Jaarverslag Vewin 2023: actie nodig voor de toekomst van ons drinkwater
Nieuws - 3 juni 2024
Natuur en water zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Het merendeel van onze natuurgebieden is afhankelijk van grond- of oppervlaktewater. Van de beschikbaarheid daarvan én van de kwaliteit. En in de overige natuurgebieden – die afhankelijk zijn van hemelwater – zijn de hydrologische uitdagingen zo mogelijk nog complexer. Denk bijvoorbeeld aan hoogveengebieden, waar vrijwel altijd met dammen, dijken en compartimenten gewerkt wordt om voldoende water vast te houden en verdroging tegen te gaan.
Hoe groot dat belang is, bleek tijdens de zomerdroogte van vorig jaar. Veel natuurgebieden zuchtten onder het extreme neerslagtekort. Tal van ecosystemen vertoonden droogteschade. Van enkele natuurgebieden, waaronder de eerdergenoemde hoogvenen, is het de vraag of ze daar volledig van zullen herstellen. Dat is zorgwekkend, want nu – in april 2019 – is er alweer (of beter: nog steeds) een fors neerslagtekort. Een nieuw droogtejaar lijkt onafwendbaar…
Ecosystemen waar (langdurige) droogte tot onherstelbare ecologische schade leidt, staan relatief hoog in de zogeheten ‘verdringingsreeks’: bij de verdeling van het schaarser wordende zoetwater weegt het belang van deze natuurtypen zwaar mee. Uiteraard zijn we verheugd dat dit belang algemeen erkend wordt. En we zagen vorig jaar dat waterschappen daar terdege naar handelden. Daarvoor verdienen ze een pluim. Het confronteerde ons wel met een ander probleem. In verschillende gebieden bleek de inlaat van gebiedsvreemd water een kwestie van ‘kiezen tussen twee kwaden’: het water had (te) hoge concentraties aan nutriënten en bestrijdingsmiddelen.
Het illustreert dat natuur en water bondgenoten zijn. Niet voor niets zijn de meeste drinkwateronttrekkingen gesitueerd in – of onder – natuurgebieden. Een natuurfunctie blijkt de beste garantie voor schoon en gezond grondwater.
Natuur en water zijn niet alleen bondgenoten, maar ook lotgenoten. Vrijwel altijd blijkt de lobby voor schoon water en de lobby voor gezonde natuur hand in hand te gaan. Om daar één voorbeeld van te geven: Natuurmonumenten wijst de Tweede Kamer regelmatig op de effecten van een overdaad aan pesticiden voor de natuur. En Vewin wijst de Tweede Kamer erop dat grondwateronttrekkingen in agrarisch gebied kwetsbaar zijn en vaker gesloten moeten worden, vanwege te hoge concentraties aan pesticiden.
Het is goed dat partijen in de waterketen én natuurorganisaties elkaar in dit belang versterken. Want de kwaliteit van ons water staat onder druk. Weliswaar is die kwaliteit de voorbije decennia fors verbeterd, maar die verbetering is de laatste jaren gestagneerd en in verschillende regio’s is sinds enkele jaren weer sprake van verslechtering van de waterkwaliteit. De aanpak van diffuse bronnen is weliswaar complex, maar hard nodig. Dat geldt niet alleen voor nutriënten en pesticiden, maar ook voor medicijnresten en nieuwe chemische stoffen die in onze leefomgeving terechtkomen.
Ik juich onze samenwerking daarom van harte toe, en hoop dat we in de toekomst nog vaker samen op zullen trekken. Samen voor een emissieloze kringlooplandbouw. Samen voor het opschalen van de ‘vierde trap’ aan de rioolzuivering in gebieden waar dat relevant is. En samen voor een groter consumenten- en burgerbewustzijn.
Want ook dat laatste is hard nodig. Persoonlijk wist ik niet wat ik hoorde toen iemand me vorig jaar vertelde dat het water dat bij Lobith ons land binnenstroomt schoner is dan het water dat wij bij Maassluis weer uitslaan op de Noordzee…
Marc van den Tweel,
algemeen directeur van Natuurmonumenten
Dit artikel verscheen eerder in de Waterspiegel