Hans Bolscher en Peter van der Velden over geothermie en drinkwater.
De koepelorganisaties waar Hans Bolscher en Peter van der Velden voorzitter van zijn – respectievelijk Geothermie Nederland en Vewin – staan met hun branche voor een grootschalige transitie. Met welke opgaven hebben zij te maken en hoe verhouden de belangen van hun sectoren zich tot elkaar?
Vanwege de energietransitie groeit het aantal geothermielocaties in Nederland de komende jaren van nu 31 tot circa 100 in 2030. De drinkwatervoorziening heeft zowel qua oppervlaktewater als qua grondwater te maken met kwalitatieve bedreigingen van haar bronnen én staat voor de opgave voldoende goed drinkwater te blijven leveren bij een groeiende vraag.
Bolscher: ‘De energiebehoefte in Nederland bestaat voor 60% uit vraag naar warmte. Geothermie of aardwarmte is één van de meest onmisbare bouw¬stenen van de warmtetransitie en daarmee van de energietransitie. Wind- en zonne¬energie staan inmiddels redelijk op de rails, maar geothermie staat aan de vooravond van een enorme ontwikkeling. Vooral in de steden zal straks 40% van de warmte via centrale warmtenetten worden gedistribueerd. Daarvoor zal het aantal winputten de komende decennia flink toenemen, tot zo’n 500 in het jaar 2050. Hiervoor is ruimte nodig, niet veel bovengronds, maar wel in de diepere ondergrond.’
Functiescheiding
Van der Velden: ‘Grondwater voor de drinkwaterwinning is een zeer kwetsbare functie in de ondergrond, waar ook steeds vaker naar geschikte locaties voor de winning van geothermie wordt gezocht. Ondanks een onlangs ontwikkelde industriestandaard voor verbeterde en veiligere putontwerpen kunnen risico’s voor bodem en grondwater door lekkages niet uitgesloten worden. Boren naar aardwarmte en gebieden voor de drinkwatervoorziening moeten daarom volgens Vewin gescheiden blijven.’
Belang geothermie
Bolscher: ‘Ja, wij gaan de ondergrond in en ja, daar komen we soms waterwinning tegen. Wij willen in het kader van duurzaamheid en maatschappelijke verantwoordelijkheid zo schoon en veilig mogelijk opereren. We hebben de afgelopen jaren veel geleerd: uit onze eigen praktijk en van andere sectoren. Zo zijn er momenteel in Nederland 5.000 putten voor olie- en gaswinning. Hoewel die ook in de buurt van drinkwater¬winningen zitten, hebben ze nog nooit problemen voor het grondwater opgeleverd. Wij begrijpen dat er ook andere belangen zijn in de bodem en wij willen die niet in de weg zitten. Maar zonder geothermie is de warmtetransitie niet mogelijk. Er zijn wel alternatieven, zoals aquathermie, warmte uit afvalcentrales, industrie of datacenters, maar dat is niet voldoende om aan de toekomstige warmtevraag te voldoen.’
Geen risico’s accepteren
Van der Velden: ‘De bodem is een belangrijke en kwetsbare bron voor de productie van drinkwater: ongeveer 60% van het Nederlandse drinkwater wordt van grondwater gemaakt. Daarbij groeit de vraag naar drinkwater sterk, terwijl de kwaliteit van de bronnen onder druk staat. Wij stellen vast dat wij niet de enige zijn met belangen in de bodem. Daarom is het belangrijk om de verschillende functies goed te regelen en af te bakenen, omdat er op geen enkele wijze risico’s voor de drinkwatervoorziening en de kwaliteit van het drinkwater mogen ontstaan. De kans op een incident is misschien klein, maar de potentiële gevolgen zijn enorm.’
Sterke groei drinkwatervraag
‘De Nederlandse drinkwaterbedrijven staan voor 24/7 voldoende en betrouwbaar drinkwater uit de kraan. Uit de Structuurvisie Ondergrond (2018) blijkt dat de watervraag de komende jaren met zo’n 30% kan stijgen: daarvoor zijn dus extra bronnen nodig. Samen met het IPO hebben wij naar mogelijke locaties hiervoor gezocht, die geografisch zijn vastgelegd als zogeheten Aanvullende Strategische Voorraden. Uitgangspunt voor zowel de provincies als de drinkwaterbedrijven is ‘functiescheiding’.’
