In 2018 werd Peter van der Velden voorzitter van Vewin, waar hij Cees Veerman opvolgde. Nu, na zes jaar, is het tijd om het stokje door te geven. Hoe kijkt Van der Velden terug op de afgelopen periode en wat neemt hij mee naar zijn nieuwe functie, waarnemend burgemeester van Leiden?
Het kennismakingsinterview voor de Waterspiegel in juni 2018 sloot Van der Velden af met de zin: ‘Samen willen wij er als drinkwatersector voor zorgen dat er ook in de toekomst genoeg goed drinkwater is voor iedereen.’ Hoe kijkt hij nu tegen die uitspraak aan? Van der Velden: ‘Volgens mij is het thema ‘waterbeschikbaarheid inmiddels nóg relevanter geworden en zou ik dezelfde uitspraak zó weer kunnen doen. Overal en altijd drinkwater voor alle toepassingen is niet meer vanzelfsprekend in Nederland. Ruim een jaar geleden trokken we als drinkwatersector aan de alarmbel over de noodzaak van de beschikbaarheid van voldoende drinkwaterbronnen.’
‘Ik denk dat we dit onderwerp de laatste jaren veel hoger op de maatschappelijke agenda hebben weten te krijgen. En dat is belangrijk, want er is politieke steun nodig om dit probleem op te lossen. Zonder snelle actie van de overheid kunnen de drinkwaterbedrijven binnen een paar jaar niet meer voldoen aan de groeiende vraag naar drinkwater. Vooral omdat men bij de uitbreiding van productiecapaciteit aanloopt tegen zeer complexe en langdurige juridische en bestuurlijke procedures. Daardoor is niet meer gegarandeerd dat de nieuwbouwwoningen die momenteel in alle provincies worden ontwikkeld, tijdig van drinkwater kunnen worden voorzien.’
Kwaliteit van de bronnen
‘Rondom mijn aantreden als voorzitter was ook de kwaliteit van de bronnen een heikel punt. En helaas moeten we concluderen dat er in de afgelopen zes jaar in die situatie geen verbetering is bereikt. De kwaliteitsproblemen in de bronnen voor ons drinkwater – het oppervlakte- en het grondwater – zijn niet minder geworden: bestrijdingsmiddelen en nitraten uit de landbouw, chemische lozingen, medicijnresten en andere diffuse verontreinigingen door ‘opkomende stoffen’ in het oppervlaktewater, het is te veel om op te noemen. Zes jaar geleden was ik enige tijd waarnemend burgemeester in Dordrecht, waar de kwestie van lozingen door Dupont van de zeer zorgwekkende stof GenX speelde. In 2023 zijn de namen veranderd in ‘Chemours’ en ‘PFAS’, maar de problematiek is hetzelfde – of zelfs ernstiger. Ik vind het vreemd dat bedrijven nieuwe chemische stoffen kunnen produceren en in het milieu kunnen brengen, zonder vooraf te kijken naar de risico’s voor de volksgezondheid. Dat betekent dat de drinkwaterbedrijven een steeds grotere zuiveringsinspanning moeten doen om uit hun bronnen schoon en betrouwbaar drinkwater te kunnen produceren. Terwijl de Europese wet juist voorschrijft dat de bronnen voor drinkwater schoner moeten worden en we met steeds eenvoudigere middelen zouden moeten kunnen zuiveren.’ ‘Tegelijkertijd lukt het de drinkwaterbedrijven ondanks de toenemende problemen en bedreigingen voor de bronnen nog steeds om aan alle wettelijke normen voor drinkwaterkwaliteit te voldoen, zoals onze toezichthouder ILT ook telkens bevestigt. Ik vind dat een groot compliment voor de sector.’
Publieke bedrijven
‘De Nederlandse drinkwatersector is enorm professioneel georganiseerd. Belangrijke factor hierbij is geweest het besluit van minister Pronk om de drinkwatervoorziening niet te privatiseren, maar publiek te organiseren. Daardoor hebben we nu een robuuste en transparante drinkwatersector van bedrijven die zeer bedrijfsmatig zijn georganiseerd, maar die alleen lokale en regionale overheden als aandeelhouders kennen en dus geen winstoogmerk hebben. Dit heeft niet alleen geleid tot een consistent hoge kwaliteit, maar ook tot grote klanttevredenheid, een hoge leveringszekerheid en lage prijzen. De drinkwaterbedrijven vervullen een belangrijke functie voor de volksgezondheid en voelen zich enorm verantwoordelijk om dit zo goed mogelijk te doen. Ze focussen daarbij natuurlijk op het product ‘drinkwater’, maar ze kijken ook breder naar hun rol in de maatschappij. Zoals bij het beheer van de hun toevertrouwde natuur in de waterwinningsgebieden. Het zijn met recht publieke organisaties.’
Water vasthouden
‘Net als iedereen hebben ook de drinkwaterbedrijven te dealen met de klimaatverandering. In samenwerking met de waterschappen zullen we de komende jaren verder moeten werken aan een strategie om het hoofd te kunnen bieden
aan zowel perioden van droogte, als van enorme pieken in de neerslag. In plaats van zo snel mogelijk water af te voeren naar zee, zoeken we steeds meer mogelijkheden om water vast te houden en te bufferen. Dat is niet alleen goed voor de drinkwatervoorziening, maar ook voor de natuur.’
Welke resultaten heeft de drinkwatersector de afgelopen jaren geboekt?
Van der Velden: ‘Behalve dat waterbeschikbaarheid hoger op de politieke agenda staat, is de samenwerking met de waterschappen verder geïntensiveerd. Dat heeft ook al vruchten afgeworpen, zoals het feit dat de regering water en bodem sturend heeft gemaakt in de ruimtelijke ordening. Dit vormt een belangrijk uitgangspunt, dat nu verder moet worden uitgewerkt.’ ‘Het blijft belangrijk dat de politiek zich voldoende bewust is van de grote uitdagingen waar we samen voor staan. Er is op bepaalde terreinen stevige doorzettingskracht nodig, om knopen door te hakken en procedures te verkorten, bijvoorbeeld bij de provincies. Want er is geen tijd te verliezen.’
Wat neemt u mee vanuit uw periode als voorzitter van Vewin?
Van der Velden: ‘Dat is eigenlijk heel simpel. Ik ben me de afgelopen jaren veel beter gaan realiseren hoe belangrijk water is voor leven en welzijn. Water is het recht van ieder mens en vormt tegelijkertijd de basis van onze economie. Ons bestaan is gebaseerd op water en als je daar geen toegang toe hebt, krijg je snel problemen. Wat ik verder meeneem, is dat we veel bewuster met water moeten omgaan, ook in Nederland. We zullen dus meer water moeten vasthouden in natte tijden, als appeltje voor de dorst. En we zullen bedachtzamer moeten omgaan met het beschikbare water, bijvoorbeeld door hergebruik en circulair maken van processen. In mijn nieuwe functie als waarnemend burgemeester van Leiden zullen deze aspecten zeker gaan doorklinken in de samenwerking met het hoogheemraadschap en het drinkwaterbedrijf in deze regio.’
Heeft u nog een boodschap voor uw opvolger?
Van der Velden: ‘De meest urgente thema’s waar mijn opvolger mee te maken zal krijgen, zijn mijns inziens beschikbaarheid en kwaliteit van bronnen voor de productie van drinkwater. Samen met de bestuurders en het bureau van Vewin zal de nieuwe voorzitter ongetwijfeld alle zeilen bijzetten om de drinkwatervoorziening ook voor de komende jaren weer veilig te stellen en verder te verbeteren. Ik wens ze daarbij alle succes!’