Wij maken op onze website gebruik van functionele en privacyvriendelijke analytische cookies om onze website te verbeteren. Indien u klikt op 'accepteren en doorgaan' tonen wij ook een social media button/feed. Aanbieders van die buttons kunnen cookies plaatsen ter herkenning. Wilt u dit niet? Kiest u dan voor 'geen social media buttons'. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.
De rechtbank Den Haag heeft vandaag uitspraak gedaan in de zaak Chemours over de lozingen van GenX. De rechtbank heeft oog voor de maatschappelijke onrust die de lozing teweeg heeft gebracht, maar heeft in de huidige regelgeving onvoldoende gronden gevonden om de vergunning naar beneden bij te stellen. Deze casus bevestigt wat Vewin betreft de noodzaak van betere regelgeving voor vergunningverlening en meer transparantie over stoffen die geloosd worden. Drinkwaterbedrijf Oasen had bij de rechtbank geëist dat de lozing van chemiebedrijf Chemours uit Dordrecht versneld moest worden afgebouwd.
Wat betreft REACH geeft de rechtbank aan dat de stoffen FRD903 en 902 (in de volksmond GenX genoemd) niet zijn vermeld op de lijst van autorisatieplichtige stoffen van de REACH Verordening en evenmin op de lijst van stoffen waarvoor beperking gelden op de vervaardiging, het in de handel brengen en gebruiken. De rechtbank neemt daarom aan dat lozing van deze stoffen niet verboden is. Vewin is van mening dat de doelen van de Kaderrichtlijn Water meegenomen moeten worden in REACH en dat in REACH ook getoetst moet worden aan de effecten van stoffen op de duurzame veiligstelling van de drinkwatervoorziening. Vewin wil daarom dat REACH wordt aangepast.
De drinkwatersector maakt zich zorgen over de toename van stoffen in bronnen. Drinkwaterbedrijven doen jaarlijks duizenden metingen en hebben een signaleringsfunctie waar het gaat om vervuiling van bronnen. Ze meten, signaleren, melden en wanneer nodig ondernemen ze direct actie om te zorgen dat het drinkwater dat uit de kraan komt goed is. Voor de bescherming van hun bronnen verwachten drinkwaterbedrijven ook actie van anderen. Bronbescherming is een milieuvraagstuk en een vraagstuk van volksgezondheid waarin het Rijk, andere overheden en bedrijfsleven een verantwoordelijkheid hebben. Dit kan onder meer door te zorgen voor heldere afspraken, meer transparantie en meer aandacht voor het drinkwaterbelang bij de vergunningverlening voor lozingen.Lees hier meer over het standpunt van Vewin over opkomende stoffen.
Op 9 november jl. organiseerden Natuurmonumenten, Natuur & Milieu en Vewin een masterclass voor Tweede Kamerleden en fractiemedewerkers over de Kaderrichtlijn Water. Aanleiding voor de Masterclass is het Wetgevingsoverleg Water op 21 november, waar de Tweede Kamerleden met minister Harbers (IenW) zullen spreken. Een onderwerp dat bij waterbeleid hoog op de agenda staat is het bijtijds halen van de doelen van de Kaderrichtlijn Water. Immers, de deadline van 2027 is behoorlijk dichtbij.
De Europese Commissie (EC) heeft op 26 oktober jl. voorstellen gepubliceerd voor de herziening van de Richtlijn Stedelijk Afvalwater en de lijsten van verontreinigende stoffen voor grond- en oppervlaktewater in de Grondwaterrichtlijn (GWR) en de KRW Richtlijn Prioritaire Stoffen. De EC stelt voor om nieuwe medicijnresten (hormoonverstoorders, pijnstillers en antibiotica), pesticiden en een selectie van PFAS stoffen op te nemen in deze stoffenlijsten.
Aanpak lozingen van Zeer Zorgwekkende Stoffen (ZZS) ter bescherming bronnen drinkwater wordt steeds urgenter. Lozingen moeten beter in beeld en vooral: beter gereguleerd.