Wij maken op onze website gebruik van functionele en privacyvriendelijke analytische cookies om onze website te verbeteren. Indien u klikt op 'accepteren en doorgaan' tonen wij ook een social media button/feed. Aanbieders van die buttons kunnen cookies plaatsen ter herkenning. Wilt u dit niet? Kiest u dan voor 'geen social media buttons'. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.
De drinkwatersector staat mede door klimaatverandering voor grote uitdagingen als het gaat om zoetwaterbeschikbaarheid en waterkwaliteit. Het watersysteem loopt tegen zijn grenzen aan door droogte, verzilting en een toenemende watervraag door een groeiende economie en bevolking. De kwaliteit van de drinkwaterbronnen verslechtert bovendien door vervuiling vanuit de landbouw, industrie en huishoudens. Het bereiken van de afgesproken doelen in de Europese Kaderrichtlijn Water in 2027 is ernstig in gevaar. Toekomstige generaties dreigen te worden opgezadeld met een minder zekere levering van betrouwbaar drinkwater.
Uit verschillende onderzoeken, waaronder het rapport 'Staat drinkwaterbronnen' van RIVM (2020), blijkt dat de kwaliteit van de bronnen voor drinkwaterproductie onder toenemende druk staat en de afgelopen jaren niet significant is verbeterd. Het is duidelijk dat er een stevige inzet nodig is om de waterkwaliteit van drinkwaterbronnen te verbeteren.
Het Nationaal Water Programma (NWP) en de maatregelen in de bijbehorende Stroomgebiedbeheer-plannen (SGBP's) voor de periode 2022-2027 moeten in samenhang met o.a. de maatregelen uit het 7e Actieprogramma Nitraatrichtlijn (7e NAP) 2022-2025 ervoor zorgen dat de doelen van de Kaderrichtlijn Water (KRW) tijdig worden gehaald. Dit betreft ook grond- en oppervlaktewater bestemd voor drinkwater.
Het Ministerie van IenW heeft een ex ante analyse waterkwaliteit laten uitvoeren om zicht te krijgen op de huidige toestand van de waterkwaliteit in Nederland en het verwachte doelbereik in 2027 voor de doelen van de KRW. Uit deze ex ante analyse (2021) blijkt dat de KRW-doelen met de voorgestelde maatregelen in de SGBP's en het 7e NAP naar verwachting niet gehaald worden. Over vrijwel de hele linie is hiervoor extra inspanning nodig. Specifiek voor drinkwaterbronnen stelt de ex ante analyse dat er een flinke opgave ligt om de drinkwaterbronnen schoner te krijgen, die voor een deel in andere beleidsdomeinen dan drinkwater moet worden opgepakt.
Voor het tijdig halen van de KRW-doelen is in de plannen aangegeven dat het voldoende is alle benodigde maatregelen uiterlijk in 2027 te nemen. De doelen mogen dan op een later moment worden gehaald. Hiermee wordt wat Vewin betreft niet voldaan aan de eisen van de KRW.
Zet alles op alles om de KRW doelen uiterlijk in 2027 in Nederland te halen, conform de hoofddoelstelling van de KRW
Verbetering van de kwaliteit van drinkwaterbronnen moet meer prioriteit krijgen. Vewin vindt het niet acceptabel dat er een maatregelenpakket in de SGBP's en het 7e NAP wordt voorgesteld waarmee doelbereik in 2027 voor de bronnen voor drinkwaterproductie naar verwachting niet mogelijk is. Het is van belang dat snel inzichtelijk wordt gemaakt welk maatregelenpakket nodig is om uiterlijk in 2027 de KRW-doelen voor de bronnen voor drinkwaterproductie te halen, zowel bij oppervlaktewater- als grondwater-winningen. Hierbij moet onder andere een relatie gelegd worden met de uitvoeringsprogramma's van de gebiedsdossiers voor drinkwaterproductie zodat een samenhangend totaalpakket ontstaat. Het principe van bronaanpak en 'de vervuiler betaalt' moet veel meer dan nu de basis zijn van de voorgenomen maatregelen. Waterkwantiteit moet daarnaast duidelijker aan de orde komen in relatie tot de waterkwaliteitsvraagstukken. Dit onder andere in het licht van de noodzaak van een watertransitie, waarvoor Vewin en de Unie van Waterschappen eerder in 2021 opriepen.
Het nieuwe coalitieakkoord dat in december 2021 is gepresenteerd onderschrijft het belang van schoon water en de noodzaak van het voldoen aan (Europese) normen. Het akkoord koppelt de opgaven op het gebied van waterkwaliteit en bodem met name aan de inzet voor een duurzame landbouw en de stikstofaanpak. Vewin wijst erop dat de inzet voor schoon water hier niet bij kan blijven omdat de opgave breder is, en ook de aanpak van nieuwe bedreigingen zoals opkomende stoffen en medicijnresten moet omvatten.
Download standpunt
Voorzitter IPO, Jaap Smit, over wat de provincies nodig hebben om de uitvoering van Rijksprogramma’s zoals NOVEX en NPLG in goede banen te leiden. De rijksoverheid legt bij de provincies een grote verantwoordelijkheid neer voor de uitwerking en implementatie van rijksbeleid, zoals de woningbouwplannen, de Nationale Omgevingsvisie Extra (NOVEX) en het Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG). Hoe kijken de provincies aan tegen deze uitdaging? Voorzitter Jaap Smit van IPO over wat de provincies nodig hebben om dit in goede banen te leiden.
Een ruime meerderheid van de Tweede Kamer heeft dinsdag 7 maart voor de motie gestemd die oproept om de bestaande doelen voor het verminderen van verontreiniging van drinkwaterbronnen met nitraat en bestrijdingsmiddelen als randvoorwaarden mee te nemen in het Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG). Tweede Kamerlid Tjeerd de Groot (D66) diende deze motie samen met Thom van Campen (VVD) in tijdens het Kamerdebat over het NPLG en de stikstofproblematiek op 23 februari.
Voeg medicijnresten, pesticiden en PFAS-stoffen als verontreinigende stof toe aan de Grondwaterrichtlijn en de Richtlijn Prioritaire Stoffen.