Wij maken op onze website gebruik van functionele en privacyvriendelijke analytische cookies om onze website te verbeteren. Indien u klikt op 'accepteren en doorgaan' tonen wij ook een social media button/feed. Aanbieders van die buttons kunnen cookies plaatsen ter herkenning. Wilt u dit niet? Kiest u dan voor 'geen social media buttons'. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.
Op basis van de Nitraatrichtlijn mag de nitraatconcentratie in grondwater de grens van 50 mg/l niet overschrijden. Maar uit verschillende onderzoeken van onder andere KWR (2019), PBL en RIVM (2020) is gebleken dat bij een deel van de grondwaterwinningen bestemd voor drinkwaterproductie nog steeds te hoge concentraties nitraat worden aangetroffen. Dit is vooral het geval bij kwetsbare grondwater-winningen in landbouwgebieden op de zand- en lössgronden in de zuidelijke en oostelijke provincies. In de bij het 6e NAP horende Bestuursovereenkomst nitraat in grondwaterbeschermingsgebieden is vastgelegd dat uiterlijk gedurende de looptijd van het 7e NAP (2022-2025) op gebiedsniveau in elk van de 34 deelnemende gebieden blijvend moet worden voldaan aan de norm van 50 mg nitraat/l in het ondiepe grondwater. In veel van deze gebieden bestaat nog geen uitzicht op het bereiken van dit doel.
Op 6 september 2021 is het ontwerp 7e Actieprogramma Nitraatrichtlijn (7e NAP) gepubliceerd. Het 7e NAP is voor de drinkwatersector van groot belang omdat de maatregelen die hierin staan moeten zorgen voor het oplossen van de problemen met te hoge nitraatconcentraties in de (grondwater)bronnen voor drinkwaterproductie. Ook moet het NAP een belangrijke bijdrage leveren aan het halen van de doelen van de Kaderrichtlijn Water in 2027. - Zorg dat het 7e NAP bijdraagt aan het halen van de doelen van de Kaderrichtlijn Water in 2027.
Vewin concludeert op basis van het ontwerp 7e NAP dat er goede maatregelen worden voorgesteld voor aanpassing van de landbouwpraktijk richting duurzamere teelten. Positief is ook dat er ingezet wordt op een gebiedsspecifieke aanpak in gebieden waar de waterkwaliteit nog onvoldoende is. Met name de maatregelen rond duurzame bouwplannen kunnen bijdragen aan het verbeteren van de (grond)waterkwaliteit. Desondanks wordt er helaas onvoldoende uitzicht geboden op het halen van de waterkwaliteitsdoelen, met name in gebieden die kwetsbaar zijn voor nitraatuitspoeling, zoals de grondwaterbeschermingsgebieden voor drinkwaterproductie op de zand- en lössgronden. In het planMER behorend bij het 7e NAP wordt geconcludeerd dat er nog grote onzekerheid is over tijdig en blijvend doelbereik in deze kwetsbare gebieden.
Specifiek voor de drinkwatersector is belangrijk dat de eerder afgesproken doelen met betrekking tot de nitraatbelasting in grondwaterbeschermingsgebieden worden gerealiseerd.
De minister van LNV stelt voor om in 2024 de balans op te maken van de resultaten van de gebieds-specifieke aanpak in gebieden waar de waterkwaliteit achterblijft. Dit betekent dat benodigde aanvullende verplichte maatregelen om de waterkwaliteitsdoelen te halen pas in het 8e NAP opgenomen worden. Dit is veel te laat. Wat Vewin betreft blijft de afspraak onverkort staan om de nitraatnorm in alle grondwater-beschermingsgebieden tijdens de looptijd van het 7e NAP, dus uiterlijk in 2025, blijvend te halen. Houdt vast aan de afspraak om de nitraatnorm van 50 mg/l in alle grondwaterbeschermings-gebieden tijdens de looptijd van het 7e NAP blijvend te halen, dus uiterlijk in 2025.
Er is extra inzet nodig gericht op gebieden waar water wordt gewonnen voor drinkwaterproductie, waaronder het verplicht maken van effectieve maatregelen die de waterkwaliteit verbeteren (via het 7e NAP). Vewin stelt onder andere voor om de invoering van duurzame bouwplannen in grondwater-beschermingsgebieden volledig per 2023 te laten plaatsvinden in plaats van deze gefaseerd in te voeren, en na te denken over mogelijkheden om uitspoelingsgevoelige teelten in deze gebieden niet meer toe te staan. Ter financiële ondersteuning van boeren en stimulering van de uitvoering van de maatregelen in grondwaterbeschermingsgebieden stelt Vewin voor om deze te belonen via het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (bijv. via de ecoregelingen).
- Richt extra inzet met voorrang op de grondwaterbeschermingsgebieden voor drinkwater-productie. Dit betreft onder andere het verplicht maken van effectieve maatregelen die de waterkwaliteit in deze gebieden verbeteren;
- Zorg voor financiële ondersteuning van boeren en stimulering van de uitvoering van deze maatregelen door deze te belonen via het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (bijv. via de ecoregelingen).
Download standpunt
Op het Compendium voor de Leefomgeving zijn onlangs cijfers gepubliceerd over het aantal overschrijdingen van de waterkwaliteitsnormen voor bestrijdingsmiddelen in oppervlaktewater. Het Compendium voor de Leefomgeving is een website van CBS, PBL, RIVM en WUR. Uit de recent gepubliceerde cijfers blijkt dat het aantal normoverschrijdingen de laatste jaren nauwelijks meer afneemt.
Voor de veiligstelling van de drinkwatervoorziening is het beleid gericht op waterbeschikbaarheid en waterkwaliteit randvoorwaardelijk. ‘De Prinsjesdagstukken maken vooral duidelijk dat snel cruciale stappen gezet moeten worden’.’ aldus Hans de Groene, directeur Vewin. ‘Het kabinet moet nu doorpakken.’
Geef bescherming van drinkwaterbronnen prioriteit in het NPLG, en veranker de doelen voor terugdringen van nitraat en bestrijdingsmiddelen in drinkwaterbronnen in gebiedsgerichte aanpak.