CD VTH-stelsel
Standpunt - 4 december 2024
In de Tweede Kamer vond op 11 december een rondetafelgesprek plaats over het tijdelijk handelingskader voor hergebruik van PFAS-houdende grond en bagger. Vewin was hierbij aanwezig en heeft gepleit voor uitbreiding van de norm van 0,1 microgram PFAS per kilo voor de toepassing van niet-gebiedseigen grond naar alle gebieden voor de drinkwatervoorziening. Dit zijn naast grondwaterbeschermingsgebieden ook waterwingebieden, boringvrije zones en reserves voor de toekomst.
Op 12 december sprak de Tweede Kamer opnieuw over dit onderwerp in een kort debat. Het CDA diende een motie in om de norm te verruimen voor de toepassing van PFAS-houdende bagger in diepe plassen die in contact staan met ander oppervlaktewater.
De SP en GroenLinks stelden dat Vewin in het rondetafelgesprek had aangegeven dat verruiming van deze oppervlaktewaternorm een risico kan opleveren voor oppervlaktewater bestemd voor drinkwaterproductie. Zij pleitten voor een aanpassing van de motie om de drinkwatervoorziening niet in gevaar te brengen. De minister zei in haar reactie dat ze eerst met het RIVM wil overleggen over de hoogte van de norm om een goede afweging te kunnen maken, ook vanuit het oogpunt van de bescherming van mens en milieu, en specifiek het drinkwater. Ze vroeg het CDA om de motie voorlopig aan te houden.
De VVD bracht een motie in waarin de regering verzocht werd zich in te zetten voor een Europese aanpak van de PFAS-problematiek, en daarbij met name in te zetten op bronmaatregelen. De minister gaf aan dat ze op Europees niveau zich al inzet en zal blijven inzetten voor restrictie van PFAS.
Waterwinning bestemd voor drinkwaterproductie is een zeer kwetsbare functie. In 99% van de metingen in het oppervlaktewater dat voor drinkwaterproductie wordt gebruikt worden PFAS in lage concentraties gevonden. In het grondwater dat wordt onttrokken voor drinkwaterproductie vinden we bij 1 tot 4% van de metingen PFAS. PFAS zijn persistent, mobiel en sommige stoffen zijn ook toxisch. Omdat de huidige zuiveringen voor drinkwater deze stoffen niet of slecht verwijderen is het van groot belang dat voorkómen wordt dat PFAS in drinkwaterbronnen terechtkomen.
PFAS zijn risicovolle stoffen voor de drinkwatervoorziening. Ze komen wijdverspreid en diffuus voor in grond en bagger. In het (aangevulde) tijdelijk handelingskader voor hergebruik van PFAS-houdende grond en bagger is opgenomen dat hergebruik van grond/bagger van buiten het gebied met PFAS-hoeveelheden van meer dan 0,1 microgram per kilo niet is toegestaan in grondwaterbeschermingsgebieden. Vewin vindt dat deze uitsluiting dus moet worden verbreed naar alle gebieden voor de drinkwatervoorziening. Verplaatsing van al aanwezige PFAS-houdende grond binnen deze gebieden moet mogelijk blijven, dit mag echter niet leiden tot kwaliteitsverslechtering of knelpunten voor drinkwaterbronnen.
Voor de toepassing van grond in oppervlaktewater dat gebruikt wordt voor drinkwaterproductie onderschrijft Vewin vanuit het voorzorgsprincipe de grens van 0,1 microgram PFAS per kilogram. Voor verplaatsing van baggerspecie binnen een oppervlaktewaterlichaam worden in het handelingskader geen eisen gesteld. Vewin vindt dat in elk geval aangetoond moet kunnen worden dat dit niet leidt tot verslechtering van de waterkwaliteit bij een innamepunt voor drinkwaterproductie.
Via de bronaanpak moet voorkomen worden dat PFAS in het milieu terechtkomen. Vewin ondersteunt daarom de inzet van het Ministerie van IenW rond de aanpak van de lozing van opkomende stoffen in water, met name waar het gericht is op de bescherming van drinkwaterbronnen.