Wij maken op onze website gebruik van functionele en privacyvriendelijke analytische cookies om onze website te verbeteren. Indien u klikt op 'accepteren en doorgaan' tonen wij ook een social media button/feed. Aanbieders van die buttons kunnen cookies plaatsen ter herkenning. Wilt u dit niet? Kiest u dan voor 'geen social media buttons'. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.
Warmtenetten spelen een cruciale rol in de energietransitie van de gebouwde omgeving. De komende decennia zal grootschalige uitrol van nieuwe warmtenetten plaatsvinden. De omvang van ondergrondse kabel en leidingnetten en het aantal graafactiviteiten neemt daardoor sterk toe. Zonder voldoende aandacht voor de samenhang van die opgave met al aanwezige infrastructuur, zoals drinkwaterleidingen, leidt dit tot knelpunten. In veel stedelijke gebieden is het al zo druk in de ondergrond dat er geen ruimte is voor nieuwe kabels en leidingen. De warmtetransitie kan daarom niet zonder een goede oplossing te bieden voor het ruimtevraagstuk voor kabels en leidingen in de bodem. Er zijn duidelijke kaders nodig om dit knelpunt in goede banen te leiden.
In de Drinkwaterwet is een wettelijke temperatuureis voor drinkwater vastgelegd van maximaal 25 oC. Aan het borgen van die temperatuurvereiste is een groot volksgezondheidsbelang verbonden. Overschrijding van die norm kan namelijk leiden tot ontwikkeling van gezondheidsbedreigende micro-organismen. Wanneer warmtenetten en drinkwaternetten in de bodem te dicht op elkaar worden gelegd zal warmte uitstraling uit warmtenetten leiden tot overschrijding van deze temperatuurnorm voor drinkwater en gezondheidsrisico’s veroorzaken. Er zullen bij de uitrol van warmtenetten waarborgen moeten zijn om opwarming van drinkwater in het leidingnet te voorkomen. Het voorkómen van opwarming van drinkwater moet een randvoorwaarde zijn bij vergunningen voor aanleg van deze netten. Gemeenten moeten gaan toezien dat warmtenetten ook daadwerkelijk op een juiste wijze worden aangelegd.
De publieke drinkwatersector heeft via de Drinkwaterwet de wettelijke taak om iedereen die daarom verzoekt van kwalitatief goed drinkwater te voorzien. Ook hebben drinkwaterbedrijven tot taak het tot stand brengen en in stand houden van de infrastructuur voor de productie en distributie van drinkwater. Tegenover deze belangrijke maatschappelijke opdracht moeten rechten en waarborgen staan om daar op een goede en kostenefficiënte wijze aan te kunnen voldoen.
Alle ingrepen in de ondiepe ondergrond hebben direct gevolgen voor de daar al aanwezige infrastructuren. Aanleg van warmtenetten kan voor de drinkwaterbedrijven leiden tot de noodzaak om maatregelen te treffen en tot vroegtijdige vervanging, verlegging en/of versnelde afschrijving van de infrastructuur. Aanleg van warmtenetten heeft daardoor consequenties voor doelmatig assetmanagement van drinkwaterbedrijven. Bij aanleg van warmtenetten moet afwenteling van kosten op de drinkwaterklant worden voorkomen. Het principe ‘kostenveroorzaker = kostendrager’ moet hierbij het uitgangspunt zijn.
De ondiepe ondergrond in stedelijke gebieden is vol. Een adequaat kader met eisen en randvoorwaarden is hier cruciaal om alle opgaven in goede banen te leiden. Deze goede ordening van de ondiepe ondergrond zal tot stand moeten komen in samenspraak met betrokkenen die belangen hebben in de ondergrond. Er is daarbij behoefte aan een veel sterkere regierol en coördinatie van gemeenten, in een juiste balans met de autonome bevoegdheden en verantwoordelijkheden van netbeheerders zelf. Hierbij dienen werkwijzen gevonden te worden die leiden tot integratie van de verschillende opgaven (energietransitie, klimaatadaptatie, vervangingsopgaven voor bestaande infrastructuur), die recht doen aan alle belangen en opgaven in de bodem en die leiden tot maatschappelijke optimalisaties. Vroege betrokkenheid van netbeheerders in planvormingsprocessen is hierbij cruciaal.
Download standpunt
Aanleg van een warmtenet is voor gemeenten en provincies een duurzame oplossing in de energietransitie. Er komen er steeds meer leidingen en kabels in de ondergrond vlakbij de drinkwaterleidingen te liggen die warmte uitstralen. Dat heeft nadelige effecten op het drinkwater in het leidingnet.
Zoals elk jaar houden Rijkswaterstaat, waterschappen, Vewin, provincies en betrokken ministeries de watertoestand sinds maart in de gaten. Sinds 13 juli 2022 is opgeschaald naar het niveau "dreigend watertekort" (niveau 1). Vanaf vandaag geldt een nationaal "feitelijk watertekort" (niveau 2).
Doorwerkers: De nutssector over het belang van doorwerken tijdens de corona-crisis.