Met het voorgenomen beleid, waaronder de Kaderrichtlijn Water (KRW), het mest- en het gewasbeschermingsbeleid, zullen in de meeste wateren niet alle KRW-doelen voor 2027 worden gehaald. Dat is de hoofdboodschap op het gebied van waterkwaliteit in de rapportage ‘De Balans van de Leefomgeving’ , die het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) onlangs publiceerde. Een van de aandachtspunten is de onvoldoende kwaliteit van het oppervlaktewater met tijdelijke stops van de inname van water voor de productie van drinkwater als gevolg. Ook wordt er aandacht gevraagd voor nieuwe ontwikkelingen respectievelijk stoffen die problemen opleveren voor de waterkwaliteit zoals geneesmiddelen, microplastics en industriële stoffen. Deze rapportage wordt tweejaarlijks uitgebracht door het PBL. Het rapport ondersteunt het pleidooi van Vewin dat een extra impuls nodig is om de waterkwaliteit te verbeteren. Dit is van groot belang voor de drinkwaterproductie. Wat betreft de drinkwaterkwaliteit wordt in het rapport gemeld dat in 2016 in 99,9% van de metingen drinkwater aan de gestelde normen voldeed, en dat incidentele overschrijdingen effectief aangepakt werden door de drinkwaterbedrijven.
Vewin vindt dat uit de rapportage blijkt dat extra inzet nodig is voor het verbeteren van de waterkwaliteit. Dit is nodig om de doelen van de KRW te halen en om het hoofd te bieden aan nieuwe uitdagingen. Het doel van de KRW is een zodanige kwaliteit van drinkwaterbronnen dat met eenvoudige technieken drinkwater kan worden geproduceerd. Dit wordt nu, getuige de vele normoverschrijdingen, teveel bemoeilijkt door emissies van bijvoorbeeld industrie en landbouw. Het rapport geeft ook aanknopingspunten om de organisatie van het waterkwaliteitsbeleid te verbeteren, door bijvoorbeeld in te zetten op gebiedsspecifiek maatwerk met alle regionale stakeholders, waarbij het van belang is dat dit consistent is met nationaal generiek beleid. Vewin zet in op concrete afspraken in het door de minister van IenW aangekondigde Bestuursakkoord Waterkwaliteit.
‘De Balans van de Leefomgeving’ is een rapportage over de staat van milieu, natuur en ruimte, waarin tweejaarlijks in beeld wordt gebracht hoe de leefomgeving er in Nederland voor staat. In deze rapportage wordt aandacht besteed aan thema’s zoals mobiliteit, de circulaire economie en waterkwaliteit. Zo wordt ook uiteengezet wat de belangrijkste opgaven voor de waterkwaliteit in Nederland zijn. Wat betreft de doelen van de Kaderrichtlijn Water blijkt dat in de meeste oppervlaktewateren ten minste een van de chemische normen voor waterkwaliteit (bijvoorbeeld zware metalen) wordt overschreden. Ook blijkt dat in 2015 ruim 55 procent van de wateren niet voldeed aan de KRW-normen voor stikstof en fosfor, veelal afkomstig van uit- en afspoeling vanuit het landelijke gebied en RWZI’s. Ook werden de normen voor gewasbeschermingsmiddelen bij meer dan 60 procent van de metingen overschreden in 2015. Daarnaast staat de kwaliteit van het grondwater onder druk, door onder meer blijvende belasting met nitraat. Wat betreft opkomende stoffen – zoals geneesmiddelen, stoffen als GenX en microplastics – is ingezet op trajecten zoals een landelijke hotspotanalyse om inzicht te krijgen in de geneesmiddelenemissies en het opstellen van een lijst van potentieel Zeer Zorgwekkende Stoffen ten behoeve van vergunningverlening.
Klik hier voor meer informatie: PBL – Balans van de Leefomgeving 2018