Direct naar content

Aanpak gewasbeschermingsmiddelen in drinkwaterbronnen

​​Bescherming van de drinkwaterbronnen – grondwater en oppervlaktewater – is essentieel voor de productie van schoon en veilig drinkwater. Volgens de Europese Kaderrichtlijn Water moet de kwaliteit van de bronnen verbeteren zodat de benodigde zuiveringsinspanning om drinkwater te maken kan worden verlaagd. In de praktijk komen echter verschillende stoffen in de drinkwaterbronnen voor die een knelpunt vormen voor drink­waterproductie. Onlangs heeft Vewin er aandacht voor gevraagd dat de kwaliteit van de bronnen voor ons drinkwater steeds meer onder druk staat door een reeks van bedreigingen (KWR-rapport ‘De kwaliteit van bronnen van drinkwater in Nederland’, 2019). Eén van deze bedreigingen is de emissie van gewasbeschermingsmiddelen. Deze stoffen kunnen zowel van binnen de landbouw als daarbuiten afkomstig zijn. Uit verschillende onderzoeken blijkt dat gewas-beschermingsmiddelen en hun metabolieten vaak voorkomen in oppervlaktewater en grondwater dat gebruikt wordt voor de productie van drinkwater.

21 oktober 2019 Oud standpunt

Drinkwaterbronnen lopen risico door gewasbeschermingsmiddelen

Uit een studie van KWR (2019), op basis van monitoringdata van de drinkwaterbedrijven uit de periode 2010-2014, blijkt dat bij oppervlaktewater innamepunten en voorraadbekkens resten aanwezig zijn van verschillende gewasbeschermingsmiddelen. In veel gevallen in hoeveelheden die norm-overschrijdend zijn. Ook bij een groot deel van de grondwaterwinningen bestemd voor drinkwater-productie komen sporen van gewasbeschermingsmiddelen of afbraakproducten voor. Bij ondiepe winningen zonder afdekkende kleilagen worden meer resten van gewasbeschermingsmiddelen aangetroffen dan bij diepere winningen.

Tweede nota duurzame gewasbescherming 2013-2023

In de Tweede nota duurzame gewasbescherming (2013-2023) zijn doelen en maatregelen opgenomen voor verduurzaming van het gewasbeschermingsbeleid. Een van deze doelen is dat het aantal overschrijdingen van de drinkwaternorm in oppervlaktewater in 2023 met 95% moet zijn afgenomen ten opzichte van 2013. De tussendoelstelling is een afname van 50% in 2018.
De nota is in 2019 geëvalueerd, en hieruit bleek dat het doel om het aantal normoverschrijdingen te halveren niet is gehaald; het aantal is zelfs niet afgenomen. Met het huidige beleid is de verwachting dat de doelen in 2023 ook niet gehaald worden.

Toekomstvisie gewasbescherming 2030

In april 2019 heeft het Ministerie van LNV de Toekomstvisie gewasbescherming 2030 gepubliceerd. In deze visie is de ambitie opgenomen om in 2030 nagenoeg geen emissies van gewasbeschermings-middelen naar het milieu meer te hebben. Om het doel van nagenoeg nul-emissie in 2030 te kunnen realiseren is het van groot belang dat de doelstellingen voor beperking van de emissies van gewasbeschermingsmiddelen uit de Tweede nota duurzame gewasbescherming (2023) en de Kaderrichtlijn Water (2027) gehaald worden. Begin 2020 zal het uitvoeringsprogramma van de Toekomstvisie worden gepresenteerd.

Terugdringen emissie gewasbeschermingsmiddelen naar het milieu

Voor de drinkwatersector is het realiseren van de ambities uit de Tweede nota, de KRW en de Toekomstvisie essentieel. Vooralsnog zijn echter de tussendoelen uit de Tweede nota niet gehaald en de einddoelen niet in zicht. Er is dus aanvullende inzet nodig op het gebied van emissiereductie van gewasbeschermingsmiddelen, met name als het gaat om drinkwaterbronnen.

  • Zorg voor een daadkrachtige en ambitieuze invulling van het uitvoeringsprogramma van de Toekomstvisie gewasbescherming, om de emissie van gewasbeschermingsmiddelen naar drinkwaterbronnen zo spoedig mogelijk terug te dringen tot nagenoeg nul in 2030. Verzeker daarbij dat ook de doelen uit de Tweede nota in 2023 en de KRW in 2027 worden gehaald.
  • De maatregelen in het uitvoeringsprogramma van de Toekomstvisie gewasbescherming moeten zich in elk geval richten op:
    – betere afstemming van het beleid op het gebied van landbouw (o.a. het GLB) en de toelating van gewasbeschermingsmiddelen op de waterkwaliteitsdoelen;
    – consequenter en effectiever doorvoeren van de principes van geïntegreerde gewasbescherming;
    – verdergaande emissiereductie, o.a. met behulp van extra driftreducerende maatregelen en verbreding van teeltvrije zones.
  • Onderzoek de mogelijkheden om het toelatingsbeleid van gewasbeschermingsmiddelen te verbeteren, door o.a.:
    – emissiereducerende maatregelen niet te verdisconteren in het toelatingsbeleid;
    – een meer systeemgerichte aanpak te hanteren en zo stapeleffecten te verminderen. Dit kan door een maximum te stellen aan de totale milieubelasting per teelt, of door gebruiksrestricties op te leggen per stof in plaats van per middel.

Emissiereductieplannen

In aanvulling op het generieke beleid zijn sinds 2013 toelatingshouders verplicht om een Emissiereductieplan (ERP) op te stellen voor gewasbeschermingsmiddelen die de milieukwaliteits-normen overschrijden. Maatregelen in het ERP kunnen gericht zijn op aanscherping van de toelating, het nemen van gebruiksmaatregelen of het verbeteren van de naleving. Op dit moment wordt bij het in beeld brengen van de middelen waarvoor ERP’s opgesteld moeten worden onvoldoende gekeken naar monitoringsgegevens van stoffen die tot problemen leiden in drinkwaterbronnen.

Betrek bij de bepaling van middelen waarvoor een Emissiereductieplan moet worden opgesteld ook monitoringsgegevens van normoverschrijdingen bij drinkwaterbronnen.

Bewustwording, toezicht en handhaving

Naast het nemen van nieuwe maatregelen is meer aandacht nodig voor toezicht en handhaving van bestaande maatregelen. Onderzoek heeft bijvoorbeeld uitgewezen dat veel agrariërs zich in de praktijk onvoldoende bewust zijn van het feit dat in grondwaterbeschermingsgebieden restricties gelden voor het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen, en dat middelen met risicovolle stoffen hier niet toegepast mogen worden.

Zet stevig in op effectief toezicht en handhaving van huidig beleid en regelgeving, en focus hierbij op be­scherming van drinkwaterbronnen;

Stimuleer en/of draag bij aan de uitvoering van regionale projecten met een integrale aanpak en initiatieven voor bewustwording.

Alexander van den Honert

Stuurgroepsecretaris Doelmatigheid, Transparantie & Waterketen

honert@vewin.nl

070 349 08 55

Contact

Naam(Vereist)
E-mailadres(Vereist)
Laat ons weten wat je bezighoudt. Heb je een vraag voor ons? Stel hem gerust.
*Verplicht veld

Abonneren Waterspiegel

"*" geeft vereiste velden aan

Naam*
Adres*