Op 1 juni gingen de Vaste Kamercommissies van IenW en LNV (deels) in gesprek met experts, overheden en maatschappelijke organisaties over de stand van zaken wat betreft de Kaderrichtlijn Water. De opkomst van de Kamerleden bij dit rondetafelgesprek was hoog.
De wetenschappers/onderzoekers (Marleen van Rijswick, Susanne Wuyts en Lianne Slagter) startten; rode draden die zij naar voren brachten waren:
- De KRW legt verplichtingen op aan de lidstaat Nederland, dus alle ministeries vallen onder deze verplichting.
- In Nederland worden op dit moment te veel maatregelen uitgevoerd op vrijwillige basis.
- Sinds 2009 is de waterkwaliteit feitelijk achteruit gegaan. Wuyts benoemde de effecten op de bronnen voor drinkwater, met eenvoudige zuivering is nu geen drinkwater meer te maken, terwijl dat een uitgangspunt is van de KRW.
- De doelen van het NPLG moeten aangescherpt worden en concreter ingevuld worden.
- De huidige Waterwet geeft veel ruimte om vergunningen te verlenen die de waterkwaliteit verslechteren.
- Om rechtszaken te voorkomen moet alles op alles worden gezet om de doelen te halen. Doelverlaging en ‘er onderuit’ willen komen lokken juridische procedures uit:
- Van Rijswick gaf aan dat uitzonderingen alleen aangevraagd kunnen worden bij overmacht. Er is weinig ruimte om de doelen naar beneden te brengen.
Maatregelen uitvoeren
De Unie van Waterschappen (Sander Mager) legde nadruk op het uitvoeren van de maatregelen die we afgesproken hebben. De Unie heeft ook zorgen over de aanpak van het NPLG (niet concreet genoeg). De Unie staat open om VTH-taken van de omgevingsdiensten te gaan uitvoeren. De focus van het beleid moet op bronbeleid liggen in goede afstemming tussen Rijk en regio.
IPO en RWS
Het IPO (Hans Kuipers) gaf aan dat de doelen per provincie gebaseerd zijn op de landelijke kaders. De provincies willen samen een impuls geven. Er zijn meer verplichtende maatregelen nodig voor het grondgebruik en de bevoegdheden van de provincies moeten daarmee in overeenstemming komen. RWS (Marcel van de Leemkule) benoemde het traject om de lozingsvergunningen te herzien. Voor eind 2023 heeft RWS een kwart van het geheel herzien.
Natuur en Milieu en Natuurmonumenten
Natuur en Milieu (Rob van Tilburg) legde de focus op een stringenter bronbeleid bij de landbouw, bijvoorbeeld door chemische middelen in de drinkwaterwingebieden en natuurgebieden te verbieden en door bufferzones in te stellen. Natuurmonumenten (Tom Kunzler) stelde dat we niet verder kunnen gaan met de vrijblijvendheid en vroeg onder meer om de aanbevelingen van de Rli over te nemen en daarnaast om alle grondwateronttrekkingen vergunningplichtig te maken.
Lees ook het standpunt van Vewin over de KRW.