CD Water
Standpunt - 3 februari 2025
Nederland beschikt over een beperkt aantal bronnen voor de productie van drinkwater: grondwater (goed voor 60% van ons drinkwater), oppervlaktewater (39%) en duinwater (1%). De waterkwaliteit van deze bronnen is belangrijk voor de kwaliteit van ons drinkwater en bepaalt welke zuiveringsinspanning een drinkwaterbedrijf moet leveren. Waar lopen de drinkwaterbedrijven tegenaan op het gebied van bronkwaliteit en hoe gaan zij hiermee om?
Voor de productie van drinkwater gebruikt Brabant Water alleen grondwater. ‘Voor de langere termijn zoeken wij wel naar aanvullende bronnen, zoals brak grondwater en zeewater’, aldus strategisch beleidsadviseur Sandra Verheijden.
Hoe beoordelen jullie de ontwikkeling van de kwaliteit van de bronnen?
‘Van onze 35 winningslocaties is ongeveer de helft goed beschermd door een ondoordringbare kleilaag in de ondergrond. De andere helft is kwetsbaar voor verontreiniging vanaf het maaiveld door het ontbreken van zo’n beschermende laag. In het algemeen zien we dat de kwaliteit van het grondwater achteruitgaat en daar maken we ons zorgen over.’
Van welke verontreinigingen hebben jullie (toenemende) last?
Verheijden: ‘Op verschillende locaties zien we de aanwezigheid van bestrijdingsmiddelen toenemen, in aantal en in concentratie.’
‘Wat er niet in zit, hoef je er ook niet uit te zuiveren’
‘Daarnaast zien we dat de uitspoeling van meststoffen leidt tot toename van de hardheid en soms van metalen in het grondwater. Lokaal zien we soms verontreiniging, van vuilstorten of oude industriële vervuiling. Tot slot constateren we op alle kwetsbare winningslocaties ‘vergrijzing van het grondwater’. Dit betekent eigenlijk dat het water nergens meer echt schoon is en altijd wel enkele uiterst kleine sporen van stofjes bevat, zoals PFAS, bestrijdingsmiddelen, medicijnresten, enzovoort.’
Wat moet er gebeuren om deze trend te keren?
Verheijden: ‘Zorg ervoor dat er geen stoffen in het grondwater komen die er niet in horen. Wat er niet in komt, hoef je er ook niet uit te zuiveren. Preventie is dus heel belangrijk. Bovengrondse activiteiten, zoals het gebruik van bestrijdingsmiddelen, moet je afstemmen op de kwetsbare functies die ‘eronder zitten’. Het waterbeleid moet aansluiten bij de KRW-doelen. We moeten er ook voor zorgen dat de regels om het grondwater te beschermen goed bekend zijn bij grondgebruikers in grondwaterbeschermingsgebieden en dat er voldoende toezicht en handhaving is.’
Wat kun je als drinkwaterbedrijf doen om een goede bronaanpak te ondersteunen?
Verheijden: ‘De drinkwaterbedrijven en de betrokken overheden moeten nadrukkelijker agenderen wat er goed en niet goed gaat. Daarnaast gaan we samen met de provincie het bewustzijn vergroten van bewoners en grondgebruikers in grondwaterbeschermingsgebieden ten aanzien van de geldende regels. Ook geven we natuurlijk zelf het goede voorbeeld. Omdat natuur de beste bescherming is voor de grondwaterkwaliteit, ontwikkelen we onze waterwingebieden tot drinkwaterlandschappen. Daarnaast stellen wij bij de uitgifte van gronden buiten de waterwingebieden voorwaarden aan onze pachters die rekening houden met de bescherming van de winningen en een gezonde bodem.’
Verheijden: ‘Brabant Water investeert samen met andere stakeholders via projecten zoals BodemUp of Schoon Water in bewustwording van agrarische bedrijven in onze beschermingsgebieden. Daarnaast breiden wij de monitoring uit: meer monstername, uitgebreidere analysepakketten, vaker meten van meer stoffen, enzovoort. We bereiden ons hiermee ook voor op extra zuiveringsstappen in de toekomst, met name bij de meest kwetsbare winningen. Op twee locaties zijn we al aanvullend gaan zuiveren op bestrijdingsmiddelen, een derde locatie is in ontwikkeling. Het uitgangspunt voor Brabant Water blijft bescherming van de bronnen en de winningen, ook omdat er eigenlijk nauwelijks alternatieve locaties voor drinkwaterwinningen beschikbaar zijn. ‘Preventie is de enige duurzame oplossing’, aldus Verheijden.
