Wetgevingsoverleg Water: Tweede Kamer eensgezind over belang schoon water, maar weg ernaartoe verschilt
Nieuws - 19 november 2024
Uit onderzoek blijkt dat alle drinkwaterbedrijven de komende jaren meer productiecapaciteit nodig hebben. Bij Waterbedrijf Groningen, Dunea en Vitens is dit zelfs per direct het geval. Maar ook bij de andere bedrijven zijn er knelpunten, zoals bij WML in Limburg en PWN in Noord-Holland. Als er nu geen maatregelen worden genomen, krijgen op termijn alle drinkwaterbedrijven te maken met problemen bij het nakomen van de leveringsplicht.
Adviseur strategisch omgevingsmanagement Mirjam van Roode WML: ‘Al jarenlang de helft van het jaar een innamestop’.
Drinkwaterbedrijf WML produceert zo’n 80 miljoen kubieke meter drinkwater per jaar, waarvan ongeveer 75% op basis van grondwater en bijna 25% uit oppervlaktewater uit de Maas. Vooral bij die laatste bron zijn de knelpunten goed zichtbaar, aldus adviseur strategisch omgevingsmanagement Mirjam van Roode. ‘In droge perioden is de afvoer in de Maas, een regenrivier, zeer laag. Wanneer er weinig water door een rivier stroomt, neemt de vervuilingsgraad toe: dezelfde hoeveelheid verontreiniging wordt dan immers vermengd met veel minder water. Steeds vaker detecteren wij te hoge concentraties van verontreinigende stoffen en moeten wij de inname van rivierwater voor onze drinkwaterproductie staken. In de afgelopen jaren hebben we regelmatig vastgesteld dat grote hoeveelheden bestrijdingsmiddelen op de Maas zijn geloosd. Dit is een onacceptabele situatie en voor WML een hoofdpijndossier. Al met al kunnen we meer dan de helft van het jaar geen Maaswater innemen en moeten we – na gebruik van de voorraad in het spaarbekken – terugvallen op grondwaterwinningen als backup. Je ziet dus dat waterkwantiteit en waterkwaliteit nauw samenhangen.’
‘We hebben verspreid over heel Limburg meer dan twintig diepe en ondiepe grondwaterwinningen. Op dit moment ervaren wij nog geen grote knelpunten met betrekking tot de beschikbaarheid van grondwater, maar we maken ons wel zorgen over de toekomst. De vraag naar water groeit, het klimaat verandert en de natuur lijdt onder droogte. Op dit moment hebben wij nog voldoende vergunningsruimte, maar de provincie Limburg zal vanuit waterbeschikbaarheid kritischer gaan kijken naar de verdeling van het water. Daarnaast treffen we ook in het grondwater steeds meer verontreinigingen aan. Samen met de provincie richten we ons op ‘beschermen om te blijven’. Er is namelijk nauwelijks ruimte om nieuwe winningen te ontwikkelen, dus bestaande winningen moeten beter beschermd worden. Het gaat dan niet alleen om voldoende water, maar vooral om voldoende schoon water.’
Van Roode: ‘Het totale watersysteem staat onder druk. Voor de lange termijn werken wij daarom samen met de andere waterketenpartners, zoals Waterschap Limburg, gemeenten en provincie, aan een gezond en klimaat robuust watersysteem, waarin we meer water langer kunnen vasthouden. Wij houden daar uiteraard rekening mee bij de inrichting en het beheer van onze terreinen. Maar we zijn ook in gesprek met andere partijen, zoals Natuurkracht, een regionaal initiatief vanuit milieu- en natuurorganisaties om het watersysteem in het Geuldal te verbeteren.’
‘Ook in de Limburgse uitwerking van het Nationaal Programma Landelijk Gebied zijn wij betrokken bij de plannen voor het watersysteem. Hier komen veel verschillende problemen bij elkaar: verdroging, stikstof, nitraat, bestrijdingsmiddelen, enzovoort. Het is belangrijk om hier aan tafel te zitten, ook al gaat dat niet makkelijk. Bij drinkwater zie je dat velen denken verstand te hebben van de drinkwatervoorziening en voor ons oplossingen aandragen zonder de consequenties te kennen.’
