Jaarverslag Vewin 2023: actie nodig voor de toekomst van ons drinkwater
Nieuws - 3 juni 2024
Er liggen op watergebied de nodige uitdagingen op het bordje van de minister van Infrastructuur en Waterstaat, Cora van Nieuwenhuizen. De doelen van de Kaderrichtlijn Water, het beschermen van de bronnen voor de productie van drinkwater, het zorgen voor voldoende kwaliteit en kwantiteit van zoet water en ‘en passant’ het Nederlandse watersysteem klimaatbestendig maken, om er een paar te noemen. Hoe pakt zij dat aan?
De hoge ramen in haar werkkamer op de elfde verdieping van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat geven Cora van Nieuwenhuizen een breed uitzicht op vrijwel elk aspect van haar werkgebied. Meteen links het spoor bij station Den Haag Centraal, iets verder weg de rijkswegen A12, A13 en A4, en helemaal in de verte, als je goed kijkt, de havens van Rotterdam.
De drinkwatersector is in die fysieke omgeving altijd wat minder zichtbaar, maar daardoor niet minder ’top of mind’. Integendeel, aldus de minister: ‘Drinkwater is een eerste levensbehoefte en de openbare drinkwatervoorziening is een groot nationaal belang. Ik ben er als eindverantwoordelijke voor het gehele watersysteem gerust op dat de drinkwatersector zijn taken serieus en naar behoren uitvoert. Bij drinkwater draait het om twee belangrijke zaken: het moet schoon en betrouwbaar zijn, en we moeten er voldoende van hebben. Ik zie dat de drinkwaterbedrijven als toegewijde, gedreven professionals met een resultaatgerichte mentaliteit, hun zaken goed voor elkaar hebben.’
‘De kwaliteit van ons drinkwater staat wereldwijd aan de top en ook de infrastructuur en de managementsystemen zijn zodanig georganiseerd dat er nauwelijks storingen of onderbrekingen in de drinkwaterlevering optreden. Het gebeurt maar heel zelden dat ik in de Tweede Kamer iets moet melden over ons drinkwatersysteem; meestal gaat het dan om incidenten zoals lozingen van chemische stoffen door derden.’
Wat zijn voor u de belangrijkste beleidsuitgangspunten voor de beschikbaarheid van voldoende en kwalitatief goede bronnen voor drinkwater?
‘Zoals ik al zei, draait drinkwater voor mij om kwaliteit en kwantiteit. Bescherming van de bronnen van ons drinkwater – het oppervlaktewater en het grondwater – staat voorop in het beleid. Steeds vaker zien we dat kwaliteit en kwantiteit twee zijden zijn van dezelfde medaille en daar houden we in de beleidsvorming dan ook steeds meer rekening mee.’
‘Van oudsher ligt in Nederland de nadruk op waterveiligheid: overtollig water zijn wij het liefst zo snel mogelijk kwijt, weg, naar zee. De afgelopen jaren is het idee dat je zuinig moet zijn op zoet water en dat de kwaliteit goed moet worden gewaarborgd, steviger geworteld in het denken over een integraal watersysteem. Daarbij is volgens mij ook het besef essentieel dat je dit niet in je eentje kunt. We hebben te maken met brede en vaak diffuse problematiek, zoals medicijnresten en de stoffen die vanuit de industrie en de landbouw in het milieu terechtkomen. Er is dus ook voor alle partners in de waterketen een rol bij het verder verbeteren van ons watersysteem en het oplossen van de knelpunten.’
‘Daarom hebben we ook een Bestuursakkoord Water, waarin alle betrokken partijen vertegenwoordigd zijn. Hier worden afspraken gemaakt over kwantitatieve en kwalitatieve aspecten van onze waterhuishouding. Eén van de uitgangspunten daarbij is dat de drinkwaterbedrijven kunnen beschikken over voldoende en zo schoon mogelijke bronnen voor de productie van drinkwater. Hoe minder ongewenste stoffen er aan de voorkant het systeem inkomen, des te minder zuiveringsinspanning hoeven de drinkwaterbedrijven te leveren om schoon en betrouwbaar drinkwater te produceren. Dat is ook één van de KRW-doelen die wij nastreven: de kwaliteit van het oppervlakte- en het grondwater moet zodanig zijn dat er met zo min mogelijk zuivering drinkwater van gemaakt kan worden. Dus geldt wat mij betreft nog steeds: ‘Wat er niet in zit, hoef je er ook niet uit te halen’.’
Nederland voldoet nog lang niet aan de eisen die de Kaderrichtlijn Water stelt; wat zijn uw ambities op dat gebied?
‘Nederland doet het niet slecht, maar het is duidelijk dat we op het gebied van de doeleinden van de KRW nog een weg te gaan hebben. Mede daarom heb ik eind vorig jaar de Versnellingstafels geïnitieerd: er moet nog het nodige gebeuren en het ging mij gewoon niet snel genoeg. Ik krijg in de volgende Stuurgroep Water een eerste voortgangsrapportage over deze tafels en ik ben erg benieuwd wat men al heeft bereikt. Mijn ambitie is om de KRW-doelen binnen de afgesproken periode tot 2027 te halen. Ik zie veel enthousiasme en inzet, maar het zal heel lastig zijn om dit te gaan halen. Een garantie kan ik niet geven, maar we gaan met z’n allen echt ons uiterste best doen.’