Drinkwaterbedrijf Dunea is een 100% oppervlaktewaterbedrijf, met als primaire bron de Afgedamde Maas in Noord-Brabant.
Hoe beoordelen jullie de ontwikkeling van de kwaliteit van de bronnen?
Adviseur bronnen Gertjan Zwolsman: ‘Niet best, we zitten er dan ook bovenop, bijvoorbeeld via het uitvoeringsprogramma van het rivierdossier Maas. Dat benoemt stoffen in het Maaswater waarvoor extra maatregelen moeten worden genomen, zoals PFAS, melamine en AMPA, een afbraakproduct van glyfosaat. Naast deze structurele problemen zijn er ook incidentele lozingen. De afgelopen tien jaar waren er vier grote incidenten waardoor we soms tot drie maanden geen Maaswater konden innemen. Wij hebben vooral last van opkomende stoffen. Dunea zuivert nu al extra vanwege PFAS, met actief kool. Daarmee weten we de concentratie voldoende laag te houden, maar het is geen duurzame oplossing voor het probleem.’
Andere zorgwekkende verontreinigingen zijn bestrijdingsmiddelen uit met name de Bommelerwaard, waaruit overtollig water wordt afgevoerd naar de Afgedamde Maas, vlak voor het innamepunt van Dunea. Daarnaast zijn medicijnresten een probleem, die via rioolwaterzuiveringsinstallaties (rwzi’s) in het oppervlaktewater komen.
Wat moet er volgens jullie gebeuren om deze trend te keren?
Zwolsman: ‘Voor PFAS een totaalverbod. Voor de bestrijdingsmiddelen uit de Bommelerwaard is, mede op initiatief van Dunea, een speciale tuinbouwriolering ontwikkeld. Uit dit rioolwater worden op de rwzi in Zaltbommel via een extra zuiveringsstap de bestrijdingsmiddelen verwijderd. Inmiddels is zo’n 60% van de tuinders aangesloten, het zou mooi zijn als dat 100% wordt. Verder zijn wij actief in de Schone Maaswaterketen, waarin wordt gesproken over concrete maatregelen die de waterkwaliteit van de Maas kunnen verbeteren.’
‘Een belangrijke fout vind ik dat de KRW een horizon van 15 jaar heeft, met de mogelijkheid voor extra uitstel, zonder afdwingbare tussendoelen. Daardoor wordt de urgentie pas gevoeld tegen het einde, als het te laat is. En ook op andere vlakken gaat het fout. Zo is de vergunningverlening voor industriële lozingen sterk verouderd, niet compleet en niet expliciet genoeg. Daarnaast zijn toezicht en handhaving onvoldoende. Rijkswaterstaat en de waterschappen zijn bezig met een inhaalslag op het gebied van de directe lozingen, maar dat gaat niet snel genoeg.’
‘Neem KRW-normen mee bij toelating bestrijdingsmiddelen’
‘Verder bevat het toetsingskader voor de toelating voor bestrijdingsmiddelen een grote weeffout. Bij de toelating wordt niet getoetst aan de KRW-normen. Het is daarom belangrijk om er snel voor te zorgen dat de KRW-normen meegenomen worden in de toelating van bestrijdingsmiddelen. De ministers van IenW en LVVN beloofden eerder dit jaar te zullen uitzoeken hoe dat kan. Daarnaast zouden geen middelen moeten worden toegelaten die niet met een gangbare analysemethode kunnen worden gedetecteerd.’
Wat kun je als drinkwaterbedrijf doen om een goede bronaanpak te ondersteunen?
Zwolsman: ‘Dunea vraagt in de gremia waar het over waterkwaliteit gaat, zoals de rivier- en gebiedsdossiers, aandacht voor de problematiek. Verder zoeken we contact met de omgeving, om met stakeholders aan oplossingen te werken. En tot slot kunnen we extra zuiveren, maar dat heeft niet de voorkeur. Voorkomen is immers beter dan genezen.’
Dit interview verscheen eerder in de Waterspiegel.