Wij maken op onze website gebruik van functionele en privacyvriendelijke analytische cookies om onze website te verbeteren. Indien u klikt op 'accepteren en doorgaan' tonen wij ook een social media button/feed. Aanbieders van die buttons kunnen cookies plaatsen ter herkenning. Wilt u dit niet? Kiest u dan voor 'geen social media buttons'. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.
Het Gerechtshof in Den Haag heeft op 24 november uitspraak gedaan in een hoger beroep dat was ingesteld door Nefyto en Artemis, de belangenorganisaties van producenten van gewasbeschermingsmiddelen. Op basis van deze uitspraak is het juridisch weer toegestaan om professioneel bestrijdingsmiddelen toe te passen op verhardingen en andere oppervlakten buiten de land- en tuinbouw. Het verbod uit 2016 en 2017 heeft volgens het hof geen wettelijke grondslag en is om die reden onverbindend verklaard.
Vewin betreurt deze uitspraak omdat deze haaks staat op de afspraak die tien verschillende partijen uit de land- en tuinbouw, fytopharmacie, watersector en natuur- en milieubescherming onlangs samen met de overheid en toezichthouders hebben gemaakt, om in 2030 de emissie van bestrijdingsmiddelen vanuit de land- en tuinbouw tot nagenoeg nul terug te brengen. Het kan niet zo zijn dat het realiseren van de ambitie van een schoon milieu zonder bestrijdingsmiddelen(resten) doorkruist wordt door het weer toestaan van gebruik van bestrijdingsmiddelen buiten de landbouw. Gezien de gezamenlijke ambitie bepleit Vewin dat de overheid snel inzet om alsnog een toereikende rechtsgrondslag te creëren in de wet. Vewin wil dat dit uiterlijk voor de zomer van 2022 geregeld is. Het blijft immers belangrijk en wenselijk om in de openbare ruimte geen (schadelijke) bestrijdingsmiddelen toe te passen.
Bij innamepunten voor drinkwater is sinds het verbod een afname van de aanwezigheid van bestrijdingsmiddelen zoals glyfosaat in het water te zien. Het verbod heeft dus resultaat opgeleverd. Ook zijn er veel enthousiaste alternatieven en innovaties ontstaan rond mechanische onkruidbestrijding. Veel gemeenten en hoveniers zijn vanuit milieu-overwegingen al bewust overgestapt op groene alternatieven voor chemische onkruidbestrijding. Vewin verwacht niet dat degenen die al zijn overgestapt op deze verbeterde aanpak na één spuitseizoen weer teruggaan naar de oude werkwijze, maar mogelijk kan deze ontwikkeling bij een blijvende toelating van chemische onkruidbestrijding op verhardingen en in de openbare ruimte stil komen te staan.
Lees meer over de rechtelijke uitspraak op Onkruidvergaat.nl Lees hier ons position paper over gewasbeschermingsmiddelen.
Op 12 mei hebben Kamerleden van de Vaste Kamercommissies van Infrastructuur en Waterstaat en van Binnenlandse Zaken een werkbezoek gebracht aan de Nederlandse drinkwatersector, op een productielocatie in Scheveningen. Peter van der Velden (voorzitter Vewin) en Wim Drossaert (directeur Dunea) hebben de Tweede Kamerleden welkom geheten. Bij dit bezoek stond ‘de toekomst van ons drinkwater’ centraal. Vewin heeft hierbij aangegeven voor welke uitdagingen de drinkwatersector staat als het gaat om zekerstellen van de drinkwatervoorziening.
Voorzitter IPO, Jaap Smit, over wat de provincies nodig hebben om de uitvoering van Rijksprogramma’s zoals NOVEX en NPLG in goede banen te leiden. De rijksoverheid legt bij de provincies een grote verantwoordelijkheid neer voor de uitwerking en implementatie van rijksbeleid, zoals de woningbouwplannen, de Nationale Omgevingsvisie Extra (NOVEX) en het Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG). Hoe kijken de provincies aan tegen deze uitdaging? Voorzitter Jaap Smit van IPO over wat de provincies nodig hebben om dit in goede banen te leiden.
De zorg voor de openbare drinkwatervoorziening moet prioriteit krijgen bij de uitwerking van het programma Water en bodem sturend in de provinciale plannen.