Wij maken op onze website gebruik van functionele en privacyvriendelijke analytische cookies om onze website te verbeteren. Indien u klikt op 'accepteren en doorgaan' tonen wij ook een social media button/feed. Aanbieders van die buttons kunnen cookies plaatsen ter herkenning. Wilt u dit niet? Kiest u dan voor 'geen social media buttons'. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.
Momenteel treffen drinkwaterbedrijven nog te vaak stoffen aan bij hun innamepunt waarvan niet helder is welke stof het is, welke eigenschappen deze heeft en wat de bron is. Drinkwaterbedrijven zijn dan ge- noodzaakt maatregelen te nemen zoals het stoppen van de inname. Daarnaast moet onderzocht worden wat de risico's zijn en wat de mogelijkheden tot zuivering zijn. Dit was o.a. het geval bij GenX en pyrazool. In plaats van damage control achteraf is een aanpak aan de bron veel effectiever. Dan kunnen risico's worden voorkomen en komen de kosten bij de vervuiler te liggen. Bij de vergunningverlening moet beter rekening worden gehouden met het effect op de drinkwaterbronnen en de industrie moet meer transpa- rantie bieden. Concreet houdt dit in dat industriële bedrijven een actueel overzicht moeten bijhouden van de stoffen die ze lozen, in welke hoeveelheden en combinaties. Deze gegevens moeten worden gedeeld met de vergunningverlener en wanneer relevant met de drinkwaterbedrijven. Bij een dreigende overschrij- ding kan dan tijdig ingegrepen worden. Hierbij is het cruciaal om de vergunningverlening te verbeteren, met name door heldere afspraken te maken tussen bevoegde gezagen over de rolverdeling bij het ver- gunnen van (in)directe lozingen, en door het opstellen van een handreiking voor het bevoegd gezag over de manier waarop rekening gehouden moet worden met risico's voor de drinkwatervoorziening.
Verbeter vergunningverlening door heldere afspraken te maken tussen bevoegde gezagen over de rolverdeling bij (in)directe lozingen en de manier waarop rekening gehouden wordt met de duurzame veiligstelling van de openbare drinkwatervoorziening
Verplicht bedrijven tot het bijhouden van een actueel overzicht van te lozen stoffen en het delen van deze gegevens met de vergunningverlener en drinkwaterbedrijven
Drinkwaterbedrijven die voor hun productie afhankelijk zijn van oppervlaktewater waren de laatste 5 jaren steeds langer genoodzaakt de inname van Maaswater te staken. Dit komt door toenemende verontreini- gingen van oppervlaktewater uit industrie, landbouw en uit communale afvalwaterzuiveringsinstallaties. Daarnaast hebben opkomende en onbekende stoffen, zoals PFOA en GenX, in bronnen van drinkwater tot grote maatschappelijke onrust geleid.
Om dit complexe instrumentarium volledige en correct toe te passen is het van belang zeker te stellen dat de waterbeheerder, of diens adviseur, zeer specifieke kennis heeft. Bovenstroomse bronnen over de grens verontreinigen ook het Nederlandse rivierwater waar drinkwater van gemaakt wordt. Een intensieve grensoverschrijdende uitwisseling van meetgegevens en controles op verontreinigingspieken dragen ertoe bij dat verontreinigingsbronnen sneller opgespoord en aangepakt kunnen worden.
De Algemene BeoordelingsMethodiek (ABM) en Immissietoets zijn goede instrumenten om de waterbezwaarlijkheid van een lozing te bepalen. Een belangrijk onderdeel hierbij is het
toetsen of er voldoende rekening gehouden wordt met stroomafwaarts gelegen innamepun- ten van drinkwaterbedrijven.
De Ketenaanpak Medicijnresten uit Water van IenW is van belang om de aanwezigheid van geneesmid- delen in drinkwaterbronnen te voorkomen. De kwaliteit van de bronnen staat onder druk vanwege toene- mend medicijngebruik en klimaatverandering. In alle schakels van de keten zijn maatregelen nodig: van de ontwikkeling van medicijnen, de toepassing en het gebruik, tot aan de zuivering van afvalwater. Voor- aan in de keten zijn maatregelen nodig om te voorkomen dat medicijnresten het water bereiken, zoals zuivering bij ziekenhuizen, openbaarheid van milieueffecten van geneesmiddelen, inzet van plaszakken na gebruik van röntgencontrastmiddelen en het niet meer door de gootsteen afvoeren van vloeibare ge- neesmiddelen door patiënten, artsen. Geneesmiddelenresten die het menselijk lichaam verlaten worden niet voldoende gezuiverd door rioolwaterzuiveringsinstallaties (RWZI's). In het kader van de Ketenaanpak zullen pilots gestart worden. Bij deze zuiverings-pilots op RWZI's is het van belang dat pilot's ook bij RWZI's gebeuren die effect hebben op drinkwaterinnamepunten.
Zet in op pilots voor aanvullende zuivering op RWZI's die impact hebben op drinkwaterinnamepunten.
