Wetgevingsoverleg Water: Tweede Kamer eensgezind over belang schoon water, maar weg ernaartoe verschilt
Nieuws - 19 november 2024
De langdurige droogte afgelopen zomer onderstreept dat het vraagstuk van de toekomstige beschikbaarheid van voldoende zoet water van goede kwaliteit in alle delen van het land meer aandacht verdient, zeker ook voor drinkwater. De initiatiefnota over Droge Voeten ‘Voor een Klimaatbestendig Nederland’ draagt hier aan bij. De initiatiefnota benadrukt het belang van de duurzame veiligstelling van de drinkwatervoorziening in hoofdstuk 4: ‘Naar een toekomstgericht drinkwaterbeleid’. De initiatiefnota formuleert acht concrete voorstellen in dit hoofdstuk. Op deze voorstellen is volgens Vewin echter veel aan te merken. Zie onderstaande standpunten.
De initiatiefnota roept op om regels vast te stellen waar grondwater in droge periodes wel en niet voor gebruikt mag worden via een landelijke verdringingsreeks voor grondwater. Grondwateronttrekkingen hebben echter een relatief beperkt effect op grondwaterstanden en dit verschilt ook nog per locatie. Het grootste deel van de uitstroom van water uit het systeem wordt veroorzaakt door verdamping en afvoer. Verder zien we ook een stijgende watervraag. Er is dus behoefte aan lange termijn oplossingen omtrent klimaatrobuust grondwaterbeheer waarbij voldoende water wordt vastgehouden en de inrichting van het watersysteem wordt geoptimaliseerd. Het gaat om structurele maatregelen gericht op aanvulling en herstel van grondwaterstanden in het winterseizoen. Bij droogte is geen sprake van een verdelingsvraagstuk op korte termijn, daarom heeft een verdringingsreeks voor grondwater geen toegevoegde waarde.
Een landelijke verdringingsreeks voor grondwater heeft geen toegevoegde waarde, belangrijker is de zorg voor goed voorraadbeheer.
De initiatiefnota stelt dat drinkwater uit oppervlaktewater gewonnen moet worden. De bron voor de drinkwatervoorziening in Nederland bestaat op dit moment voor 40% uit oppervlaktewater en 60% uit grondwater. De Beleidsnota Drinkwater benoemt dat grondwater juist de voorkeur heeft boven oppervlaktewater als grondstof voor drinkwaterproductie. Grondwater is in de basis schoner dan oppervlaktewater. Verder wordt grondwater lokaal gewonnen waardoor energie en kosten met betrekking tot transport worden bespaard. Zoet grondwater is een betrouwbare en voorspelbare bron en in Zuid- en Oost-Nederland in ruime mate beschikbaar. Onttrekkingsvergunningen zorgen ervoor dat de aanvulling en onttrekking met elkaar in balans blijven.
Er is geen reden de balans tussen oppervlakte- en grondwater voor de productie van drinkwater aan te passen.
Om het gebruik van grondwater te ‘beperken’ noemt de initiatiefnota afvalwaterhergebruik als oplossing. Grootschalig hergebruik van afvalwater is momenteel al mogelijk. Gezuiverd afvalwater zou in de toekomst een rol kunnen spelen in de drinkwatervoorziening. Als gezuiverd afvalwater indirect gebruikt gaat worden voor drinkwater via grondwateraanvulling, of direct gebruikt gaat worden voor drinkwater mogen er geen concessies gedaan worden aan kwaliteitseisen. Voor het infiltreren van water geldt in Nederland de eisen uit het ‘Infiltratiebesluit’. De kwaliteit van drinkwaterbronnen wordt gereguleerd door de Kaderrichtlijn Water en Drinkwaterrichtlijn. Momenteel is het gebruik van gezuiverd afvalwater voor de drinkwatervoorziening niet nodig omdat er genoeg water beschikbaar is voor drinkwater.
Hergebruik van water mag geen negatieve invloed hebben op de waterkwaliteit van drinkwaterbronnen, met als basis art.7 van de Kaderrichtlijn Water en de Drinkwaterrichtlijn.Voer een grondige risicoanalyse uit om waterkwaliteit van drinkwaterbronnen te borgen als waterhergebruik plaatsvindt.
