In juni concludeerde de onafhankelijke Raad voor de leefomgeving en infrastructuur (Rli) in haar rapport ‘Goed water goed geregeld’ dat Nederland de doelen van de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) niet gaat halen. Hoe kijkt de stichting Natuur & Milieu tegen dit onderwerp aan? Directeur Marjolein Demmers over het Impulsprogramma KRW van minister Harbers en de noodzaak van snelle ‘no regret’-maatregelen.
Natuur & Milieu was niet verrast door de conclusies van de Rli. Directeur Marjolein Demmers: ‘Wij vragen al jaren aandacht voor dit onderwerp en doen zelf sinds 2019 onderzoek naar de waterkwaliteit en biodiversiteit. Daaruit blijkt elk jaar dat het niet goed is gesteld met het Nederlandse water. De overheid kijkt eigenlijk alleen naar de grote oppervlaktewateren, waarvan slechts 1% aan de wettelijke normen van de Kaderrichtlijn Water voldoet. Wij onderzoeken juist de kleinere wateren en daar is de situatie niet veel beter. Dit doen we samen met honderden zeer betrokken burgeronderzoekers. We spreken daarnaast met wetenschappers en andere stakeholders en zien helaas dat de algemene verwachting is dat Nederland de KRW-doelen in 2027 niet gaat halen.’
Geen vooruitgang in waterkwaliteit
‘In samenwerking met onder andere het NIOO-KNAW voeren onze burgeronderzoekers binnen het programma ‘Vang de watermonsters’ voor het vijfde jaar metingen uit in zo’n 3.000 kleine wateren. We zien over de hele linie genomen geen vooruitgang van de waterkwaliteit: slechts zo’n 20% van de kleine wateren kreeg in 2022 een voldoende. Dat is zeer teleurstellend als je beseft dat de Nederlandse overheid al decennia bezig is met kwaliteitsverbetering van het water. We zien dat het onderwerp de afgelopen tijd, mede door het advies van de Rli, wel wat hoger op de bestuursagenda komt, maar dat is volgens ons nog veel te weinig. En we missen de bijbehorende daadkracht. Zo heeft minister Harbers weliswaar een Impulsprogramma opgesteld om het bereiken van de KRW-doelen dichterbij te halen, maar dat is nogal vrijblijvend. Wij denken dat er een strikter en verplichtend bronbeleid moet worden gevoerd. De vervuiling die nog steeds wordt toegevoegd aan ons water door landbouw, industrie en riooloverstorten, moet bij de veroorzaker worden aangepakt. De maatregelen die de minister nu voorstelt, zijn bij lange na niet voldoende om de waterkwaliteit te verbeteren. Terwijl de urgentie inmiddels echt enorm is. Schoon water is van levensbelang voor natuur, biodiversiteit, voor onze gezondheid, maar ook voor ondernemers en bedrijven.’
Landbouwtransitie nodig
‘Een grote bron van watervervuiling is de landbouw: bestrijdingsmiddelen, nitraat en fosfaat uit mest. Nederland probeert eigenlijk al decennia het bestaande landbouwsysteem overeind te houden. Terwijl daar een oerwoud aan maatregelen voor nodig is om de milieu-impact nog enigszins te beteugelen. Voor boeren is dit onwerkbaar geworden en tegelijkertijd levert het dus vrijwel geen herstel op van natuur en milieukwaliteit. Dat moet echt structureel anders, met een streng bronbeleid en aanvullend beleid om de boeren te helpen de transitie te maken naar een duurzame, niet-vervuilende en natuurinclusieve landbouw. Er is een aanscherping nodig op het gebied van meststoffen, de normen van de Nitraatrichtlijn zijn niet streng genoeg voor het halen van KRW-doelen voor schoon water. En er moet nu echt werk worden gemaakt van bufferzones tussen landbouwpercelen en wateren, om te voorkomen dat bestrijdingsmiddelen in het aquatisch milieu terechtkomen. Ook de toelatingsnormen voor bestrijdingsmiddelen en de voorwaarden voor lozingsvergunningen moeten worden aangescherpt en geactualiseerd.’
Nu al ‘no regret’-maatregelen nemen
Demmers vervolgt: ‘We zijn blij dat klimaat, stikstof én water integraal zijn meegenomen in het Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG). Ook is het goed dat er – onder andere door de Ecologische Autoriteit – wordt getoetst of de maatregelen in de gebiedsplannen voldoende zijn om de doelen te bereiken. We maken ons wel zorgen over de planning. Het proces om te komen tot goedgekeurde gebiedsplannen gaat nog flink wat tijd kosten, zeker nu het kabinet demissionair is. En in feite is die tijd er niet meer: de KRW-doelen moeten in 2027 gehaald zijn. Niet zonder reden: de natuur in Nederland staat onder enorme druk. Dat betekent dat je nu al zoveel mogelijk ‘no regret’-maatregelen moet nemen en het bronbeleid moet aanscherpen. Generieke maatregelen zoals natuurvriendelijke oevers, ecologisch baggeren en bufferstroken langs landbouwpercelen kun je relatief snel invoeren. En gelukkig is op stikstofgebied nu ook de aanpak van de piekbelasters opgestart.’
