Waterspiegel 3: duurzaam watersysteem, waterkwaliteit en de rol van water in Europa
Nieuws - 17 oktober 2024
De drinkwaterbedrijven die van de Maas en Rijn afhankelijk zijn maken zich zorgen over verontreinigingen door opkomende stoffen. Ze pleiten voor scherpe bewaking van de waterkwaliteit en intensieve internationale samenwerking om meer inzicht te krijgen in de beschikbaarheid van rivierwater voor de drinkwatervoorziening in de toekomst en om informatie over lozingsvergunningen centraal toegankelijk te maken. Daarnaast zijn er behalve over de kwaliteit op langere termijn ook zorgen over de kwantiteit omdat door de toenemende droogte het de vraag is of er voldoende water beschikbaar blijft in de rivieren voor de drinkwatervoorziening. In 2019 zijn in de Rijn opnieuw tientallen stoffen als industriële chemicaliën, geneesmiddelenresten, bestrijdingsmiddelen en afbraakproducten van deze stoffen aangetroffen. Dit in hogere concentraties dan de streefwaarden van het European River Memorandum (ERM). 2019 was het derde droge jaar op rij, met lage waterstanden in de Maas als gevolg. Bij laag water zijn rivieren extra kwetsbaar voor incidenten of (industriële) lozingen, omdat verontreinigingen minder worden verdund en ook nauwelijks worden afgevoerd. Als er sprake is van verontreinigingen staken drinkwaterbedrijven de inname van rivierwater om hun voorraadbekkens en de drinkwaterkwaliteit te beschermen. Dit gebeurt zowel preventief als bij overschrijding van wettelijke normen. Dit staat in de jaarrapportages over 2019 van RIWA-Maas en RIWA-Rijn. Deze organisaties rapporteren jaarlijks over de waterkwaliteit van de rivieren.
Uit een rapport van het onderzoeksinstituut KWR blijkt dat de kwaliteit van het grondwater en oppervlaktewater bestemd voor drinkwaterproductie onder toenemende druk staat. Dit is bevestigd door de Nationale Analyse Waterkwaliteit van het Planbureau voor de Leefomgeving. Het is zaak meer werk te maken van het terugdringen van schadelijke stoffen die impact kunnen hebben op drinkwaterbronnen, zoals industriële stoffen en medicijnresten. De recente ‘fitness check’ van de Kaderichtlijn Water toonde al aan dat op het vlak van bescherming van drinkwaterbronnen nauwelijks vooruitgang is geboekt. De verontreinigingen die met name een risico kunnen vormen voor de drinkwatervoorziening, zijn de zogenoemde opkomende stoffen. Deze stoffen zijn nog niet genormeerd, de schadelijkheid staat vaak nog niet vast, en ze zijn doorgaans moeilijk te verwijderen in zuiveringen. RIWA pleit ervoor om internationaal samen te werken aan oplossingen om de verontreiniging door opkomende stoffen tegen te gaan. Uitwisseling van informatie, leren van elkaars ervaringen in het stroomgebied – en uiteindelijk grensoverschrijdende bronbescherming – dragen bij om meer grip op opkomende stoffen te krijgen. Samen met RIWA vindt Vewin dat voor een betere implementatie van de KRW ook afspraken met buurlanden zullen moeten worden gemaakt om grensoverschrijdende verontreiniging aan te pakken, bijvoorbeeld door een verbetering van het proces van Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving (VTH) voor industriële lozingen op het stroomgebiedsniveau. Vewin steunt daarom het pleidooi van de rivierwaterbedrijven.