Factsheet KRW en nitraat
Publicatie - 27 juni 2024
De tijd dringt. Nederland dreigt namelijk haar Kaderrichtlijn Water-doelen voor drinkwaterbronnen niet te halen. Eén van de redenen daarvoor is de hoeveelheid nitraat in ons grondwater. En dat is vooral een probleem voor drinkwaterbronnen in Zuid- en Oost-Nederland.
Dat is goed voor de gewassen, zeggen we als het weer eens met bakken uit de hemel komt vallen. En dat is natuurlijk ook zo: er is water nodig om onze gewassen te laten groeien. Maar wanneer het regenwater de grond in zakt, neemt het ook stoffen mee vanaf het grondoppervlak of uit de ondiepe bodem, zoals nitraat dat afkomstig is uit dierlijke mest of kunstmest. Het nitraat dat niet opgenomen wordt door gewassen kan daardoor in het grondwater terechtkomen.
Nitraat komt voor in groenten, fruit, sommige bewerkte voedingsmiddelen en in mindere mate ook in ons drinkwater. Teveel nitraat in je voeding of drinkwater is niet gezond. Daarom zorgen de drinkwaterbedrijven ervoor dat nitraat zo min mogelijk in het drinkwater terechtkomt en de concentraties (ruim) onder de norm blijven. Daarvoor is het ook van belang dat zoveel mogelijk voorkomen wordt dat nitraat in drinkwaterbronnen terechtkomt.
Volgens de Kaderrichtlijn Water, de KRW, moet elk Europees land uiterlijk in 2027 de kwaliteit van diens grond- en oppervlaktewater op orde hebben. Voor nitraat in grondwater is volgens de Europese Nitraatrichtlijn en de KRW 50 milligram per liter de bovengrens. Uit de vierjaarlijkse nitraatrapportage die het RIVM eind november publiceerde blijkt dat we vooral in gebieden met zand en löss als ondergrond niet voldoen aan die norm. Klei en veen zijn beter in staat om nitraat af te breken.
In 34 winningen in Zuid- en Oost-Nederland wordt de nitraatnorm overschreden of dreigt dit te gebeuren. De drinkwaterbedrijven moeten daar ingrepen doen om het drinkwater schoon te houden, zoals het mengen van grondwater, of het verdiepen van de winningen. De grenzen aan dit soort ingrepen zijn voor een groot deel bereikt, en nitraat uit grondwater zuiveren is complex en kostbaar. Sommige drinkwaterbedrijven hebben een winning moeten verplaatsen, maar in ons volgebouwde land is het extreem ingewikkeld om een vergunning te krijgen voor een nieuwe drinkwaterwinning. Een winning sluiten is ook niet zomaar mogelijk: die 34 winningen voorzien in 20 procent van al het drinkwater in Zuid- en Oost-Nederland. Het is dus enorm belangrijk om de nitraatproblemen in drinkwaterbronnen aan te pakken.
Deze constatering is niet nieuw. Al in 2017 sloot Vewin, samen met onder andere de land- en tuinbouworganisatie en de ministeries van IenW en LVVN de Bestuursovereenkomst Nitraat voor 34 kwetsbare grondwaterbeschermingsgebieden. Het doel: de nitraatuitspoeling in deze gebieden beperken en de norm uiterlijk in 2025 halen. Boeren werkten vrijwillig mee en konden adviseurs inzetten om hen te helpen. Er zijn zeker goede stappen gezet en de grondwaterkwaliteit is op verschillende plekken verbeterd. Maar eind 2024 bleek uit onderzoek van de WUR dat er in de meeste gebieden nog stevige maatregelen nodig zijn om de doelen te halen. Dit lukt dan meestal pas in 2030 of later. In een klein deel van de gebieden moeten de nitraatconcentraties zoveel verlaagd worden dat het de vraag is of dit wel mogelijk is met de aanpak uit de bestuursovereenkomst.
De WUR, de Wageningse universiteit, onderzocht verschillende maatregelen om de doelen te kunnen halen. De hoeveelheid mest die boeren mogen gebruiken beperken, is er daar een van. Een andere is de gewaskeuze: bij sommige gewassen spoelt er veel meer nitraat uit dan bij andere. Uitvoering van de meest effectieve maatregel zorgt ervoor dat in ongeveer de helft van de gebieden het nitraatdoel gehaald kan worden, maar wel pas in 2030. In andere gebieden is een combinatie van maatregelen nodig om aan het doel te voldoen. In ongeveer 20% van de gebieden is er nog meer nodig dan wat met de onderzochte maatregelen bereikt kan worden. Het is belangrijk dat de benodigde maatregelen onderdeel zijn van een gerichte, integrale aanpak waarbij perspectief geboden wordt aan de boeren.
De nieuwe aanpak Ruimte voor Landbouw en Natuur biedt misschien kansen hiervoor. Maar wat deze aanpak precies inhoudt moet nog worden uitgewerkt. Wij blijven ondertussen pleiten voor een voortvarende en integrale aanpak van de nitraatproblemen. Want zonder een integraal en ambitieus beleid verliezen we wat we niet kunnen missen: schoon en veilig drinkwater.
Mirja Baneke
Stuurgroepsecretaris Bronnen en Kwaliteit
Mirja Baneke is stuurgroepsecretaris Bronnen en Kwaliteit bij Vewin. In haar werkzaamheden focust zij zich in het bijzonder op de regelgeving rondom waterkwaliteit, ruimtelijke ordening, landbouw en natuur. Mirja werkt sinds 2016 bij Vewin en heeft daarvoor onder andere bij drinkwaterbedrijf Dunea en provincie Zuid-Holland gewerkt.
Verder lezen? Vewin biedt meer informatie over dit onderwerp. Klik hiernaast om naar een gerelateerde pagina te gaan.