Samenwerking zoeken
Bolscher: ‘Ik ben het met Vewin eens dat we elkaar niet in de weg moeten zitten. Er is nu een gezamenlijk onderzoek gestart om te zien waar we in ‘elkaars vaarwater’ zouden kunnen komen, daar zijn wij heel blij mee. Wij hebben bij de betrokken ministeries van EZK, IenW en LNV ook gepleit voor een nader onderzoek naar hoe we op bepaalde locaties naast elkaar zouden kunnen opereren. We willen graag mét de drinkwaterbedrijven kijken wat er samen kan en wat er niet samen kan. En als de conclusie soms is dat er bepaalde zaken niet kunnen, dan hebben wij daar geen probleem mee. De Mijnbouwwet sluit boring naar geothermie uit voor gebieden voor de drinkwatervoorziening, dus dat accepteren wij. Samen waar het kan, apart waar het moet.’
Centrale regie en ruimtelijke sturing
Van der Velden: ‘Zowel de warmte- als de watertransitie moeten in de ondergrond tot hun recht kunnen komen. De opgaven waar beide sectoren voor staan, zijn ongekend groot. Dat betekent dat er goede ruimtelijke sturing aan de voorkant moet zijn, met een krachtige, centrale regie, plus een goede samenwerking op basis van heldere afspraken en technische randvoorwaarden. Daarom is het ook goed dat we met elkaar in gesprek zijn en blijven.’
Bolscher: ‘Een paar geothermieputten samen op een half voetbalveldje kunnen warmte leveren voor ongeveer 50.000 huizen. We hebben nu 31 geothermieputten, we hopen dat er in 2030 zo’n 100 zijn. Om aan 30% van de warmtevraag in 2050 te voldoen, schatten we dat rond de 500 putten nodig zijn. De meeste van deze putten komen niet in de buurt van drinkwaterwinningen. Waar dat wel het geval is, zullen we samen goed moeten kijken naar de mogelijkheden en de risico’s. En als de gezamen¬lijke conclusie is: ‘Niet doen’, dan doen we het niet!’
Eenheid van beleid
Van der Velden: ‘Een goed begin is inderdaad de kaarten van mogelijke geothermielocaties en de drinkwaterbronnen over elkaar te leggen en te kijken waar er knelpunten zijn. Als systeemverantwoordelijke voor zowel de drinkwater- als de energievoorziening is het de taak van de rijksoverheid om op deze dossiers krachtige en eenduidige regie te pakken en voor centrale afstemming te zorgen. Dit is een te groot onderwerp om lokaal of regionaal te willen regelen. We kunnen ons in Nederland geen verontreiniging van het grondwater veroorloven.’
Wederzijds begrip
Bolscher: ‘Wij vinden het belangrijk om op basis van respect en de kwaliteit van inhoudelijke argumenten met elkaar tot overeenstemming te komen. Wij respecteren de opgave waar de drinkwaterbedrijven voor staan en we begrijpen hun zorgen. Wij denken dat we door samen te werken ook samen verder kunnen komen.’
Van der Velden: ‘Wij beseffen dat drinkwater niet het enige belang in de ondergrond is en dat de urgentie op het gebied van energievoorziening met de dag toeneemt, ook door de politieke situatie in de wereld. Ons land wordt steeds voller, zowel boven- als ondergronds. Als we de uitdagingen van de komende decennia adequaat het hoofd willen bieden, zullen we nog meer de samenwerking moeten zoeken, onder leiding van de centrale overheid. En als we daarbij win-winsituaties kunnen vinden, zullen we dat uiteraard niet laten.’
Bolscher: ‘De belangen zijn groot, de druk neemt toe, evenals het besef dat we het samen moeten doen. Dus ik verwacht dat de samenwerking tussen de drinkwaterbedrijven en de geothermiesector de komende tijd zal intensiveren, met als doel betrouwbare en robuuste drinkwater- én energievoorziening voor de toekomst van Nederland.’
Dit artikel verscheen eerder in Waterspiegel 3: Woningbouwopgave, kwaliteit Maaswater en geothermie