In november 2016 is de Intentieverklaring Delta-aanpak waterkwaliteit en zoetwater ondertekend. Het doel was een impuls te geven aan de verbetering van de waterkwaliteit in Nederland. De kwaliteit van drinkwaterbronnen (grond- en oppervlaktewater) staat onder druk, er zijn concrete maatregelen nodig om de waterkwaliteit te verbeteren. Een jaar later is het tijd om de balans op te maken voor het vervolg. De drinkwatersector is positief over de Delta-aanpak. De aanpak heeft nationaal en in de regio geleid tot meer aandacht op de politiek-bestuurlijke agenda voor waterkwaliteit en voor het drinkwaterbelang in het bijzonder. Voor het vervolg zijn harde afspraken nodig over de inzet, financiering evenals monitoring, toe- zicht & handhaving. De drinkwatersector vindt een Bestuursakkoord op dit thema van belang om de inzet op waterkwaliteit te verankeren.
Zet voor het vervolg van de Delta-aanpak in op meer concrete maatregelen met harde afspra- ken over inzet, financiering, monitoring en toezicht & handhaving, en stel een Bestuurs- akkoord op om de inzet op waterkwaliteit te verankeren
In het regeerakkoord 2017-2021 is de overgang van fossiele naar duurzame energie aangekondigd. Hier- bij speelt, volgens het Regeerakkoord, de ondergrond een steeds belangrijker rol, bijvoorbeeld voor de winning van aardwarmte. Hieraan zijn risico's verbonden voor het grondwater. In de Ontwerp Structuur- visie STRONG zijn mijnbouwactiviteiten daarom uitgesloten in gebieden voor de drinkwatervoorziening. Het is daarom gewenst deze uitsluitingen als uitgangspunt voor de energietransitie en in de mijnbouwwet- geving (BARRO) over te nemen.
Neem het in STRONG geformuleerde ruimtelijke beleid voor de ondergrond en bescherming van drinkwaterwinningen over als uitgangspunt in het beleid voor de energietransitie en de winning van aardwarmte
In het bodembeleid wordt de overgang gemaakt van saneren naar beheren. Na afronding van de spoed- operatie zullen daardoor circa 200.000 verontreinigingsgevallen in de bodem achterblijven die alleen wor- den aangepakt als er ruimtelijke ontwikkelingen zijn. De Wet Bodembescherming vervalt. In plaats daar- van wordt een Aanvullingswet Bodem in de Omgevingswet opgenomen. Vewin wil dat in deze uitwerking ook de zorgplicht van overheden voor veiligstelling van bronnen voor de drinkwatervoorziening goed wordt verankerd. De wet moet afdoende waarborgen bieden dat adequate maatregelen worden getroffen wanneer sprake is van bedreiging van drinkwaterwinningen door bodemverontreinigingen.
Veranker de zorgplicht van overheden voor veiligstelling van drinkwaterbronnen in de Aanvullingswet Bodem
Vewin is het eens met de conclusie van de evaluatie dat het huidige governance model van de drinkwa- tersector met toezicht integraal bij de ILT goed werkt, maar dat op onderdelen verbetering mogelijk is. De specifieke kenmerken en opdracht van de drinkwatersector voor de gezondheidskundige kwaliteitsaspec- ten van het drinkwater alsmede de zorg voor leveringszekerheid en doelmatigheid vragen om een inte- grale toezichthouder. De drinkwatersector kent ook integrale activiteiten bij elkaar in eén bedrijf: produc- tie, levering en infrastructuur. Het toezicht op de drinkwatertarieven functioneert goed, het door de ILT en ACM opgestelde toetsingskader biedt een duidelijk handvat voor uitvoering van de wettelijke vereisten met betrekking tot de tarievenrapportages. De aanbeveling om de uitvoering van de verplichte prestatie- vergelijking terug te voeren naar de drinkwatersector zelf, vindt Vewin geen goed idee. Een onafhankelijk uitgevoerde vergelijking van de prestaties van de drinkwaterbedrijven is een belangrijk instrument in het toezichtmodel. Onderzoek naar de doelmatigheidsontwikkeling en investeringen kan worden uitgevoerd binnen het kader van de prestatievergelijking. Vewin is het eens met de noodzaak tot betere verankering van de verbeterplannen en heeft daartoe inmiddels praktische voorstellen ontwikkeld. Ook de aanbeve- ling om onderzoek uit te voeren naar diverse (ongewenste) effecten van de WACC kan rekenen op de instemming van Vewin.
Behoud integraal toezicht, dit is van belang vanwege de unieke positie en opdracht van de drinkwatersector
Download standpunt
In aanloop naar de verkiezingen wandelt Vewin met verschillende Kamerleden een rondje over het Malieveld. Wat is hun visie met betrekking tot de huidige uitdagingen binnen de drinkwatersector? Dit keer spreken we met Marieke Koekkoek, Tweede Kamerlid voor Volt.
Op 2 februari debatteerde de Tweede Kamer over PFAS en de gezondheidseffecten, een stofgroep die internationaal problemen veroorzaakt in het milieu. Vanuit het kabinet waren aanwezig minister Mark Harbers, staatssecretaris Vivianne Heijnen (beiden IenW) en minister Ernst Kuipers (VWS). Alle aanwezige fracties vroegen naar een overzicht van PFAS-lozingen.
De zorg voor de openbare drinkwatervoorziening moet prioriteit krijgen bij de uitwerking van het programma Water en bodem sturend in de provinciale plannen.