelijke analytische cookies om onze website te verbeteren. Indien u klikt op 'accepteren en doorgaan' tonen wij ook een social media button/feed. Aanbieders van die buttons kunnen cookies plaatsen ter herkenning. Wilt u dit niet? Kiest u dan voor 'geen social media buttons'. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.
De regionale samenwerking in de waterketen tussen waterschappen, gemeenten en drinkwaterbedrijven is zeer succesvol. Uit een inventarisatie in de vandaag verschenen publicatie de 'Staat van Ons Water 2018' blijkt dat de voor 2020 beoogde jaarlijkse kostenbesparing van €450 miljoen per jaar nu al ruimschoots wordt behaald.
In het Bestuursakkoord Water van 2011 (BAW) is afgesproken dat door samenwerking in de waterketen in totaal €450 miljoen per jaar minder meer zal worden uitgegeven, als bijdrage aan de totale kostenbesparing van €750 miljoen per jaar vanaf 2020. Deze afspraken hebben betrekking op de beperking van de stijging van de kosten, het verhogen van de kwaliteit (professionaliteit) en het verminderen van de kwetsbaarheid.
In het BAW is een gematigde lastenontwikkeling afgesproken voor huishoudens en bedrijven. Dit lukt, blijkt uit de inventarisatie. Zowel de riool- en zuiveringsheffing van de gemeenten en waterschappen als de tarieven van de drinkwaterbedrijven zijn in de periode 2010 tot 2018 onder de prognoses gebleven. De positieve ontwikkeling van de lasten is voor een belangrijk deel het gevolg van de succesvolle samenwerking in de gevormde regio's.
Uit de voortgangsmonitor blijkt dat samenwerking in de waterketen voor gemeenten, drinkwaterbedrijven en waterschappen een bedrag van circa €550 miljoen oplevert ten opzichte van de prognose in 2010. De totale besparing op de jaarlijkse beheerkosten van de afvalwaterketen bedraagt nu voor 2020 €380 miljoen overeenkomstig het doel. Drinkwaterbedrijven behalen extra kostenbesparingen, in totaal €168 miljoen wat ver boven het doel van €70 miljoen is. Voor 2020 zullen nagenoeg alle regio's hun ambitie gaan halen. De verwachting is overigens dat de kosten de komende jaren wel zullen stijgen als gevolg van extra investeringen vanwege maatregelen gericht op klimaatadaptatie en milieukwaliteitseisen.
In de Aanvullende Afspraken op het Bestuursakkoord Water van 31 oktober 2018 is afgesproken gezamenlijk de schouders eronder te zetten om ook de andere doelen te realiseren. Het gaat dan om het vergroten van de kwaliteit van dienstverlening en het verminderen van de personele kwetsbaarheid. Zo worden in de regio de banden met regionale opleidingsinstituten aangehaald. De vakkennis en vaardigheden zullen worden versterkt. Tot slot is blijvende inzet voor het wegnemen van belemmerende regelgeving van belang.
Met de Staat van Ons Water rapporteert de minister van Infrastructuur en Waterstaat elk jaar in mei aan de Tweede Kamer over de voortgang van het waterbeleid in het afgelopen kalenderjaar. Het betreft een gezamenlijke Rapportage van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, de Unie van Waterschappen, de Vereniging van Waterbedrijven in Nederland, het Interprovinciaal Overleg en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten. Klik op deze link voor de vandaag verschenen rapportage van 2018.
De drinkwaterbedrijven hebben hun tarieven voor 2024 bekendgemaakt; de tarieven stijgen in heel Nederland. Dit is de uitkomst van de aandeelhoudersvergaderingen van de tien drinkwaterbedrijven die kort geleden hebben plaatsgevonden. Gemiddeld gaat het tarief met 9 à 10% omhoog.
Minister Harbers van IenW heeft op 11 april de Tweede Kamer een rapport gestuurd over de financierbaarheid van de drinkwatersector. In het rapport ‘Financierbaarheid drinkwatersector’ staan aanbevelingen voor het verbeteren van de regelgeving over de gewogen gemiddelde vermogenskostenvoet (WACC).