Wij maken op onze website gebruik van functionele en privacyvriendelijke analytische cookies om onze website te verbeteren. Indien u klikt op 'accepteren en doorgaan' tonen wij ook een social media button/feed. Aanbieders van die buttons kunnen cookies plaatsen ter herkenning. Wilt u dit niet? Kiest u dan voor 'geen social media buttons'. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.
Het kabinet presenteerde op 10 juni in de startnotitie van het Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG) de hoofdlijnen van de aanpak om de stikstofuitstoot in Nederland fors te verlagen. Via het NPLG moeten volgens het kabinet de doelen op het gebied van natuur, stikstof, bodem, water en klimaat ‘onontkoombaar’ worden gehaald. Volgens Vewin biedt het NPLG een goede kans om de doelen van de Kaderrichtlijn Water (KRW) voor drinkwaterbronnen uiterlijk in 2027 te kunnen halen, maar maakt het kabinet bij deze start nog onvoldoende duidelijk dat er ook een urgente opgave is om de waterkwaliteit bij de bronnen voor drinkwater te verbeteren.
Minister Harbers van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) heeft in het Commissiedebat Water van 7 juni de Tweede Kamer toegezegd met Vewin en Vitens in gesprek te gaan over de beschikbaarheid van voldoende bronnen voor drinkwater in Oost-Nederland. Hij zal hierover in de WGO verzamelbrief in het najaar rapporteren aan de Tweede Kamer. De minister zegde dit toe na vragen van Tweede Kamerlid Fahid Minhas (VVD) over de onvoldoende beschikbaarheid van drinkwater in het Oosten van Nederland, waardoor Vitens soms nee moet verkopen aan de industrie.
De zorg voor de openbare drinkwatervoorziening moet prioriteit krijgen bij de uitwerking van het programma Water en bodem sturend in de provinciale plannen.