Op 6 november vond in Nieuwspoort het Verkiezingsdebat Water plaats, georganiseerd door de Unie van Waterschappen en Vewin. Onder grote belangstelling discussieerden diverse (kandidaat) Kamerleden met elkaar over waterkwaliteit. Aanwezig waren Jan Swaag (BBB), Johan Goos (CDA), Pieter Grinwis (CU), Tjeerd de Groot (D66), Geert Gabriëls (GroenLinksPvdA), Henk van der Wind (SGP), Eva van Esch (PvdD) en Erik Haverkort (VVD). Vanuit de Unie van Waterschappen en Vewin namen deel Mario Jacobs (dijkgraaf Waterschap Aa en Maas), Rogier van der Sande (voorzitter Unie van Waterschappen), Paulien Pistor (algemeen directeur PWN) en Peter van der Velden (voorzitter Vewin). Maarten Bouwhuis zorgde ervoor dat het debat in goede banen werd geleid.
Actie en waterambitie
Beide voorzitters trapten de middag af. Van der Sande sprak de wens uit dat het debat niet alleen inzicht zou opleveren wat de plannen van de verschillende (kandidaat) Kamerleden zijn. Hij gaf aan vooral te willen weten welke actie de verschillende partijen gaan ondernemen om het water in Nederland daadwerkelijk schoon te krijgen. Van der Velden sloot zich daarbij aan en stelde dat de doelen in de Kaderrichtlijn Water (KRW) waarschijnlijk niet gehaald gaan worden. Hij riep de partijen op na de verkiezingen tot een akkoord te komen dat ‘druipt van de waterambitie’.
Industriële lozingen en PFAS-verbod
Het eerste deel van het debat ging over industriële lozingen. Het werd ingeleid met een video waarin Annette Ottolini (algemeen directeur Evides waterbedrijf) het belang onderstreepte van schone bronnen. Tijdens de daaropvolgende discussie werd uitgebreid gesproken over de wens voor een schone omgeving (nul uit de pijp) en de haalbaarheid daarvan. Meerdere (kandidaat) Kamerleden waren het er over eens dat het stelsel van Vergunningen, Handhaving en Toezicht (VTH) sterk verbeterd moet worden.
Medicijnresten
Medicijnresten waren het onderwerp van het tweede deel van het debat. Het onderwerp werd ingeleid met een video over de ‘vierde trap’ zuivering in een rioolwaterzuiveringsinstallatie in Leiden, speciaal ontwikkeld om medicijnresten uit het rioolwater te filteren. Tijdens het debat werd gesteld dat verwerken van de afvalstroom van de ‘vierde trap’ niet mag afleiden van aanpak bij de bron, er moeten in de eerste plaats minder medicijnresten in het rioolwater terecht komen. Besproken werd wat het betekent om alle rioolwaterzuiveringsinstallaties (RWZI’s) te voorzien van een extra zuiveringsstap. Dit vraagt een enorme investering; hoe gaat dat betaald worden? Herhaaldelijk werd opgeroepen de producenten meer op hun (financiële) verantwoordelijkheden aan te spreken.
Verplichtende maatregelen om KRW-doelen te halen
Paulien Pistor leidde het laatste deel van het debat in. Zij ging in op de verplichting uit de KRW om met minder zuiveringsinspanning goed drinkwater te kunnen maken. Als de waterkwaliteit verbetert kan dat ook, stelde zij, maar nu is het tegenovergestelde het geval. Zij verwachtte dat het wel een tijd gaat duren voordat de bronaanpak echt effect krijgt op de waterkwaliteit. De aanwezigen debatteerden over verplichtende maatregelen rondom mest en bestrijdingsmiddelen. De oproep ‘ga in gesprek’ werd gedaan, maar ook werd gesteld dat dwang of verplichting onontkoombaar zijn om iets voor elkaar te krijgen voor een betere waterkwaliteit.
Maatregelen en moed
Tot slot kregen beide voorzitters de vloer om het verkiezingsdebat af te sluiten. Van der Sande gaf aan blij te zijn met de nuances die in de gesprekken naar voren waren gekomen. Hij was benieuwd naar de werkelijke maatregelen. Van der Velden blikte terug op een goede discussie en zei dat er parlementariërs nodig zijn die kunnen doorpakken en moed tonen.