Wij maken op onze website gebruik van functionele en privacyvriendelijke analytische cookies om onze website te verbeteren. Indien u klikt op 'accepteren en doorgaan' tonen wij ook een social media button/feed. Aanbieders van die buttons kunnen cookies plaatsen ter herkenning. Wilt u dit niet? Kiest u dan voor 'geen social media buttons'. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.
Op maandag 11 november vindt het Wetgevingsoverleg Water (WGO) plaats in de Tweede Kamer, waar onder andere waterkwaliteit hoog op de agenda staat. Voor drinkwater is het jaar 2020 'nu of nooit' voor de waterkwaliteit. In dit cruciale jaar worden namelijk de plannen gemaakt om in de laatste planperiode van de KRW (2022-2027) de doelen van deze richtlijn te halen. Uit het recente KWR-rapport 'De kwaliteit van bronnen van drinkwater in Nederland' blijkt dat de kwaliteit van het grondwater en oppervlaktewater dat wordt gebruikt voor het maken van drinkwater onder toenemende druk staat en dat concrete maatregelen zijn nodig om de waterkwaliteit te verbeteren. Daarom vraagt Vewin nadrukkelijk de aandacht voor deze maatregelen in het position paper dat Vewin aan de Tweede Kamer heeft gestuurd. Vewin geeft aan dat om de doelen van de KRW in 2027 te halen, het noodzakelijk is dat de minister van Infrastructuur en Waterstaat de regie neemt op ambitie, maatregelen en planning. Ook moet er prioriteit gegeven worden aan de verbetering van de kwaliteit van de drinkwaterbronnen.
De deadline om de doelen van de KRW te halen is gesteld op 2027. De doelen van de KRW zijn momenteel nog niet binnen bereik. Vanuit de KRW zijn lidstaten verplicht om iedere zes jaar stroomgebiedbeheerplannen vast te stellen, waarin resterende opgaven met bijbehorende maatregelen worden geschetst. De Nederlandse stroomgebiedbeheerplannen worden onderdeel van het Nationaal Water Programma. Via deze plannen heeft Nederland de laatste kans om de doelen van de Kaderrichtlijn Water in 2027 echt te halen of ze in ieder geval flink dichterbij te brengen. Vewin bepleit om in het begin van het planproces een gezamenlijk beeld te krijgen van de ambities. Het is essentieel dat alle overheden er gezamenlijk voor zorgen dat de optelsom van de maatregelen klopt met wat we gezamenlijk willen bereiken. Hiervoor is het nodig dat de ambities in het Nationaal Water Plan, de stroomgebiedbeheerplannen en de waterplannen van provincies, gemeenten en waterschappen met elkaar sporen. Om dit voor elkaar te krijgen, zal de Minister van IenW regie moeten voeren op dit proces.
Uit het eerdergenoemde KWR-rapport over de kwaliteit van de bronnen van drinkwater in Nederland, dat Vewin heeft aangeboden aan de Minister van IenW, blijkt dat de kwaliteit van het grondwater en oppervlaktewater als bronnen voor drinkwater onder toenemende druk staat. Wat Vewin betreft onderstreept het rapport het belang van concrete maatregelen. Hieraan verbindt Vewin het pleidooi om in de nieuwe KRW-plannen prioriteit te geven aan de bescherming van de bronnen voor ons drinkwater. Een belangrijk instrument hiervoor vormen de gebiedsdossiers voor de winningen ten bate van de drinkwatervoorziening. Per winning is een gebiedsdossier gemaakt dat inzicht biedt in de mate waarin doelen al dan niet worden gehaald en daarmee ook in de opgave, waar partijen zich voor gesteld zien om de winning duurzaam veilig te stellen. Deze opgave vormt de basis voor het maken van afspraken over te nemen maatregelen. Die moeten het uitgangspunt vormen voor de maatregelen in de KRW-plannen gericht op drinkwaterbronnen.
Begin februari heeft de Ecologische Autoriteit een advies uitgebracht over de concept handreiking voor provinciale gebiedsprogramma’s NPLG. Deze handreiking is opgesteld door de ministeries van LNV, BZK en IenW samen met de provincies. De Ecologische Autoriteit concludeert onder andere dat het nodig is de handreiking aan te vullen en concreter te maken voor de waterdoelen. Dit moet wat Vewin betreft ook gelden voor de doelen voor drinkwaterbronnen op het vlak van nitraat en bestrijdingsmiddelen.
‘De maakbaarheid van ons landschap is eindig: water en bodem moeten echt leidend worden bij ruimtelijke ordening.’ Niko Wanders is universitair docent Hydrologie aan de Universiteit Utrecht, en maakt deel uit van het onderzoeksthema Pathways to Sustainability. Zijn werk richt zich op extreme hydrologische gebeurtenissen. Daarbij kijkt hij naar hoe deze de samenleving beïnvloeden én hoe klimaatverandering invloed heeft op de frequentie waarmee deze situaties voorkomen. Hoe vindt hij dat we ons watersysteem optimaal kunnen inrichten vanuit hydrologisch oogpunt? En wat moet daarvoor veranderen?
Voeg medicijnresten, pesticiden en PFAS-stoffen als verontreinigende stof toe aan de Grondwaterrichtlijn en de Richtlijn Prioritaire Stoffen.