Op 22 februari vond er een plenair debat plaats in de Tweede Kamer over het schoonhouden van drinkwater. Minister van Nieuwenhuizen beantwoordde vragen van Kamerleden over de bescherming van drinkwaterbronnen en de aanpak van lozingen van risicovolle stoffen. Matthijs Sienot van D66 vroeg aandacht voor een goede bronaanpak om te voorkomen dat drinkwaterbronnen verontreinigd raken met mogelijk zorgwekkende stoffen. Hij diende vervolgens samen met Carla Dik-Faber van de CU een motie in met het verzoek aan de regering om een uitvoeringsplan op te stellen samen met andere partijen – waaronder provincies, waterschappen en drinkwaterbedrijven – om drinkwater te beschermen tegen verschillende nieuwe bedreigingen zoals onbekende chemische stoffen, medicijnresten en microplastics.
Cem Lacin van de SP vroeg om duidelijke afspraken tussen alle betrokken overheden en drinkwaterbedrijven over inzet, financiering, monitoring, toezicht en handhaving, om verbetering van de waterkwaliteit op een integrale en effectieve manier te kunnen realiseren. Hij stelde voor om deze concrete afspraken vast te leggen in een vernieuwd Bestuursakkoord Water. Ook Liesbeth van Tongeren (GroenLinks) en Corrie van Brenk (50plus) vroegen om het vastleggen van afspraken over meetbare doelen, inzet en middelen om waterkwaliteit te verbeteren in een Bestuursakkoord Water 2.0, en dienden hierover een motie in.
In haar reactie gaf de minister aan dat zij van plan is om een Bestuursakkoord Waterkwaliteit/actieprogramma te gaan maken waarin de aanpak van waterkwaliteitsproblemen integraal wordt samengebracht, inclusief maatregelen, monitoring, instrumenten, financiering en wetgeving. De precieze vorm hiervan is nog niet duidelijk; volgens de minister mag dit best een ‘lichte vorm’ zijn, als er maar ‘harde handtekeningen’ van alle betrokken partijen onder staan. In juni moet er een stuk liggen voor het Algemeen Overleg Water wat dan zal plaatsvinden.