Waarom is het tot nu toe nog niet gelukt om deze problematiek aan te pakken?
Demmers: ‘Ten eerste is het lastig om overtredingen vast te stellen, omdat dit in de praktijk bijna alleen bij een ‘heterdaadje’ kan. Daarnaast zijn wij – mét de Rli – van mening dat de invulling van taken en verantwoordelijkheden onvoldoende is. De bestuurslagen in de regio zijn terughoudend bij het nemen van de relatief pijnlijke maatregelen, terwijl die wel écht nodig zijn. Provincies en waterschappen beschikken over de nodige bevoegdheden, maar maken daar te weinig gebruik van. Uit onderzoek is gebleken dat handhavers na geconstateerde overtredingen soms door bestuurders worden teruggefloten. Een boete wordt dan bijvoorbeeld omgezet in een waarschuwing. Wat ons betreft moet dat een stuk strenger. Ook vinden wij dat de rijksoverheid op het gebied van toezicht en handhaving wel een tandje bij mag zetten.’
Toekomstvisie gewasbescherming 2030
Natuur & Milieu is partij in de Toekomstvisie gewasbescherming 2030, een ander voorbeeld van een dossier waar het halen van de doelen ver uit beeld is geraakt. Wat moet er volgens u gebeuren om dit vlot te trekken?
Demmers: ‘Allereerst moet er een verbod komen op bestrijdingsmiddelen in grondwaterbeschermingsgebieden en Natura 2000-gebieden en de daarin liggende landbouwpercelen. Op het gebied van duurzaam gebruik van pesticiden bestaat een verplichtende Europese richtlijn (2009/128/EG) die Nederland gewoon niet uitvoert: dat moet nu echt gaan gebeuren.’
Pak niet-toetsbare stoffen aan
‘Verder pleiten wij ervoor dat de toelating van bestrijdingsmiddelen met niet-toetsbare stoffen wordt herzien. Je moet daarbij denken aan zeer giftige stoffen die met de huidige meetinstrumenten voor het bepalen van de waterkwaliteit niet detecteerbaar zijn. Onderzoek heeft aangetoond dat deze stoffen
verantwoordelijk zijn voor zo’n 90% van de milieuschade door bestrijdingsmiddelen. Dit levert een hele grote blinde vlek op in de monitoring, die snel moet worden aangepakt! We zullen veel kritischer moeten worden op het toelaten van zulke giftige stoffen, én er moeten technieken en apparatuur toegepast of ontwikkeld worden om ze goed te detecteren.’
Beprijzing op basis van toxiciteit
‘Ook pleiten wij voor beprijzing van bestrijdingsmiddelen op basis van hun toxiciteit. Daarbij willen we de inkomsten uit dit systeem terugsluizen naar de landbouwsector om hen te steunen in de overgang naar natuurvriendelijkere methoden en middelen. Deze aanpak heeft in Denemarken binnen een paar jaar geleid tot een halvering van de toxiciteit van de totale hoeveelheid gebruikte bestrijdingsmiddelen. Daarmee bevorder je de transitie naar een meer duurzame landbouw.’
‘Je komt dan bij de discussie die ook bij het Landbouwakkoord speelde: hoe zorg je ervoor dat er voor de boeren een gezond bedrijfsmodel haalbaar is, dat past binnen de eisen van water, gezondheid en natuur? Dat krijg je onder andere voor elkaar door vergoedingen voor ecosysteemdiensten en de overstap naar andere teelten en een extensiever en natuurinclusiever bedrijfsmodel. Want natuurlijk moeten onze boeren een economisch toekomstperspectief hebben.’
‘Wij hoopten dat het kabinet – toen het Landbouwakkoord was afgeketst – zou komen met eigen beleid dat het voor boeren mogelijk maakt om de transitie naar een duurzame landbouw te gaan maken. Door de val van het kabinet komt er ook op dit terrein weer vertraging, terwijl de tijd juist steeds meer dringt.’
Juist nu doorpakken
‘Het feit dat er nu verkiezingen aankomen, zorgt sowieso voor vertraging. Maar er kan ook een aantal zaken worden doorgezet. Daarbij kun je denken aan het werk van de provincies en de waterschappen, bijvoorbeeld in het NPLG en rondom de piekbelastersaanpak. Wij vragen de verschillende bestuurslagen daarom nadrukkelijk niet af te wachten tot na de Tweede Kamerverkiezingen en juist nú hun verantwoordelijkheid te pakken.’
‘Als dit niet gebeurt, is er grote kans dat we op watergebied afstevenen op een debacle zoals de stikstofcrisis. Er liggen op verschillende terreinen heldere en juridisch afdwingbare regels waaraan Nederland aantoonbaar niet voldoet. De eerste rechtszaak op basis van de KRW is al gestart. Wij verwachten dat dit er veel meer kunnen worden. Daarom roepen wij alle partijen op niet verder af te wachten, maar in actie te komen. We zouden het betreuren als we over tien jaar terugkijken op deze periode en moeten verzuchten: ‘Waarom hebben we het zover laten komen?’. De natuur, ons leefmilieu en wij als inwoners van Nederland verdienen beter!’