Jaarverslag Vewin 2023: actie nodig voor de toekomst van ons drinkwater
Nieuws - 3 juni 2024
Sander Mager, lid van het dagelijks bestuur bij Waterschap Amstel, Gooi en Vecht, is sinds oktober vorig jaar bestuurslid bij de Unie van Waterschappen. Hoe ziet deze ecoloog de doelen wat betreft de waterkwaliteit voor de waterschappen en wat is zijn visie op de ontwikkelingen in de komende jaren? ‘Schoon water moet, maar we moeten het vooral samen doen.’
Mager: ‘Schoon water vraagt een brede benadering voor alle gebruiksfuncties: voor natuur, voor recreatie, voor drinkwater en ook voor landbouw. Dus ik zie waterkwaliteit als een basisvoorwaarde voor een duurzame maatschappij.’
‘De KRW (Kaderrichtlijn Water) is voor mij geen doel op zich, maar een middel om een goede waterkwaliteit te halen. Nederland is goed op weg om in 2027 alle maatregelen te hebben uitgevoerd die we daarin hebben vastgelegd, maar we zien ook dat het halen van de doelen op sommige plekken nog lastig is. Bijvoorbeeld omdat de effecten van die doelstellingen pas veel later zichtbaar zijn. Maar ook omdat we daarvoor van heel veel andere partijen afhankelijk zijn. Hoe dichter we bij 2027 komen, hoe meer we gaan ervaren dat het een flinke opgave is. Daar zullen we met de waterschappen, en zeker ook met alle andere partners, onze schouders onder moeten blijven zetten.’
‘Waar mogelijk moeten we ons watersysteem nog veel natuurlijker inrichten. Vewin heeft samen met de Unie van Waterschappen een pleidooi gehouden om fundamenteel anders te kijken naar ons waterbeheer. We zien nu dat ons watersysteem is ingericht op het zo snel mogelijk afvoeren van te veel water. Dat betekent dat we in droge perioden problemen hebben met te weinig water. En dat levert dan weer waterkwaliteitsproblemen op: van verzilting tot een verhoogde concentratie afvalstoffen in het water. Ik denk dat er een andere en natuurlijkere manier van waterbeheer nodig is om dat op te lossen. In een sterk verstedelijkt land als Nederland is dat een enorme opgave.’
‘In de landbouw zijn zowel gewasbeschermingsmiddelen als de uitstroom van nutriënten een groot probleem. Onze rioolwaterzuiveringsinstallaties (rwzi’s) zijn vooral in perioden van droogte in sommige gebieden een van de belangrijkste bronnen van zoetwater in Nederland. Dus we moeten het effluent (gezuiverd afvalwater dat een rwzi verlaat) echt nog verbeteren. En daar horen ook de vraag- stukken over opkomende stoffen en medicijnresten bij.’
‘Een van de uitkomsten van de Nationale analyse waterkwaliteit is dat er grote verschillen zijn tussen de verschillende regio’s bij bijvoorbeeld droogte en bodemdaling. Dus zullen de waterkwaliteitsopgaven steeds meer regionaal van aard worden. Daarom is het zo goed dat de waterschappen als regionale overheid dat beheer zo goed kunnen doen.’
Lees dit interview verder in de Waterspiegel