Wij maken op onze website gebruik van functionele en privacyvriendelijke analytische cookies om onze website te verbeteren. Indien u klikt op 'accepteren en doorgaan' tonen wij ook een social media button/feed. Aanbieders van die buttons kunnen cookies plaatsen ter herkenning. Wilt u dit niet? Kiest u dan voor 'geen social media buttons'. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.
Vewin heeft deze week een zienswijze ingediend op het ontwerp Nationaal Water Programma en bijbehorende Stroomgebiedbeheerplannen voor de periode 2022 – 2027, die ter inzage liggen. De maatregelen in deze plannen moeten, samen met die uit het 7e Actieprogramma Nitraatrichtlijn dat tot half oktober ter inzage ligt, het tijdig halen van de doelen van de Kaderrichtlijn Water (KRW) in 2027 verzekeren. Dit betreft ook grond- en oppervlaktewater bestemd voor drinkwaterproductie. Vewin constateert dat de voorliggende plannen genoemde doelen niet halen in 2027 en dus tekortschieten. Er is meer ambitie nodig om de waterkwaliteitsdoelen uit de KRW daadwerkelijk te bereiken en Vewin pleit voor meer prioriteit voor bronnen voor drinkwater, meer regie vanuit het Rijk en goede monitoring van de uitvoering van maatregelen en de effecten daarvan voor de waterkwaliteit.
Voor wat betreft het tijdig halen van de KRW-doelen staat in de plannen dat het voldoende is alle maatregelen die nodig zijn uiterlijk in 2027 uit te voeren. De doelen mogen dan op een later moment worden bereikt. Vewin is van mening dat het zaak is meer ambitie te tonen. Het uitgangspunt moet zijn alles op alles te zetten om de KRW-doelen wel uiterlijk in 2027 te halen. Dat is de hoofddoelstelling van de KRW. Het behalen van de doelen is al twee keer uitgesteld, want oorspronkelijk hadden de doelen al in 2015 bereikt moeten worden.
De kwaliteit van de bronnen voor drinkwaterproductie staat onder toenemende druk en is de afgelopen jaren niet significant verbeterd.
Uit de planMER van het NWP blijkt dat de KRW-doelen met de huidige maatregelen naar verwachting niet gehaald worden. Over vrijwel de hele linie is hiervoor dus extra inspanning nodig. Over de drinkwaterbronnen stelt de analyse dat het nog niet inzichtelijk is of de doelen hiervoor gehaald kunnen worden met de maatregelen die nu voorzien zijn. Vewin verwacht dat doelbereik in 2027 voor drinkwaterbronnen met de huidige maatregelen niet haalbaar is. Voor de oppervlaktewaterkwaliteit van de grote rivieren geldt dat de KRW-doelen niet in zicht zijn, diezelfde conclusie kan getrokken worden voor de bronnen van drinkwater uit dat oppervlaktewater. Daar waar grondwater wordt gebruikt voor drinkwaterproductie schatten de drinkwaterbedrijven in dat de KRW-doelen niet gehaald worden met de voorgenomen maatregelen in de SGBP's, het 7e NAP en de gebiedsdossiers. Verbetering van de kwaliteit van drinkwaterbronnen moet daarom prioriteit krijgen in de plannen.
Vewin pleit voor het volgende:
Uit recent onderzoek van het RIVM blijkt dat de drinkwaterbedrijven zonder snelle actie van overheden niet aan de tot 2030 stijgende vraag naar drinkwater kunnen voldoen. Het RIVM heeft in het onderzoek de knelpunten én mogelijke oplossingen voor de drinkwatervoorziening tot 2030 nader onderzocht.
‘De maakbaarheid van ons landschap is eindig: water en bodem moeten echt leidend worden bij ruimtelijke ordening.’ Niko Wanders is universitair docent Hydrologie aan de Universiteit Utrecht, en maakt deel uit van het onderzoeksthema Pathways to Sustainability. Zijn werk richt zich op extreme hydrologische gebeurtenissen. Daarbij kijkt hij naar hoe deze de samenleving beïnvloeden én hoe klimaatverandering invloed heeft op de frequentie waarmee deze situaties voorkomen. Hoe vindt hij dat we ons watersysteem optimaal kunnen inrichten vanuit hydrologisch oogpunt? En wat moet daarvoor veranderen?
De zorgplicht voor de openbare drinkwatervoorziening moet actief worden ingevuld bij de uitwerking van water en bodem sturend in de provinciale gebiedsprogramma’s.