Op 22 juni vond het Algemeen Overleg Water plaats in de Tweede Kamer. Op gepaste afstand debatteerden Kamerleden met minister Cora van Nieuwenhuizen van IenW. Een heel scala aan wateronderwerpen stond op de agenda, met veel aandacht voor waterkwaliteit, droogte en samenwerking binnen de waterketen.
Meerdere Kamerleden spraken over de gehele linie hun zorgen uit over het (niet) halen van de doelen van de KRW. Van Brenk (50PLUS) stelde dat zonder extra maatregelen de doelen van de KRW in 2027 niet gehaald worden en dat regie van de minister nodig is. Bromet (Groen Links) vroeg welke maatregelen de landbouw en de industrie gaan nemen. Zij gaf aan dat met de beperkte deelname van de landbouwsector aan het Deltaplan Agrarisch Waterbeheer de doelen niet gehaald worden. Ook vroeg zij welke generieke afspraken met LNV gemaakt gaan worden op het gebied van nitraat en bestrijdingsmiddelen.
Laçin (SP) en Moorlag (PvdA) stelden dat de druk op de waterkwaliteit toeneemt en vroegen welke maatregelen de minister gaat nemen. Stoffer (SGP) vroeg naar een goede analyse van de waterkwaliteit in de verschillende regio’s. De Groot (D66) vroeg wat de minister heeft gedaan om de doelen van de KRW dichterbij te brengen en welke regie zij daarin heeft genomen. Van Esch (Partij voor de Dieren) vroeg de minister alles op alles te zetten om de doelen van de KRW te gaan halen, zeker voor wat betreft de grootste probleemveroorzakers: nutriënten en bestrijdingsmiddelen. Zij vroeg Van Nieuwenhuizen in overleg met het ministerie van LNV de belangen van water goed mee te nemen.
De minister stelde dat zij in de Beleidsnota Drinkwater de bronnen voor de duurzame veiligstelling van drinkwater zal borgen. Voor de komende stroomgebiedsbeheersplannen zorgt zij voor een stevig pakket aan maatregelen om een inbreukprocedure vanuit Europa, waar enkele Kamerleden voor waarschuwden, te voorkomen.
Vewin heeft het ministerie gevraagd de INEV’s (Indicatieve Niveaus voor Ernstige Verontreiniging) voor grondwater dat gebruikt wordt voor de drinkwatervoorziening gelijk te stellen aan de indicatieve richtwaarden die voor deze stoffen gelden in het drinkwater zelf. Moorlag, Van Brenk en Laçin vroegen een reactie van de minister op de juridische analyse die Vewin heeft laten doen. Van Brenk vroeg waarom de minister een generieke maatregel neemt omdat de burger zo meer moet betalen voor de extra zuivering van het drinkwater.
De minister gaf aan in gesprek te gaan met Vewin. Laçin vroeg de minister in dat gesprek mee te nemen dat de KRW zegt dat drinkwater juist met minder zuivering geleverd moet worden. Na overleg met Vewin zal de minister de Kamer informeren.
Nagenoeg alle Kamerleden stelden verschillende accenten van de droogte aan de orde. Geurts (CDA) vroeg naar de goede blijvende aanvoer van zoetwater. Bromet legde de nadruk op het feit dat bedrijven en particulieren extra grondwaterputten slaan; mag dat en is het wenselijk? Laçin stelde de voorkeursvolgorde uit de NOVI aan de orde en vroeg waarom water vasthouden en besparen niet even belangrijk zijn. In het kader van zuinig omgaan met water en billijkheid vroegen Laçin en Bromet waarom grootverbruikers wat betreft de BOL (Belasting op Leidingwater) ontzien worden. Van Esch stelde dat de landbouw het waterpeil graag zo laag mogelijk houdt waardoor het water wordt afgevoerd wat we nu tekort komen.
De minister zegde toe dat zij schriftelijk reageert op de stand van zaken van de aanbevelingen van de Beleidstafel Droogte. Wat betreft de voorkeursvolgorde in het waterbeheer gaf zij aan dat dit niet zo rigide gezien moet worden. Voor de onttrekkingen van het grondwater stelt het IPO een plan van Aanpak op over het grondwaterbeheer, deze nota stuurt de minister in het najaar naar de Kamer. De minister gaf aan de BOL mee te nemen in de Beleidstafel Drinkwater.
Laçin memoreerde het belang van afspraken tussen partijen in het waterbeheer in het Bestuursakkoord Water en geeft aan dat eind 2020 het BAW afloopt. Hij vroeg de minister de verworvenheden niet verloren te laten gaan, zeker gezien de grote uitdagingen in het waterbeheer. De minister zei dat zij met de partners gaat verkennen welke behoefte er is naar een nieuw bestuursakkoord. Zij vindt continuering van de samenwerking nodig.
Na de zomer vindt een VAO plaats.