‘Waterbesparing is een belangrijk onderdeel van ons beleid. Zo streven we naar zoveel mogelijk hergebruik van ons productiewater. Op sommige locaties infiltreren we geklaard spoelwater in de bodem om de grondwatervoorraad aan te vullen. Ook stimuleren we door voorlichting waterbesparing bij consumenten. Bij zakelijke klanten bieden we een waterscan aan, om samen te kijken naar mogelijke besparingen in hun bedrijfsprocessen. Tot slot onderzoeken wij ook mogelijke alternatieve bronnen, zoals nieuwe grondwaterlocaties of het uitbreiden van onze buffercapaciteit voor oppervlaktewater.’
Strategisch adviseur Anneke de Groot: ‘Nieuwe bronnen en ruimte nodig.’
‘Op dit moment is PWN voor zo’n 70% van de productie afhankelijk van het IJsselmeer’, aldus strategisch adviseur Anneke de Groot. ‘Het overige water komt uit het Amsterdam-Rijnkanaal en ’t Gooi. Wij infiltreren het voorgezuiverde oppervlaktewater in de Noord-Hollandse duinen. Tot ongeveer 2030 kunnen we met dit drinkwatersysteem voorzien in de vraag, mits we kunnen uitbreiden op de huidige locaties. Voor de periode daarna moeten we nieuwe bronnen ontwikkelen, dan redden we het niet meer met wat we nu hebben. Dit heeft vooral te maken met klimaatverandering en de grote vraaggroei door onder andere de woningbouw in de Metropoolregio Amsterdam. Parallel daaraan zal onze productiecapaciteit flink moeten worden opgeschroefd.’
Dat laatste is extra uitdagend als je kijkt naar de ruimtelijke opgave van het inpassen van alle activiteiten in de drukke onder- en bovengrond. De Groot: ‘De inzet van andere stakeholders, zoals het Rijk, de provincie, de gemeenten en de waterschappen is hierbij essentieel. Het is belangrijk dat zij hun wettelijke zorgplicht voor de drinkwatervoorziening serieus invullen. Want met alleen waterbesparing gaan we dit echt niet halen, er is substantieel méér nodig!’
‘Andere actuele knelpunten zijn de stikstofwetgeving en de natuurvergunningen die we nodig hebben om onze huidige productielocaties uit te breiden, zoals bijvoorbeeld in Heemskerk. Op dit moment krijgen we die vergunning niet of gaat dat veel te lang duren. Dit dreigt op meerdere locaties te gebeuren.’ Voor de langere termijn heeft PWN een drieledige strategie ontwikkeld: verminderen, versterken en vergroten.’
Vermindering van de watervraag is gericht op bedrijven, klanten en PWN zelf. De Groot: ‘We roepen klanten op om bewust om te gaan met water. Met onze zakelijke klanten kijken we kritisch naar de efficiëntie van hun watergebruik. Nieuwe grote watergebruikers krijgen geen water van drinkwaterkwaliteit voor toepassingen waarvoor dat niet echt noodzakelijk is. En ook in onze eigen productieprocessen moeten we natuurlijk bewust en efficiënt met water omgaan.’
‘Bij onze belangrijkste bron, het IJsselmeer, lopen we tegen verschillende problemen aan, zoals verzilting en vervuiling. Dit wordt vooral veroorzaakt door de lagere waterafvoer van de Rijn en de IJssel in de zomer, waardoor het percentage zout en verontreiniging toeneemt. Ook door schutten komt er vanuit de Waddenzee zout water het IJsselmeer binnen. Om deze bron robuuster en duurzamer te maken, willen we grote spaarbekkens aanleggen bij Andijk: de klimaatbuffer IJsselmeer. Hier kunnen we in goede tijden water innemen, zodat we een buffer hebben voor als we de inname van IJsselmeerwater moeten staken, zoals inmiddels ’s zomers regelmatig voorkomt.’
Veel aandacht gaat uit naar het vergroten van de capaciteit van het drinkwatersysteem en tegelijkertijd brondiversificatie. ‘Het ontwikkelen van nieuwe bronnen is hard nodig. De vraaggroei komt vooral uit het zuidelijk deel van ons verzorgingsgebied, waar we juist momenteel geen bronnen hebben. Daar kijken we naar drie oplossingsrichtingen.’
‘De eerste is WAAG: een plan om oppervlaktewater uit het Amsterdam- Rijnkanaal of het Gooimeer te infiltreren in zandgronden in het Gooi. De tweede optie is brak grondwater in de Haarlemmermeer ontzilten met behulp van reversed osmosis. Dit diepe grondwater is oud en dus relatief schoon. De derde mogelijkheid is om ons terrein in Overveen weer in gebruik te nemen voor de zuivering van oppervlaktewater.’