Uit onderzoek blijkt dat alle drinkwaterbedrijven de komende jaren meer productiecapaciteit nodig hebben. Bij Waterbedrijf Groningen, Dunea en Vitens is dit zelfs per direct het geval. Maar ook bij de andere bedrijven zijn er knelpunten, zoals bij Oasen in Zuid-Holland en Waternet in Noord-Holland. Als er nu geen maatregelen worden genomen, krijgen op termijn alle drinkwaterbedrijven te maken met problemen bij het nakomen van de leveringsplicht.
Oasen: ‘Zorgen over lange procedures en grondwaterkwaliteit’
Bij Oasen in Zuid-Holland doen zich nog geen acute problemen voor met waterbeschikbaarheid. Wél heeft men grote zorgen voor de langere termijn. Sectormanager Assetmanagement & Technologie Vincent de Graaff: ‘Wij moeten tussen 2030 en 2032 8 miljoen m3 meer drinkwater gaan leveren dan nu, een groei van zo’n 20%. Dat is onder normale omstandigheden al kort dag, maar we zien een enorme toename in de doorlooptijd voor alle benodigde vergunningen. Het kost inmiddels minimaal zes tot zeven jaar om een nieuwe zuivering te realiseren en daar komt het doorlopen van een MER-procedure nog bovenop.’
Welke knelpunten komen jullie tegen?
‘In principe kunnen we de vraagtoename opvangen binnen de reeds aangewezen strategische voorraden, de ASV’s. In dat proces hebben wij onder andere te maken met twee gemeenten, twee waterschappen en de provincie Zuid-Holland. En waar er vroeger eigenlijk geen discussie was over het belang van voldoende drinkwater voor de inwoners, zien we dat we tegenwoordig gelijkgeschakeld worden met andere belangen, zoals de stikstofreductie, de landbouw of de energietransitie. Daarmee is een eerstelevensbehoefte, wat schoon en voldoende drinkwater gewoon is, onderdeel geworden van het lokale politieke spel. Daarbij zie je vaak dat het grote openbare langetermijnbelang van de drinkwatervoorziening speelbal wordt van lokale kortetermijnbelangen. Hierdoor neemt de besluitvorming onnodig veel tijd in beslag. Mijn conclusie is dat de aanpak om complexe beslissingen over langetermijn strategische infrastructuur neer te leggen bij lokale overheden, niet werkt. De regie op dit soort trajecten moet wat mij betreft bij de rijksoverheid liggen.’
Zuivering op basis van omgekeerde osmose
Een ander knelpunt voor Oasen heeft volgens De Graaff te maken met waterkwaliteit: ‘Wij maken drinkwater van oevergrondwater uit de Lek, een aftakking van de Rijn. Inname van oppervlaktewater is voor Oasen geen optie. Bij acute vervuiling of een lage rivierafvoer kan het percentage verontreiniging in het Rijnwater zó stijgen dat de productie van drinkwater stilgelegd moet worden. Dat kunnen we ons niet veroorloven.’ ‘Tegelijkertijd komt er bij lagere afvoer meer zout water vanaf zee het land in, omdat de tegendruk door het rivierwater dan laag is. De combinatie van de vraagstukken op het gebied van waterkwantiteit én waterkwaliteit heeft tot de conclusie geleid dat er voor ons op lange termijn maar één duurzame methode overblijft om drinkwater te produceren: omgekeerde osmose ofwel membraanfiltering.’
Duurzame methode
‘Bij omgekeerde osmose – ook wel bekend als reverse osmosis of RO – zuiver je via membranen eigenlijk alle deeltjes uit water, zodat er heel schoon water overblijft. Daarna remineraliseren wij het water, zodat het voldoet aan de eisen van de Drinkwaterwet. Natuurlijk zouden wij liever met een schone bron werken, maar de realiteit is dat de ongewenste stoffen in het grondwater toenemen in Nederland. Het is de verwachting dat het nog wel enkele decennia zal duren voor hier verbetering in komt.’
Circulair maken van reststromen
‘Bij omgekeerde osmose blijft een reststroom van stoffen over die uit het grondwater is gezuiverd. Wij willen deze stroom circulair maken door samen met de waterschappen te onderzoeken welke toepassingen er voor deze stoffen bestaan, zoals al wordt gedaan met bijvoorbeeld kalk en ijzer. Dit zou dan bijvoorbeeld kunnen gebeuren op bestaande rioolwaterzuiveringsinstallaties of rwzi’s, waar verschillende waterstromen bij elkaar komen. De toepassing van RO is eigenlijk een mindshift. In plaats van steeds een nieuwe trap aan een zuivering toe te voegen om wéér een nieuw stofje uit het water te halen, halen we álles er in één keer uit en voegen daarna toe wat nodig is. Wij geloven dat wij hiermee de drinkwatervoorziening in ons verzorgingsgebied voor de toekomst duurzaam veilig kunnen stellen.’
