Wij maken op onze website gebruik van functionele en privacyvriendelijke analytische cookies om onze website te verbeteren. Indien u klikt op 'accepteren en doorgaan' tonen wij ook een social media button/feed. Aanbieders van die buttons kunnen cookies plaatsen ter herkenning. Wilt u dit niet? Kiest u dan voor 'geen social media buttons'. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.
De Richtlijn Stedelijk Afvalwater verplicht lidstaten afvalwater te verzamelen en behandelen in stedelijke gebieden, ervoor te zorgen dat zuiveringsinstallaties goed worden onderhouden en voldoende presteren, maatregelen te nemen om de vervuiling van de ontvangende wateren door overloop van overtollig regenwater te beperken en toe te zien op de afvoer en hergebruik van zuiveringsslib. De Europese Commissie heeft in 2019 de Richtlijn Stedelijk Afvalwater geëvalueerd om te zien of hiermee de gestelde doelen zijn behaald en of de richtlijn nog toereikend is. Zoals gesteld in de evaluatie is de implementatie van de huidige Richtlijn Stedelijk Afvalwater effectief geweest, waarbij de baten ruimschoots de kosten hebben gecompenseerd. De richtlijn uit 1991 is echter gedateerd.
De afgelopen drie decennia hebben maatschappelijk en technologisch veel ontwikkelingen plaatsgevonden die niet hun weerslag hebben gevonden in de richtlijn. De richtlijn moet wat Vewin betreft worden aangepast op nieuwe verontreinigingen, zoals medicijnresten en industriële stoffen, technologische ontwikkeling en aansluiting op de Kaderrichtlijn Water. Uit de evaluatie van de richtlijn concludeert de Europese Commissie dat deze te oud is om adequaat nieuwe uitdagingen het hoofd te kunnen bieden. Gegeven de technologische vooruitgang is verbetering binnen handbereik en met het oog op de toekomst essentieel voor volksgezondheid en milieu.
De richtlijn stimuleert momenteel vrijwel geen technologische ontwikkelingen van rioolwaterzuiveringsinstallaties (RWZI's), terwijl dit wel nodig is, ook om doelen van de Kaderrichtlijn Water te halen. Hoe beter de zuivering van afvalwater, des te geringer het effect van lozingen op de waterkwaliteit. Daarbij moeten riooloverstorten dringend worden aangepakt vanwege de negatieve impact op waterlichamen. Met de toenemende zware regenbuien die worden verwacht voor de toekomst zullen overstorten een nog grotere impact hebben. Waterkwaliteitsknelpunten, zoals microverontreinigingen, en technologische verbetering van RWZI's worden onvoldoende geadresseerd om de richtlijn toekomstbestendig te laten zijn. Naar analogie van het industriële afvalwater is het van belang om lidstaten te verplichten een Best Beschikbare Techniek (BBT) voor het behandelen van stedelijk afvalwater te formuleren. De impact op de kwaliteit van drinkwaterbronnen dient te worden meegenomen bij het bepalen van een BBT en de selectie van RWZI's die aangepast zouden moeten worden. De KRW stelt immers dat de mate van zuivering die nodig is om drinkwater te produceren moet afnemen.
Download standpunt
In aanloop naar de verkiezingen wandelt Vewin met verschillende Kamerleden een rondje over het Malieveld. Wat is hun visie met betrekking tot de huidige uitdagingen binnen de drinkwatersector? Dit keer spreken we met Suzanne Kröger, Tweede Kamerlid voor GroenLinks – PvdA.
Uit onderzoek blijkt dat alle drinkwaterbedrijven de komende jaren meer productiecapaciteit nodig hebben. Bij onder andere Dunea en Vitens is zelfs per direct meer capaciteit noodzakelijk. Maar ook bij de andere bedrijven wordt de situatie de komende jaren nijpender. Als er nu geen maatregelen worden genomen, krijgen alle drinkwaterbedrijven op termijn te maken met knelpunten in het nakomen van de leveringsplicht.
Zorg dat de Verordening duurzaam gebruik bijdraagt aan het verminderen van de emissie van bestrijdingsmiddelen naar drinkwaterbronnen.