Wij maken op onze website gebruik van functionele en privacyvriendelijke analytische cookies om onze website te verbeteren. Indien u klikt op 'accepteren en doorgaan' tonen wij ook een social media button/feed. Aanbieders van die buttons kunnen cookies plaatsen ter herkenning. Wilt u dit niet? Kiest u dan voor 'geen social media buttons'. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.
De Raad voor de leefomgeving en infrastructuur (Rli) heeft op 11 maart zijn advies 'Greep op gevaarlijke stoffen' aangeboden aan de minister voor Milieu en Wonen. De Raad constateert dat ondanks het huidige beleid de verspreiding van schadelijke stoffen onvoldoende afneemt en het risico op gelijktijdige blootstelling aan een breed scala aan stoffen toeneemt. De Rli formuleert aanbevelingen voor betere controle op de verspreiding van stoffen, het beperken van de nadelige effecten van cumulatieve blootstelling en het omgaan met stoffen die bij hergebruik vrijkomen (zoals in een circulaire economie). Vewin deelt deze analyse en roept het Rijk op de adviezen serieus te nemen bij de verdere ontwikkeling van beleid. Op nationaal niveau wordt goed ingezet op het terugdringen van de emissie van gevaarlijke stoffen via onder andere de Structurele Aanpak Opkomende Stoffen en de versnellingstafels waterkwaliteit. Ondanks deze inspanningen staat de kwaliteit van drinkwaterbronnen onder toenemende druk. De bronnen worden onder meer bedreigd door medicijnresten, gewasbeschermingsmiddelen, industriële lozingen, microplastics en (andere) zeer zorgwekkende stoffen.
De Rli geeft aan dat kennis en capaciteit bij overheden moet worden vergroot rond gevaarlijke stoffen, daar is extra geld voor nodig. Verbetering van vergunningverlening, toezicht en handhaving is nodig om de verspreiding van gevaarlijke stoffen beter te kunnen controleren en tegengaan. Vewin ondersteunt dit, ook in het licht van de nieuwe Omgevingswet. Onder de Omgevingswet moet het uitgangspunt rond lozingen van gevaarlijke stoffen conform het principe van de Waterwet blijven dat 'lozen verboden is, tenzij'.
De drinkwaterbedrijven willen graag optimaal betrokken zijn bij vergunningverlening waarbij het vrijkomen van gevaarlijke stoffen effect kan hebben op de drinkwatervoorziening. Daarnaast is grotere transparantie over chemische eigenschappen, productieketens, gebruik en emissie (of lozing) van gevaarlijke stoffen noodzakelijk. De Rli adviseert om in REACH-dossiers, bij de toelating van stoffen, rekening te houden met de gehele levenscyclus en de lange termijneffecten van stoffen.
De Rli adviseert rekening te houden met de cumulatieve blootstelling aan schadelijke stoffen bij de vergunningverlening voor lozingen. Vewin onderstreept dit van harte. Bij directe lozingen op oppervlaktewater en bij indirecte lozingen (op het riool) dient bij de vergunningverlening naar de cumulatieve toxiciteit en risico's te worden gekeken. Op basis daarvan moet de vergunning mogelijk aangescherpt worden.
In het advies van de Rli vraagt de Raad expliciet aandacht voor de nadelige effecten van stoffen die bij hergebruik vrijkomen. De drinkwatersector staat voor een circulaire economie en onderkent de geschetste problematiek. Het Rli-advies is een goede eerste stap om meer inzicht te krijgen in schadelijke stoffen die vrijkomen bij hergebruik in een circulaire economie.
Vewin is blij met het advies van de Rli over gevaarlijke stoffen. Het rapport maakt duidelijk dat mens, dier en omgeving blootgesteld worden aan een veelvoud van schadelijke stoffen die samen een groter effect hebben dan los van elkaar. Die blootstelling lijkt niet af te nemen maar eerder toe te nemen, ondanks inspanningen op nationaal en Europees niveau en de inzet van vele ketenpartners. De concrete voorstellen in het advies van de Rli onderstrepen de noodzaak tot het nemen van verdere stappen voor het realiseren van een gezond leefmilieu in de toekomst.
Lees het standpunt van Vewin over de Aanpak opkomende stoffen Lees het standpunt van Vewin over REACH en bescherming van drinkwaterbronnen
De plannen van het demissionaire kabinet die gepresenteerd werden op Prinsjesdag 2023 bevatten geen nieuwe ambities of plannen rondom beschikbaarheid, benutbaarheid of kwaliteit van drinkwaterbronnen. Om de drinkwatervoorziening veilig te stellen en te zorgen voor voldoende en goed water voor het maken van drinkwater, is echter snel actie nodig van overheden.
Stoffen als PFAS horen in het geheel niet thuis in grond- en oppervlaktewater en in de bronnen voor drinkwater. Daarom steunen Vewin en de waterschappen het eerdere Nederlandse voorstel van februari 2023 om de productie en het gebruik van PFAS Europees volledig te verbieden.
Het is urgent om alles op alles te zetten om de KRW doelen voor drinkwaterbronnen uiterlijk in 2027 te halen; neem hiervoor extra maatregelen.