Vewin vindt dat in de voorgestelde plannen voor aanpassing van de belastingen voor de waterschappen te weinig rekening wordt gehouden met de bescherming van drinkwaterbronnen. Vewin heeft haar reactie aangegeven aan de Commissie Aanpassing Belastingstelsel (CAB) van de Unie van Waterschappen. Eind december 2017 presenteerde de CAB het
Concept-eindrapport Waterschapsbelastingen: klaar voor de toekomst
De voorstellen zijn bedoeld om de belastingen van de waterschappen toekomstbestendiger te maken. De CAB verzocht Vewin en andere stakeholders op de voorstellen te reageren. De kern van de voorstellen is:
Vewin heeft aangegeven het advies van de CAB in samenhang met de voorstellen uit het traject Duurzame Financiering te bezien zoals is afgesproken met de waterketenpartners. Vewin vindt mede op basis van de conclusies van dat traject dat het huidige stelsel over het algemeen goed functioneert en dat het bij wijzigingen moet gaan om oplossingen voor concrete problemen zoals watervervuiling. Het uitgangspunt van de CAB om een balans te zoeken tussen financieringsactiviteiten, het terugwinnen van waardevolle stoffen en ontmoediging van vervuiling ondersteunt Vewin dan ook.
Omdat industriële lozingen, gewasbeschermingsmiddelen en nieuwe stoffen zoals medicijnresten niet in aanmerking worden genomen in de adviezen over een nieuwe zuiveringsheffing en verontreinigingsheffing betwijfelt Vewin of de gekozen uitwerking voldoende recht doet aan het uitgangspunt. Ook vindt Vewin dat de bescherming van drinkwaterbronnen door middel van natuurbeheer niet wordt gediend door de voorgestelde extra belasting voor natuurbeheer. Tot slot vindt Vewin dat de discussie over onttrekkingsbelasting die is gevoerd en afgerond in het traject Duurzame Financiering niet opnieuw moet worden gevoerd.
De consultatieronde van de CAB is op 9 februari afgerond. Naar verwachting ontvangt de minister van Infrastructuur en Waterstaat het definitieve advies voor de zomer van 2018.