CD VTH-stelsel
Standpunt - 4 december 2024
‘Wilt u een column schrijven voor Waterspiegel met als onderwerp uw visie op GenX; de
verhouding dan wel spanning tussen de mogelijkheden die de wet biedt aan het bevoegd
gezag en de impact van zo’n kwestie op de klantperceptie’. Nu zou ik over het onderwerp
niet alleen een column, maar een heel blad vol kunnen schrijven. En dan niet alleen
over GenX, maar ook over nieuwe stoffen die dagelijks op de markt en daarmee in onze
leefomgeving komen. GenX staat dan wel nu in de schijnwerpers, maar dat stoffen ophef
veroorzaken, kunnen we in de toekomst vaker mee gaan maken. ‘Weiger dan een vergunning’
is de opmerking die in reactie snel richting vergunningverleners wordt gemaakt.
Daarmee wordt feitelijk opgeroepen het gebruik van een niet verboden stof te verbieden.
Vergunningverleners moeten dan steeds weer uitleggen dat vergunningverlening geen discretionaire
bevoegdheid is, maar dat wij gebonden zijn aan wetten, regels en jurisprudentie.
Dit is ook de reden dat er fundamenteel iets moet veranderen aan de manier waarop we
met deze nieuwe stoffen omgaan. In het huidige systeem moeten we als bevoegd gezag,
gebruikmakend van de bestuurlijke en juridische instrumenten die ons ter beschikking
staan, steeds aan het eind van de productieketen zoeken naar oplossingen om het lozen
van deze stoffen te beperken. Bij inwoners leidt het tot onrust en onbegrip als zij via het
drinkwater geconfronteerd worden met de gevolgen. Dat snappen wij ook heel goed, en
daarom dringen wij aan op veranderingen.
Er zijn grote ontwikkelingen gaande die ervoor zorgen dat er ook daadwerkelijk verandering
kan komen. De beschikbaarheid van voldoende water van voldoende kwaliteit komt
in de nabije toekomst ernstig onder druk te staan. Wereldwijd zal naar verwachting binnen
twee decennia de vraag naar kwalitatief voldoende water de beschikbaarheid met 40 procent
overtreffen. Specifiek voor mijn provincie Zuid-Holland komt daar nog de toenemende
verzilting bij, wat maakt dat wij met elkaar voor een enorme opgave gesteld staan. Dat betekent
dat we in de toekomst schaarste zullen moeten gaan verdelen en de oplossing moeten
gaan zoeken in het verdelen van de beschikbare hoeveelheid water. Ook de industrie zal de
gevolgen hiervan gaan ondervinden.
Dit vraagt aanpassingen van de industrie als grootverbruiker en belangrijke klant van de
drinkwaterbedrijven. Want bij de huidige productieprocessen wordt onnodig veel water
gebruikt en vervolgens ook geloosd. Bedrijfsprocessen zullen opnieuw moeten worden ingericht.
We lopen met onze Nederlandse watertechnologie trots voorop in de wereld. Dan
moeten we toch ook in staat zijn om het watergebruik van de industrie in ons eigen land te
transformeren naar nieuwe productieprocessen met minder verbruik en meer circulair gebruik.
Daarmee kan ook een einde gemaakt worden aan onnodige en ongewenste lozingen.
Dat is noodzakelijk voor onze gezonde en veilige leefomgeving.
Onze vraag als bevoegd gezag zal bij vergunningaanvragen dan ook steeds vaker zijn waarom
er eigenlijk nog geloosd wordt. Niet lozen zal in de toekomst de nieuwe norm moeten
worden.