Waternet: ‘Voorsorteren op 25% groei van de vraag naar drinkwater’
Waternet, dat opereert in Amsterdam en omstreken, heeft tot 2030 voldoende capaciteit, aldus adviseur Drinkwater Job Rook. ‘Maar voor 2050 rekenen wij met een 25% hogere watervraag in ons verzorgingsgebied: van 95 miljoen m3 naar 122 miljoen m3 per jaar. Dus dan moet er wel het nodige gebeuren! Daarom werken wij nu al langs verschillende sporen aan de uitbreiding van onze productiecapaciteit. Zo gaan we nieuwe langzame zandfilters bouwen op onze productielocatie Weesperkarspel. Verder willen we de bestaande productielocatie Leiduin opschalen. Hiervoor is een uitbreidingsvergunning nodig, dus dat kost nog wel wat tijd.’
Netkoppeling met PWN
‘Met PWN kijken we naar andere opties voor de langere termijn. Zo onderzoeken we de mogelijkheid of PWN in Amsterdam-Noord drinkwater aan Waternet kan leveren om de groeiende vraag op te vangen. Voor de aan te leggen koppelleiding is overigens wel eerst een tracéstudie nodig, dus ook dit kost veel tijd. We hopen dat dit in 2029 operationeel is.’
Brak kwelwater
‘In de Horstermeerpolder werken we nauw samen met Waterschap Amstel, Gooi en Vecht om met reverse osmosis drinkwater te produceren uit brak kwelwater. Hiermee sla je meerdere vliegen in één klap: wij hebben dan een nieuwe bron en het waterschap hoeft de sloten en vaarten minder door te spoelen met zoet water. Er loopt nu een pilot, die in 2025 een beeld moet geven van de operationele mogelijkheden van deze optie.’ ‘Bij onze voorzuivering bij Loenderveen in de Bethunepolder onderzoeken we of we op termijn (na 2035) meer water kunnen halen uit onze bestaande bron, het Amsterdam-Rijnkanaal. Dit zal dan nagezuiverd worden op onze locatie Weesperkarspel.’ Samen met PWN en Vitens werkt Waternet samen met de omgeving ook aan het langetermijnplan WAAG: Water Aanvoer en Aanvulling Gooi. Daarbij gaat het om nieuwe bronnen en waterbuffers in het Gooi.
Stadsuitbreiding
Amsterdam heeft vooral aan de noordwestzijde van de stad uitbreidingsplannen, wat voor Waternet een extra uitdaging betekent qua distributie. Rook: ‘Juist hier moet extra water naartoe. De verdeling van pompstations die we nu in de stad hebben, zal moeten worden aangepast om het water bij die nieuwe wijken te krijgen. Met de gemeente Amsterdam zijn we aan het kijken hoe dit ruimtelijk kan worden ingepast. Daarbij spelen natuurlijk allerlei andere belangen in de ondergrond,zoals riolering, elektriciteit en glasvezel, warmtenetten, geothermie, enzovoort. Een lastig en tijdrovend traject.’
Industriewater
Rook: ‘We proberen nu al meer drinkwater beschikbaar te hebben voor gebruikers die dat echt nodig hebben. Voor laagwaardige toepassingen in de industrie, zoals koeling van datacenters, leveren wij geen drinkwaterkwaliteit meer, alleen nog ruw water. In dat kader hebben we ook een haalbaarheidsstudie uitgevoerd naar de mogelijkheden voor het opwerken van effluent van rwzi’s in het Westelijk Havengebied tot hoogwaardig industriewater.’ Naast al deze technische oplossingen zet Waternet ook in op bewustwording over besparing bij watergebruikers. Rook: ‘We zien dat het privégebruik van drinkwater in de toekomst zal moeten afnemen, maar we mogen daar geen wonderen van verwachten.’
Ruimtelijke ordening
‘Onze plannen zijn gericht op de middellange en lange termijn. Tot 2030 verwachten we geen knelpunten, maar als we nu niets zouden doen, komen we daarna in de problemen. En gezien de complexiteit en verwevenheid van de vraagstukken, met name in de ruimtelijke ordening, is hulp van de gemeenten, provincies en het rijk echt essentieel. Want altijd voor iedereen voldoende water uit de kraan gaat niet vanzelf, daar moet je wel wat voor doen!’