Wij maken op onze website gebruik van functionele en privacyvriendelijke analytische cookies om onze website te verbeteren. Indien u klikt op 'accepteren en doorgaan' tonen wij ook een social media button/feed. Aanbieders van die buttons kunnen cookies plaatsen ter herkenning. Wilt u dit niet? Kiest u dan voor 'geen social media buttons'. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.
Schoon water in voldoende hoeveelheid is essentieel voor zowel de landbouw- als de drinkwatersector. Drinkwaterbronnen staan onder andere onder druk door stoffen afkomstig uit de landbouw, zoals nitraten, gewasbeschermingsmiddelen en diergeneesmiddelen. De herziening van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) is hét moment om in te zetten op verdere verduurzaming van de landbouw en het verder verminderen van verontreiniging van bodem en water door landbouwemissies.
Uit eerder onderzoek van de Europese Rekenkamer (ERK, dec. 2017) blijkt dat het huidige GLB haar ambities wat betreft het verbeteren van milieuprestaties niet waargemaakt heeft. De ERK concludeert in haar rapport dat maatregelen ter bescherming van het milieu nauwelijks bijdragen aan het oplossen van milieu- en klimaatproblemen omdat ambities te laag zijn en de maatregelen niet zorgen voor veranderingen in landbouwpraktijken. Ook in de voorstellen voor het nieuwe GLB die in juni 2018 door de Europese Commissie gepresenteerd zijn wordt onvoldoende ingezet op het terugdringen van landbouwemissies ter verbetering van bodem- en waterkwaliteit. Dit terwijl het GLB een zeer geschikt financieringsinstrument is om boeren te ondersteunen bij hun inzet om milieudoelen te halen.
Om drinkwaterbronnen effectief te kunnen beschermen is stevig Europees water- en landbouwbeleid nodig, dat goed op elkaar is afgestemd. Het is nodig om het GLB te ‘verblauwen’. Dit betekent dat in het GLB een verwijzing moet worden opgenomen naar de doelen van het Europese waterbeleid - in elk geval naar de kwaliteitsdoelen uit de Kaderrichtlijn Water - en dat de maatregelen uit het GLB moeten bijdragen aan het halen van die doelen. Er is in de GLB-voorstellen een lijst milieueisen voorgesteld waaraan boeren moeten voldoen om inkomenssteun te ontvangen, de zogeheten conditionaliteitseisen. Om de waterkwaliteit te kunnen verbeteren en drinkwaterbronnen te beschermen is het van belang dat boeren die financiering ontvangen voldoen aan eisen op het gebied van waterkwaliteit. Concreet houdt dit in dat de strekking van artikel 7 uit de KRW opgenomen moet worden in de lijst met conditionaliteitseisen. Dit artikel stelt dat lidstaten drinkwaterbronnen moeten beschermen, met als doel achteruitgang van de waterkwaliteit van deze bronnen te voorkomen, en waar nodig te verbeteren, zodat op termijn de zuiveringsinspanning voor drinkwaterproductie verlaagd kan worden. -Zorg voor een ‘verblauwing’ van het GLB door de verbetering van waterkwaliteit en de bescherming van drinkwaterbronnen op te nemen in de doelen van het GLB; -Neem de strekking van artikel 7 uit de KRW, voorkómen van achteruitgang en verbetering van de waterkwaliteit van drinkwaterbronnen, op in de conditionaliteitseisen van het GLB.
In het voorstel voor het nieuwe GLB wordt de lidstaten meer ruimte geboden voor een nationale invulling van de doelen en maatregelen. Een ambitieuze aanpak op nationaal niveau om de GLB-doelen tijdig en op effectieve wijze te halen is daarom cruciaal. De verbetering van de waterkwaliteit kan een extra impuls krijgen door dit op te nemen in de vrijwillige ecoregelingen (pijler 1) en het plattelandsontwikkelingsprogramma (POP, pijler 2). Hierbij is het van belang actief te stimuleren dat boeren extra maatregelen nemen om bodem- en waterkwaliteit te verbeteren, met name gericht op de bescherming van drinkwater-bronnen. Deelname aan deze programma’s moet eenvoudig en aantrekkelijk zijn. De financiering vanuit beide pijlers moet voldoende ruimte bieden voor het uitvoeren van (samenwerkings-)projecten die aantoonbaar bijdragen aan verbetering van de waterkwaliteit. -Stimuleer actief via de ecoregelingen en het POP het nemen van extra maatregelen om bodem- en waterkwaliteit te verbeteren, met name gericht op de bescherming van drinkwaterbronnen.
Download standpunt
De Raad voor de Leefomgeving en Infrastructuur (RLI) heeft vandaag een rapport gepubliceerd waarin staat dat met het huidige Nederlandse beleid de doelen van de Kaderrichtlijn Water (KRW) in 2027 redelijkerwijs niet meer gehaald kunnen worden. Sterker nog, volgens de raad zijn de KRW-doelen ook na 2027 waarschijnlijk niet te realiseren zonder aangescherpte beleidsaanpak.
Op 23 februari vond het Kamerdebat over het Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG) en de stikstofproblematiek plaats. Tweede Kamerlid Tjeerd de Groot (D66) diende mede namens Thom van Campen (VVD) een motie in die de regering oproept de bestaande doelen voor het verminderen van verontreiniging van drinkwaterbronnen met nitraat en bestrijdingsmiddelen als randvoorwaarden mee te nemen in het NPLG.
Zorg dat de Verordening Duurzaam gebruik bijdraagt aan het verminderen van de emissie van bestrijdingsmiddelen naar drinkwaterbronnen.