Met het oog op mogelijke toekomstige stijging van de drinkwatervraag is in de Structuurvisie Ondergrond reeds afgesproken dat de drinkwaterbedrijven en provincies gezamenlijk kijken waar Aanvullende Strategische Voorraden (ASV’s) aangewezen moeten worden en wat daar het beschermingsbeleid moet zijn. Functiescheiding tussen mijnbouw en drinkwatergebieden is hierbij het uitgangspunt met het oog op de veiligstelling van drinkwaterbronnen.
Zorg ervoor dat Aanvullende Strategische Voorraden door provincies in overleg met drinkwaterbedrijven worden aangewezen en ontwikkel een bijhorend beschermingsregime.Sluit geothermie uit in gebieden voor de drinkwatervoorziening.
In tijden van droogte is het van belang om onnodig gebruik van (grond) water te ontmoedigen. De initiatiefnota benoemt het heffen van toeslagen aan grootgebruikers als een manier om het zuinig omgaan met water te bevorderen en verspilling tegen te gaan. Het gebruik van water is vrijwel prijsinelastisch en een heffing is geen instrument dat kan worden ingezet om een korte termijn effect te bereiken. De drinkwatersector staat voor bewust gebruik van water, vanuit de optiek van duurzaamheid geldt dat ‘minder altijd beter is’. Drinkwaterbedrijven en overheden moeten samen optrekken en dit uitdragen. In bijzondere gevallen, zoals extreme hitte of droogte, kunnen drinkwaterbedrijven een beroep doen op klanten om het gebruik te spreiden om piekbelasting van de infrastructuur te verminderen of – afhankelijk van de regionale omstandigheden – om het gebruik te ontmoedigen en beperken. De ervaring leert dat dergelijke oproepen in zulke omstandigheden effect hebben.
Vewin is tegen een extra heffing op drinkwater in droge periodes.
Zie hiervoor; wij zien heffingen niet als een bruikbaar instrument en dan zijn er ook geen opbrengsten.
In de initiatiefnota staat dat de aanleg van strategische watervoorraden rondom Gouda of een ‘Permanente Oostelijke Aanvoer’ (POA) oplossingen bieden om stroomopwaartse verzilting door middel van een permanente waterdruk tegen te gaan. De drinkwaterbedrijven in het westen van het land met oppervlaktewater als bron, beschikken over reservecapaciteit die wordt ingezet wanneer de inname uit oppervlaktewater niet mogelijk is, als gevolg van bv. waterkwaliteitsproblemen zoals verontreiniging door een bepaalde stof. Dit is echter een tijdelijke ‘crisismaatregel’. Verzilting van oppervlaktewater waar drinkwaterbedrijven van afhankelijk zijn voor de productie van drinkwater, moet worden voorkomen. De Tweede Kamer heeft hiertoe ook opgeroepen via de motie Geurts (Kamerstuk 31 710, nr. 40). De waterbeheerders zijn in Nederland verantwoordelijk voor de kwaliteit van het oppervlaktewater. De minister geeft aan dat waterbeheerders operationele maatregelen nemen om zoutindringing te voorkomen en goed gesteld staan voor een volgende droogteperiode (kamerstuk 27 625, nr. 468).
Vewin ervaart onderzoek naar een stuurbaar buffernetwerk als positief, dit leidt tot meer flexibiliteit in het rivierensysteem en lijkt een effectieve strategie voor de omgang met verzilting. De permanente Oostelijke Aanvoer (POA) brengt echter juist risico’s van extra verzilting met zich mee bij mondingen van rivieren zoals de Lek en Hollandse IJssel. Vewin is daarom geen voorstander van de POA.
Voorkom verzilting van innamepunten voor de drinkwaterproductie (conform motie Geurts).
Het verplaatsen van innamepunten lost de problematiek rondom droogte en klimaatverandering niet op; het is zaak dat de waterbeheerders verzilting van de bronnen tegengaan. Bovendien komen er hoge maatschappelijke kosten kijken bij de verplaatsing van huidige innamepunten en infrastructuur.
Verplaats innamepunten voor drinkwater niet landinwaarts, maar beschouw ze als een van de uitgangspunten bij de inrichting van het watersysteem.
Verder lezen? Vewin biedt meer informatie over dit onderwerp. Klik hiernaast om naar een gerelateerde pagina te gaan.
Nieuws - 19 november 2024
Nieuws - 11 november 2024
Nieuws - 5 november 2024