De drinkwaterkwaliteit in Nederland is van hoog niveau, de prijs laag en de levering naar tevredenheid. Dat is kort de conclusie van de prestatievergelijking drinkwaterbedrijven 2015. De Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) heeft begin januari 2017 het eindrapport van de prestatievergelijking drinkwaterbedrijven 2015 aan de Minister van Infrastructuur en Milieu aangeboden. In de aanbiedingsbrief van de minister aan de Tweede Kamer merkt minister Schultz het volgende op: ´Bij 99,9% van de metingen blijkt dat het drinkwater voldoet aan de vastgestelde normen. Normoverschrijdingen zijn over het algemeen incidenteel van karakter. De drinkwaterbedrijven reageren adequaat op normoverschrijdingen, nemen de juiste maatregelen en pakken de incidenten effectief aan.´
Voor de sector is transparantie van bedrijfsvoering vanzelfsprekend. Dit blijkt bijvoorbeeld uit de onderlinge prestatievergelijking die de sector al sinds 1997 uitvoert, eerst op eigen initiatief en sinds 2012 door de ILT. Deze driejaarlijkse prestatievergelijking geeft inzicht in de prestaties van de drinkwatersector op vier thema’s: waterkwaliteit, klantenservice, milieu en financiën & efficiency.
Uit de prestatievergelijking blijkt dat de consument over het algemeen tevreden is over het drinkwaterbedrijf en de dienstverlening een rapportcijfer van 7,8 geeft. Een klant had in 2015 gemiddeld 15 minuten geen waterlevering. Hiervan was ruim 6 minuten te wijten aan storingen, die voor een deel werden veroorzaakt door graafwerkzaamheden van derden.
Bij 99,9 % van ruim een half miljoen metingen voldoet het drinkwater aan de gestelde normen. Normoverschrijdingen zijn incidenteel van karakter.
Sinds de invoering van de eerste prestatievergelijking in 1997 zijn de gemiddelde (reële) kosten per aansluiting afgenomen met 38 procent. In 2015 bedragen de gemiddelde drinkwaterkosten 174 euro per administratieve aansluiting ofwel €1,29 per m3 geleverd drinkwater.
Het energiegebruik door de sector is in de afgelopen drie jaar licht gedaald. De daling, die gerealiseerd is door de vervanging van enkele oudere zuiveringsinstallaties door meer energiezuinigere installaties, volgt op een jarenlange stijging. In 2015 is voor nagenoeg 100% van bij de waterzuivering vrijkomende en afgevoerde reststoffen een nuttige toepassing gevonden.
Gemiddeld 5,4 % van de totale hoeveelheid drinkwater die in het leidingnetwerk wordt gepompt wordt niet in rekening gebracht. Naast lek- en spuiverliezen gaat het hier ook om gebruik van drinkwater dat niet gefactureerd wordt (bijvoorbeeld ten behoeve van brandblusinstallaties). Dit verlies is zeer laag in vergelijking met andere Europese landen.
Het doel van de rapportage is om de prestaties van de drinkwaterbedrijven transparant en toegankelijk te maken voor alle belanghebbenden. Daarnaast geeft de prestatievergelijking inzichten waarmee individuele drinkwaterbedrijven hun processen verder optimaliseren. De drinkwaterbedrijven stellen daartoe wettelijk vastgelegde verbeterplannen op aan de minister van IenM. Andere rapportages uit de Drinkwaterwet waarmee de drinkwaterbedrijven de transparantie over hun functioneren weergeven zijn de jaarlijkse rapportages over de voorgenomen tarieven inclusief de beoordeling van de toezichthouder ILT en over de gerealiseerde bedrijfsresultaten.
Klik hier voor het rapport “Prestatievergelijking drinkwaterbedrijven 2015“