Wij maken op onze website gebruik van functionele en privacyvriendelijke analytische cookies om onze website te verbeteren. Indien u klikt op 'accepteren en doorgaan' tonen wij ook een social media button/feed. Aanbieders van die buttons kunnen cookies plaatsen ter herkenning. Wilt u dit niet? Kiest u dan voor 'geen social media buttons'. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.
De drinkwatersector vindt dat stoffen als PFAS in het geheel niet thuishoren in het milieu en de bronnen voor drinkwater, grond- en oppervlaktewater. De drinkwatersector pleit voor een nationaal en Europees totaalverbod van PFAS omdat ze slecht afbreken en daardoor lang in het milieu aanwezig blijven. Wat niet in de bronnen voor drinkwater terechtkomt, hoeven de drinkwaterbedrijven er ook niet uit te zuiveren. Aanpak bij de bron (voorzorgprincipe) is altijd te prefereren boven een end-of pipe oplossing. De Tweede Kamer heeft in oktober 2021 via de aangenomen moties van de Kamerleden Bouchallikht (GL) en Van Esch (PvdD)de regering verzocht om binnen Europa te werken aan een zo spoedig mogelijk volledig verbod van PFAS, dus verdergaand dan een verbod op niet-essentiële toepassingen. Daarnaast zijn moties aangenomen van de leden Hagen (D66), Bouchallikht (GL) en Beckerman (SP) om uiterlijk zomer 2022 op nationaal niveau alle bestaande hotspots te inventariseren en alle directe én indirecte lozingen van PFAS op oppervlaktewater te identificeren en te minimaliseren, en met de gemeenten vóór de zomer alle PFAS hotspots in kaart te brengen en te komen met bijbehorende beheersmaatregelen inclusief een tijdspad van aanpak.
Zeer Zorgwekkende Stoffen (ZZS), en dan met name Persistente Mobiele en Toxische stoffen (PMT) zijn een risico voor de volksgezondheid en bronnen van drinkwater. Onder andere naar aanleiding van de problemen bij Chemours (PFAS) en Chemelot (Pyrazool) is in 2016 afgesproken dat de bevoegde gezagen in beeld brengen welke ZZS in Nederland worden gebruikt en geëmitteerd naar water en lucht. Tegelijk zou in beeld worden gebracht hoe deze ZZS in vergunningen zijn opgenomen en wat bedrijven hebben gedaan om te voldoen aan hun verplichting om de emissies te minimaliseren. Einddatum was januari 2021. Uit de brief van de minister volgt dat dit ruim 1 jaar na dato nog niet is gelukt. Met name de (indirecte) lozingen van ZZS stoffen inclusief PFAS op het afvalwatersysteem zijn nog steeds niet in beeld, laat staan dat daar adequate maatregelen zijn genomen.
Via bestuurlijke afspraken vanuit de Delta-aanpak waterkwaliteit zijn afspraken gemaakt over het herzien van alle vergunningen voor ZZS stoffen en het borgen van expertise op dit terrein via o.a. het opleidingsprogramma voor vergunningverleners waterkwaliteit. Dit gaat niet vanzelfsprekend goed. De evaluatie van het VTH stelsel door de commissie Van Aartsen en de Kamerbrief versterking VTH-stelsel van 13 december 2021 geven het beeld dat capaciteit en kennis bij omgevingsdiensten grote knelpunten zijn.
Download standpunt
Opkomende stoffen vormen steeds vaker een probleem voor de kwaliteit van drinkwaterbronnen. Opkomende stoffen zijn onbekende, niet (wettelijk) genormeerde stoffen waarvan de schadelijkheid nog niet (volledig) is vastgesteld (zoals GenX). De factsheet is de tweede in een serie over stofgroepen die in verband met de KRW-doelen voor drinkwaterbronnen met urgentie moeten worden aangepakt.
Een nieuwe analyse van KWR Water Research Institute van PFAS-concentraties in de Maas toont volgens Vewin de noodzaak aan om juist ook binnen Nederland PFAS-lozingen drastisch terug te dringen. Zo kan de blootstelling aan PFAS via voedsel en drinkwater verminderd worden. Vewin pleit al jaren voor een verbod op uitstoot van PFAS, omdat dit het hele milieu inclusief drinkwaterbronnen vervuilt en de stoffen nauwelijks afbreken. PFAS horen niet thuis in het milieu.
Vewin pleit voor Europees totaalverbod voor PFAS en een ambitieuze Nederlandse inzet om komend jaar zowel Europees en nationaal bronmaatregelen te realiseren.